Het voorspel van de Europese Gemeenschap - 7 en slot - Een nieuwe gooi naar de macht

Door Chris Vroomen

Vanaf 1936 ging het Derde Rijk in de aanval: van 1936 tot 1939 steunde het de fascistische dictatuur in Spanje om de linkse republiek aldaar te vernietigen. In 1938 annexeerde het Oostenrijk en Tsjecho-Slowakije. Bondgenootschappen worden gesloten met het fascistische Italië en met de militaire dictatuur in Japan, die de Aziatische heerschappij nastreefde.

De plannen van het Duitse monopoliekapitaal en haar politieke tak, de NSDAP, voor een Europa onder Duitse leiding kregen vorm. Hitler's bedoeling was een herverdeling van de oude wereld (Amerika was nog steeds buiten zijn gezichtsveld) tussen Duitsland, Engeland en Japan. Naast de Sovjet-Unie zouden de grote verliezers in dit scenario vooral Frankrijk, China en de staten van Oost- en Midden-Europa zijn. Gezamenlijk zouden de drie imperialistische machten de Sovjet-Unie moeten vernietigen. Dit plan is bijna doorgegaan: tegen de wil van Frankrijk in stond Engeland tussen 1938 en 1939 toe dat Hitler Tsjecho-Slowakije, Frankrijk's bondgenoot, bezette. Vervolgens sloten de Duitse 'Reichsgruppe für die industrie' en de 'Federation of British Industries' op 15 maart 1939 het zogenaamde 'Verdrag van Düsseldorf' dat feitelijk de bedoeling had om een gezamenlijk economisch blok tegen de rest van Europa te creëren. Op 24 juni 1939 ondersteunde de Engelse regering de Japanse agressie in China door het z.g. Arita-Craigieverdrag. Een maand later, op 24 juli, volgde er een geheime bespreking van Engelse en Duitse regeringsvertegenwoordigers, waar gepoogd werd een Duits-Engels verdrag op te stellen over de verdeling van de (toekomstige) markten in China, het Britse imperium en de Sovjet-Unie. Op 3 en 9 augustus vonden er vervolggesprekken plaats en op 10 augustus was er nog een topconferentie van Engelse en Duitse zakenlieden binnen ditzelfde kader. Ook protesteerde Engeland alleen symbolisch tegen de bezetting van Polen door Duitsland vanaf 1 september 1939. (1)
Het plan faalde uiteindelijk toen op 10 mei 1940 de Duitse invasie en bezetting van Frankrijk, België en Nederland plaatsvond. Hierdoor werd Duitsland ook militair de overheersende macht op het Europese continent, waartegen de Engelse bourgeoisie zich wel moest verzetten. Niet alleen de eeuwenoude (sinds 2de helft 16e eeuw) Engelse strategie om niet toe te staan dat een Europese macht alleenheerser van het continent werd, maar vooral de aanvallen van Italië en Japan, Duitsland's bondgenoten, op Engelse bezittingen in respectievelijk Afrika en Azië dwongen Engeland om serieus aan de oorlog deel te gaan nemen, daar ze anders de wedloop met de concurrerende imperialistische machten zou verliezen. Dit feit veranderde het door Hitler voorziene verbond van drie landen onverhoeds toch in een verbond van twee landen: Duitsland en Japan. (2)

