Is er nog toekomst voor de Walcherense boer?

Van een correspondent

Is er nog toekomst voor kleine akkerbouwbedrijven op Walcheren? Dat is de vraag die de boeren op Walcheren zich stellen. Zoals het nu gaat redden de kleine bedrijven het niet. De schaalvergroting is ook in de landbouw gaande. De prijzen liggen sterk onder druk, terwijl investeringen op het gebied van bijvoorbeeld het milieu niet in de prijs van het product kunnen worden doorberekend. Om het hoofd boven water te kunnen houden moeten veel landbouwbedrijven alternatieve vormen van inkomsten zoeken.

Walcheren telt momenteel 730 landbouwbedrijven waarvan bij 575 landbouwers het eigen bedrijf het hoofdinkomen vormt. Het gemiddelde oppervlak van de bedrijven bedraagt op Walcheren 19,5 hectare, in de rest van Nederland ligt dit gemiddeld op 26 hectare.
Dit geeft aan dat de landbouwbedrijven op Walcheren relatief klein zijn. Om de kosten van het produceren te laten dalen zouden de bedrijven moeten groeien, maar om verschillende redenen is dat vaak niet mogelijk.
Een van de redenen is o.a. de hoge grondprijs - zestigduizend gulden per hectare - en het lage rendement van de bedrijven.
Het is op Walcheren nog niet zo erg dat je bordjes "te koop" langs de kant van de weg ziet staan. Dat zal ook niet zo snel gebeuren. Het zijn veelal familiebedrijven en in moeilijke tijden teren ze op zichzelf in.

Alternatieven
Een van de oplossingen voor veel landbouwbedrijven zou kunnen zijn om alternatieve vormen van inkomsten te zoeken.
Het is sterk afhankelijk van de bedrijfssituatie wat de beste oplossing is. Een bedrijf, gelegen dicht bij de kust zou een oplossing in het toerisme kunnen vinden, terwijl een bedrijf dat meer in het binnenland ligt, het misschien beter op het gebied van de biologische landbouw kan zoeken. Groot voordeel van het biologisch telen van gewassen is de gunstige prijs die voor de producten wordt gegeven en de subsidie van Europa die het voor de landbouwer makkelijker zou kunnen maken.
In de gangbare landbouw kost het zo'n dertien cent om een kilo aardappelen te telen. Daar krijgen de boeren erg en vreemd genoeg maar acht cent voor, tel uit je winst! De winst wordt gemaakt door de frietfabriek de tussenhandelaren en de grootwinkelbedrijven. De frietfabriek heeft zoveel macht dat de boer nog maar weinig heeft in te brengen.
Voor een kilo biologische aardappelen staat de prijs momenteel op zestig cent per kilo. Het probleem waar de biologische boer mee te maken krijgt is de omschakelperiode van twee jaar. Voordat een boer zijn biologische producten kan afzetten moet het bedrijf tenminste twee jaar biologisch telen. De bestrijdingsmiddelen die in de gangbare landbouw wel gebruikt mochten worden en in de biologische landbouw taboe zijn, moeten eerst uit de grond voordat het product biologisch genoemd mag worden. In die tijd moet men er desnoods een baan bij nemen om het eigen bedrijf toch draaiende te houden.