De journalisten en de oorlog
Van de redactie buitenland
Tijdens een bijeenkomst in Hamburg vanwege "Een jaar later, journalisten en oorlog" hebben oorlogscorrespondenten zelfkritiek geuit. Ze hadden zich laten gebruiken. Een jaar na het begin van de NAVO-bombardementen
op Joegoslaviƫ hebben Duitse mediavertegenwoordigers hun berichtgeving over de oorlog deels met zeer veel zelfkritiek beoordeeld.
"Steeds weer verrast het me, hoezeer we ons laten gebruiken," zei Andreas Pawlonschek van de ARD, de nieuwsdienst. Het beelden moeten leveren, heeft er volgens hem toe geleid, dat het waarheidsgehalte vaak in het geheel niet werd gecheckt. Onder de druk van de kijkcijfers zijn er aan de lopende band uitzendingen gemaakt; die leden vaak aan een "gebrek aan analyse en bleven vaak maar aan de rand van wat een goede verslaggever betaamt." Zo is de zendgemachtigde vaak een niet-kritisch forum geweest.
"We hebben fouten gemaakt", zei ook Erich Follath, redacteur bij 'Der Spiegel'. Daarbij hoorde ook, dat tegenstanders van de oorlog in de media bijna geen ruimte kregen. In z'n totaliteit was echter het nieuws van het blad "helemaal niet zo slecht" geweest. Ze hebben al heel in het begin over het zogenaamde hoefijzerplan geschreven, dat door Rudolf Scharping (SPD), minister van Defensie, werd gebruikt als legitiem voorwendsel voor de oorlog tegen Joegoslaviƫ.
Thomas von Moullard, plaatsvervangend hoofdredacteur van DPA (Duits Persbureau) waarschuwde ervoor de berichtgeving over de Kosovo-oorlog en bloc te veroordelen. Hij zei er echter ook bij dat ook het DPA het slachtoffer was geworden van "foutieve informatie" en pas na een paar dagen afstand nam van de woordkeus van de militairen, die bijvoorbeeld het woord oorlog niet in de mond wilden nemen.
Dieter Lutz, de leider van het instituut voor vredesonderzoek, verweet de media, dat ze de "staatsredenering van Bonn waren gevolgd" en zonder enige reflectie over de oorlog hadden gerapporteerd. Zijn instituut had al vlak voor het NAVO-bombardement op Belgrado een analyse gemaakt, waarin gezegd werd, "dat er geen volkerenmoord in Kosovo gepleegd werd en er dus geen reden voor oorlog was."
Ook Hermann L. Gremliza, uitgever van 'Konkret' zei, dat hij al een jaar geleden wist en erover schreef, dat er geen massale executies van Kosovo-Albanezen waren geweest. Dit wilde echter niemand horen, en de "Duitse oorlogsjournalisten" schreven over Scharping eerder als de ware held "in de stijl van Konsalik."
Uit: 'Wiener Zeitung', 24 maart 2000, vert. Toos Plug.