Het enige dat Hitler daarna overbleef was de hoofdaanval, zonder Engelse of Japanse (3) steun, te wagen op zijn belangrijkste doel de Sovjet-Unie. Hoewel Duitsland erin slaagde om tussen 1941 en 1942 zeer zware slagen toe te brengen aan de strijdkrachten en de bevolking van de Sovjet-Unie, lukte het niet om het moreel van de Sovjetbevolking en het Rode Leger te breken en moest het vanaf december 1941 steeds zwaardere tegenoffensieven verduren rond Moskou (december '41), Leningrad (het hele jaar '42), Stalingrad (jaarwisseling '42-'43) en Koersk (juli '43) om vanaf de zomer van 1943 definitief in de verdediging te worden gedrukt. Deze verbazingwekkende ommekeer kon plaatsvinden omdat:
a) het socialistische systeem, dat gegroeid was in de 20er en 30er jaren, een industrieel en militair potentieel had opgebouwd dat in staat was om het fascisme te verslaan;
b) de arbeidersklasse en de andere werkende klassen van het Sovjetvolk wisten dat zij voor zichzelf vochten tegen de belangen van het Duitse en het internationale kapitaal;
c) het blok van terroristische organisaties, dat in het kader van hun strijd voor het herstel van het kapitalisme in de Sovjet-Unie uitgebreid sabotage pleegde en verwarring zaaide, reeds in de loop van de 30er jaren was uitgeschakeld. (4)

Vanaf de zomer van 1943 waren de fascistische staten volkomen in het defensief gedwongen tegen een coalitie van drie tegenstanders die een onmogelijk verbond hadden gesloten:
1) Vanaf de zomer van 1940: Engeland vechtend om zijn koloniale imperium te behouden;
2) Vanaf de zomer van 1941: de Sovjet-Unie strijdend om zijn bestaan te verdedigen tegen de op dat moment meest gevaarlijke kapitalistische tegenstander Duitsland;
3) Vanaf december 1941: de VS, na de Japanse aanval op de vlootbasis Pearl Harbour, vechtend om haar invloedssfeer te vergroten buiten het Amerikaanse continent.

De economische en militaire kracht van Duitsland was niet groot genoeg om tegen dit trio stand te houden. (5) In de zomer van 1943 was de As reeds uit Afrika verdreven en Italië werd bedreigd, terwijl in het Oosten de Sovjet-Unie in het offensief ging en naar de Poolse grens optrok. In een laatste poging om steun van de onderworpen volkeren van Europa te krijgen liet Hitler in september 1943 door het ministerie van Buitenlandse Zaken een document produceren dat de grondslag voor een Europese federatie zou moeten zijn. (6) Het zou echter onmogelijk zijn om dit programma ten uitvoer te brengen, tenzij men er in slaagde om het bondgenootschap der geallieerden uit elkaar te drijven. Daar was een reële kans op, gezien de gigantische belangentegenstellingen die er tussen hen bestonden. (7)
Een laatste poging hiertoe werd gedaan door de samenzweerders van de 20ste juli (1944), een groep officieren die trachtte om Hitler af te zetten om een wapenstilstand met de westelijke geallieerden te sluiten en dan samen tegen de Sovjet-Unie op te trekken. Dit plan mislukte echter en Hitler liet de verliezers van de putsch samen met hun bondgenoten in de generale staf, bloedig vervolgen om zo de laatste overgebleven groep van de burgerlijke partijen die nog buiten de NSDAP georganiseerd waren uit te roeien. De ware betekenis van de terechtstellingen na de 20ste juli lag echter niet in de furie waarmee Hitler de laatste oud-conservatieve oppositie afmaakte, maar in het feit dat deze terechtstellingen de Duitse bourgeoisie bijeenbracht binnen het kader van het afstervende Hitler-bewind. Het is deze, door Hitler op de valreep 'eengemaakte', bourgeoisie waarmee het Amerikaanse imperialisme vanaf 1945 in het geheim zou samenwerken en vanaf 1955 een openlijk bondgenootschap zou sluiten.

Tussen 1870 en 1914 hadden de verschillende imperialistische machten de wereld onder elkaar opgedeeld. Tussen 1914 tot 1945 zouden er twee pogingen (WO 1 en 2) zijn tot herverdeling van de wereld, terwijl in de Sovjet-Unie reeds het socialistische alternatief in opbouw was.
Na 1945-1950 leefde ongeveer eenderde van de wereldbevolking in socialistische of nationaal-revolutionaire staten, wat een aanzienlijke rem plaatste op de mogelijkheden van het imperialisme tot ontplooiing en herverdeling van de wereld. Dat waren de omstandigheden aan het begin van de derde poging, die inmiddels al een heel eind gevorderd is, van het Europese kapitaal tot herverdeling van de macht binnen een imperialistisch Europa.

