Griekse verkiezingen

Door Anna Ioannatou

Zondag 9 april a.s. is het weer zover. De dag waarop de gevestigde politieke partijen van het kiezerspubliek verwachten hen voor nog eens vier jaar in het zadel te houden, en daarmee een officieel "ja" voor hun politiek te incasseren. Sinds het volk stemrecht kreeg (een heel laat verschijnsel in de burgerlijke 'democratie' en bijzonder lastig ook nog, als een bevolking niet volledig en niet altijd manipuleerbaar blijkt) is bewustzijnsmanipulatie een noodzakelijk onderdeel geworden van de 'democratische' regeringstactiek en strategie en een al even onmisbaar onderdeel van de schijnoppositie van de andere, niet regerende gevestigde partijen, klein en groot.

Er zijn schrijnende voorbeelden genoeg van landen waar de bevolking via verkiezingen te verstaan gaf eindelijk zelf het heft in handen te willen nemen, onmiddellijk gevolgd door een dictatuur van de bedreigde gevestigde orde of door een burgeroorlog, ontketend door diezelfde orde, gewoonlijk met behulp van de imperialistische landen (bijvoorbeeld Chili, Angola, maar ook Gorbatsjov heeft de wil van het volk rechtstreeks in de prullenbak gegooid, na het referendum over het al of niet voortbestaan van de Sovjet-Unie in maart '91. De overgrote meerderheid wenste het voortbestaan, maar de Sovjet-Unie werd toch ontbonden).

In Griekenland wordt het burgerlijk establishment niet rechtstreeks bedreigd. Toch verlopen de verkiezingscampagnes er veel onrustiger dan in de meeste andere Europese lidstaten. De rustverstoorder van de burgerlijke zelfgenoegzaamheid is de Communistische Partij van het land (KKE), die er na de diepe crisis van zo'n 10 jaar geleden in geslaagd is haar aanwezigheid voelbaar en herkenbaar te consolideren en serieus genomen te worden, als de derde (in grootte) politieke partij van het land en als enige oppositiemacht in de Griekse samenleving, zonder ook maar een druppel water bij de ideologische wijn te doen.

Bij de talloze politieke debatten in het Griekse televisielandschap is de KKE nu bijna overal vertegenwoordigd. Na jaren knokken is nu eindelijk een besluit aangenomen, door een uit vertegenwoordigers van alle parlementaire partijen bestaande commissie, op grond waarvan in de laatste maand voor de verkiezingen bij alle politieke televisiedebatten alle in het Parlement vertegenwoordigde partijen uitgenodigd moeten worden. Hiermee werd een punt gezet achter een periode van doodzwijgen van de KKE. En meestal - alhoewel niet altijd - houdt men zich daar aan. Sindsdien zijn die uitzendingen zeer levendig geworden en monden niet zelden uit in een hevige confrontatie, waaruit blijkt dat de verschillen van de andere partijen met de regeringspartij alleen gaan over het beheer van het bestaande sociaal-economische stelsel en het verschil tussen de KKE en de anderen is dat de communisten met een radicaal ander sociaal-economisch voorstel komen.

Een interessant gegeven dat in deze verkiezingsstrijd naar voren komt, is dat het door de KKE nagestreefde maatschappelijk front in deze fase nog geen politiek front is, maar een front van sociale bewegingen en bekende persoonlijkheden, die zich in de verkiezingsstrijd hetzij aansluiten bij de lijsten van de KKE, hetzij openlijk verklaringen afleggen dat zij de communisten steunen. Op politiek niveau wordt de KKE dus als enige partij gesteund door het maatschappelijk front.

Hoe de politieke kaart van het land er op 10 april uit zal zien valt moeilijk te voorspellen, ondanks de vele (dubieuze) opiniepeilingen, waarbij de communisten op zo'n 5 procent gehouden worden (bij de Europese verkiezingen was dit ook zo en het werd 8,7 procent) en de beide grote partijen - Pasok en Nea Dimokratia - een nek-aan-nek race houden, met een heel kleine voorsprong voor de regerende PASOK. Deze laatste heeft een paar weken geleden een knauw gekregen, toen de aandelen op de effectenbeurs een duik maakten en talloze heel kleine aandeelhouders gedupeerd werden.

Op 29 maart jl. vond een televisiedebat plaats, in Amerikaanse stijl, tussen de beide leiders van de grote partijen, premier Simitis en K. Karamanlis, leider van de Nea Dimokratia en neef van de inmiddels overleden, alom bekende Karamanlis. Het debat muntte uit in duidelijk van tevoren gefabriceerde nietszeggendheid en de hele show werd dagen daarna officieel uitgesponnen.

Wat zou het effect van dit alles zijn? Op grond van het Griekse kiesstelsel kan een partij al alléén aan de macht komen met minstens 37 procent van de uitgebrachte stemmen. Vanaf 1974 kent Griekenland alleen maar één-partij-regeringen en de twee grootste partijen hebben een aantal zetels in het parlement dat niet in verhouding staat tot het percentage electorale winst. Via de alchemie van het ondemocratische kiesstelsel worden er meerderheden gebrouwen die geen meerderheid zijn.

Toch is het te vroeg om te zeggen dat de Griekse kiezer dit alles massaal afwijst en dat zou laten merken in zijn stemgedrag, ook al groeit de ontevredenheid op heel wat gebieden van het sociale leven. Een grote politieke sprong vergt een langdurig bewustwordingsproces.

Voorlopig zou het al heel mooi zijn als het kiezerspubliek doorgaat met het differentiëren van de politieke constellatie, door, net als bij de Europese verkiezingen, blijk te geven van een groeiend vertrouwen in de Communistische Partij.