Verkiezingen in Rusland

Miljoenen bezorgen Poetins partij overwinning

Van de redactie buitenland (*)

De verkiezingen in Rusland hebben de regeringsgezinde krachten in het parlement versterkt. Ongehoorde media-manipulatie bezorgde president Poetin's drie maanden oude partij 'Eenheid' een kwart van de stemmen. Van de 103 miljoen stemgerechtigde Russen stemden er 61 miljoen. Ruim 16,5 miljoen Russen stemden communistisch (zo'n 30 procent van de stemmen).

Eerder vorig jaar zagen de peilingen er rampzalig uit voor het Kremlin. Lage lonen, NAVO-bombardementen en tekorten maakten de Russen niet bijster gelukkig met de ploeg in het Kremlin. Op 2 juli nam die daarom het initiatief om het tij te keren. Er werd een verkiezingsstaf gevormd. Vanaf dat moment werd 'Eenheid' dagelijks op de staats-tv en in de pers gepromoot. Dat was niet zo moeilijk want het Kremlin controleert ook een belangrijk deel van de pers. Boris Berezovski, de huisbankier van het Kremlin, was al aandeelhouder van het televisiekanaal ORT. Nu kocht hij ook 15 procent van de aandelen van het belangrijkste dagblad Kommersant Daily. De sponsor van het televisiekanaal NTV, dat het waagde de tegenkandidaten Loesjkov en Primakov te steunen, kreeg last met de belastinginspectie en de banken.
In de verkiezingscampagne was de benoeming van Poetin tot nieuwe premier een ander steunpunt. Hij kreeg het imago mee van de kordate strijder tegen de 'Tsjetsjeense terroristen'. De Russische bevolking was moe getergd door de moordende inval van de Tsjetsjeense separatisten in Dagestan, en de bloedige bomaanslagen in Boejnaksk, Volgodonsk en Moskou. Poetins populariteit steeg. Tegelijk werd tegenkandidaat Loesjkov gefilmd in het gezelschap van een Tsjetsjeense zakenman, met de suggestie dat hij samenzweerde met Tsjetsjeense terroristen. Naast de hersenspoeling in de media werden talloze mensen onder druk gezet om op 'Eenheid' te stemmen. Resultaat van dat alles: de nieuwe partij behaalde 23% van de stemmen.

Daarmee komt het stemmenaantal van de regeringsgezinde partijen (Eenheid, Vaderland, Rechtse Krachten, Zjirinovski, Jabloko) op een totaal van 56% van de stemmen. Ze winnen daarmee ongeveer 70% van de parlementszetels. Het illustreert nog maar eens de waarde van het marxisme: geld en mediamanipulatie bepalen de verkiezingen. Het volk mag om de vier jaar enkel kiezen wie hen dit keer zal uitbuiten.

(*) gebaseerd op artikel in Solidair 1/2000

De uitslag van de verkiezingen
1. Communistische Partij. Leider is Zjoeganov 24,3 % van de stemmen.
2. Eenheidspartij. Partij van president Jeltsin onder leiding van Sjojgu 23,2%.
3. Vaderland. Sociaal-democratische partij van Loesjkov en Primakov 13,1%.
4. Rechtse Krachten. Rechtse liberalen onder leiding van Kirienko. 8,6%.
5. Blok Zjirinovski. Nationalistische slogans, steun aan Jeltsin. 6,1%.
6. Jabloko. Pro-Amerikaanse en openlijk pro-kapitalistische partij onder leiding van Javlinski. 6,0 %.
7. Russische Communistische Arbeiderspartij (RCAP). Marxist-leninistische partij onder leiding van Victor Tjoelkin. 2,23%.
14. Stalin-Blok voor de Sovjet-Unie. Marxistisch-leninistische partij onder leiding van Victor Anpilov. 0,61%.

Jeltsin sluipt weg

Door Jef Bossuyt (*)

"Bemoedigend voor de democratie in Rusland", zo noemde VS-president Clinton de machtswisseling in het Kremlin (1). Jeltsin kreeg alle lof: "Zijn belangrijkste daad is de ontmanteling van het communistische systeem en de uitbouw van nieuwe instellingen, geleid door mensen die democratisch verkozen zijn in een grondwettelijk kader." (2) Democratisch? Grondwettelijk?

In juli 1991 klaagden Amerikaanse multinationals dat er met de bureaucratische Gorbatsjov niet te werken viel. Een maand later kondigde Boris Jeltsin op een tank staande het einde van de Sovjet-Unie aan. VS-president Bush feliciteerde hem met de overgang "van communistische dictatuur naar de vrije parlementaire democratie".

In 1992 privatiseerde Jeltsins regime de Russische staatsbedrijven. De helft van de fabrieken sloot, de arbeiders verloren hun werk en hun spaarboekjes elke waarde. Enkele handige nieuwe rijken bemachtigden de aandelen, verkochten de grondstoffen van het land uit, kochten Mercedessen in Moskou en kastelen in Zuid-Frankrijk. In oktober 1993 ging zelfs voor de nieuwe Russische burgerij de afbraak van de nationale industrie te ver. Om de catastrofe af te remmen, zette het parlement Jeltsin af. Die ontbond daarop - volkomen ongrondwettelijk - het parlement. Zijn tanks schoten het parlement in brand, zijn speciale troepen arresteerden de parlementsleden en doodden meer dan duizend ongewapende verdedigers.

Ook op het arbeidersfront was het Jeltsinregime een ramp. Arbeiders die in 1999 al jarenlang geen loon uitbetaald kregen, gingen in heel het land over tot fabrieksbezettingen. Ze betwistten de wettelijkheid van de privatiseringen. Het gerecht huurde kortgeleden in Vyborg een privé-militie in, die de bezette papierfabriek binnenviel, op de arbeiders schoot en er zeven gijzelde gedurende twaalf uur, tot de massa hen kon ontzetten.

Jeltsin maakte van Rusland een puinhoop
Eind jaren '80 steunde Jeltsin de krachten die de Sovjet-Unie wilden ontbinden: burgerlijke nationalistische elites kwamen aan de macht in de verschillende republieken. Doedajev, de toenmalige president van de Russische deelrepubliek Tsjetsjenië, kreeg van Jeltsin zelfs als aanmoediging mee: "Neem zoveel onafhankelijkheid als je zelf kan dragen." Maar toen de Sovjet-Unie eenmaal was ontbonden, betwistten de 'democraten' Jeltsin en Doedajev elkaar de controle over de petroleumpijplijn door Tsjetsjenië.

In september 1999 vielen huurlingenlegers vanuit Tsjetsjenië de Russische republiek Dagestan binnen. Dit dreigde heel de noordelijke Kaukasus van Rusland af te snijden. Het zou de uitschakeling betekenen van Rusland als concurrent voor de Amerikaanse petroleummultinationals. Jeltsins troepen begonnen daarop een grootscheeps offensief onder de politieke leiding van eerste minister Poetin, die daar handig gebruik van maakte om de parlementsverkiezingen te winnen.

1. De Standaard, 3 januari 2000.
2. Le Monde Interactif, 1 januari 2000.

(*) Bron: Solidair 1/2000, enigszins ingekort.