Het Amerikaanse imperialisme

In de zomer van 1941 maakte senator Henry Truman, vanaf 1945 president, in een interview de opmerking: "Indien we zien dat Duitsland de oorlog aan het winnen is, moeten we Rusland helpen en indien de Russen het blijken te halen, dan zouden we de Duitsers een handje moeten toesteken. En laten we ze helpen elkaar op die manier zoveel mogelijk uit te moorden." (8) Vanaf eind 1942 bleek echter een steeds reëlere mogelijkheid te bestaan dat de Sovjet-Unie alleen in staat was om Duitsland te verslaan en in dit proces misschien een groot gedeelte van Europa zou kunnen bevrijden van niet alleen de fascistische, maar ook de kapitalistische overheersing. Het was vanuit deze optiek dat de VS uiteindelijk deelnamen aan de continentale strijd tegen het afstervende fascisme.

Zowel militaire als politieke macht komen uiteindelijk voort uit economische macht. De militaire macht van de VS in Europa dateert van haar invallen tussen 1943 en 1945. Hierdoor kon haar politieke invloed bestendigd worden in de conferenties van Jalta, Teheran en Malta. Maar deze politieke invloed zou niet tot blijvende resultaten leiden als er niet een economische basis aan toegevoegd zou worden. Daartoe werd het zogenoemde Marshallplan op 5 juni 1947 gelanceerd. Het aanbod van de VS-minister George Marshall om de Europese economie te steunen door middel van grootscheepse leningen - echter op voorwaarde dat er een daadwerkelijke Europese samenwerking zou komen. Dit aanbod kwam voort uit een drieledige behoefte:
1) De noodzaak om het enorme kapitaalsoverschot te kunnen investeren dat de bourgeoisie van de VS had verkregen aan het einde van de oorlog.
2) Om de economische en politiek overheersing van de VS op Europa te kunnen vergroten.
3) Om een dam op te werpen tegen de groeiende invloed van het communisme in Europa.

Noten:
1) Het formele begin van WOII, op 2 september verklaarden Engeland en Frankrijk symbolisch de oorlog aan Duitsland.
2) Italië speelde slechts een ondergeschikte rol.
3) Japan deed niet mee aan de aanval op de Sovjet-Unie vanaf 22 juni 1941 daar het er de voorkeur aan gaf om zijn eigen koloniale belangen in China te verdedigen.
4) Zie o.a.; "Waakzaamheid tegen het fascisme - Het proces tegen het blok van rechtsen en Trotskisten", Pegasus 1938 en deel 4 van deze reeks.
5) Ook al omdat de drie bondgenoten op de conferentie van Jalta (december '43) de strategie overeenkwamen om Duitsland, als gevaarlijkste tegenstander van de twee, eerst aan te pakken en daar alle krachten op te concentreren.
6) 'Leitstzen des Europa-Ausschusses des Auswürtigen Amtes vom 9. September 1943 über die Gründung eines Europäischen Staatenbundes.'
7) Hoogstwaarschijnlijk hebben de VS het niet op een akkoordje gegooid met Hitler-Duitsland daar het daar geen kans toe zag wegens de enorme populariteit van de Sovjet-Unie die het belangrijkste deel droeg van de oorlogvoering tegen Duitsland.
8) New York Times, 24 juli 1941.

Voornaamste bronnen:
- "Documenten rund materialiën aus der vorgeschichte des zweiten Weltkrieges - 1937-1939" - Deel 2, Progres 1983. "Documente zur Deutschen Geschichte", Delen: 1936-1939, 1939-1942, 1942-1945, Rüderbergverlag 1977.
- Andrew Rothstein, "A History of the U.S.S.R", Penguin Books 1950.