Lonen en uitkeringen omhoog

Door Wil van der Klift

Door de snelle economische groei vallen de overheidsuitgaven mee. De omvang van de uitgavenmeevallers is groter dan verwacht op basis van eerdere ramingen van het Centraal Planbureau. De bruto-uitgavenmeevallers komen volgens de definitieve berekeningen van Financiën op ƒ 5 miljard dit jaar, ƒ 6,5 miljard volgend jaar en ƒ 7,5 miljard in 2002. Het CPB had de uitgavenmeevallers geraamd op ƒ 4 miljard in 2000 en ƒ 5,5 miljard in 2001.

Dit zijn alleen de meevallers aan de uitgavenkant. Hier komen nog bij de inkomstenmeevallers van ƒ 11,5 miljard in 2000 en ƒ 17,5 miljard in 2001, die Zalm aan lastenverlichting en schuldreductie wil besteden. En dan zijn er nog de hogere gasbaten die het Fonds Economische Structuurversterking tot 2010 met ƒ 2 miljard extra spekken. We praten dus over het kolossale bedrag van ƒ 50 miljard gulden aan meevallers. Het gevecht om de knikkers is inmiddels in volle hevigheid losgebarsten.

Het is pas kort geleden dat 'we met z'n allen de buikriem' moesten aanhalen. In ons polderland is het in zwang om te praten over ons, alsof er zoiets als een collectief belang bestaat. Maar de laatste jaren bleek dat bezuinigen niet iedereen treffen, integendeel. De toppen van bedrijven, speculanten en ondernemingen beleefden en beleven nog steeds gouden jaren, terwijl de massa van de werkende mensen en uitkeringsafhankelijken er maar mondjesmaat bij kregen of zelfs achteruitboerden. Het werd allemaal gemotiveerd door te wijzen op een lage economische groei, verplichtingen als gevolg van Maastricht en Amsterdam, de noodzaak van concurrentie met het buitenland door 'ons' bedrijfsleven en het belang van het creëren van potjes voor later om allerlei voorzieningen zogenaamd betaalbaar te houden. Dus bleven de uitkeringen ver achter bij de economische mogelijkheden, werden de lonen gematigd, kwamen er meer eigen bijdragen voor tal van zaken, werden de sociale uitkeringen geprivatiseerd en de collectieve voorzieningen stap voor stap afgebroken. Maar ja, het moest, hè, want de bomen reikten nou eenmaal niet tot in de hemel.

Nu het economisch meezit lijkt het voor de hand te liggen dat het onrecht van de afgelopen jaren wordt vergoed. De lonen en uitkeringen moeten nu fors omhoog en er moet een begin worden gemaakt met het herstel van de gaten die er zijn gevallen in de gezondheidszorg, het openbaar vervoer en het onderwijs, om maar eens een paar maatschappelijke sectoren te noemen.

Om te beginnen heeft Zalm de meevallers al een bestemming gegeven: lastenverlichting en schuldreductie. Het begrotingsoverschot komt echter in 2000 op 0,5 procent en op 0,25 procent in 2001. Lastenverlichting betekent in de praktijk altijd dat de rijken daarvan het meeste profiteren.

Het ligt voor de hand dat deze riante inkomsten ook op een andere manier kunnen worden besteed, als daar een politieke wil voor is. Het is nu of nooit om de massa van de werkenden en uitkeringsafhankelijken te laten profiteren van al die extra meevallers. De discussie daarover hoeft uiteraard ook niet te worden doorgeschoven naar het verkiezingsjaar om dan mooi weer te kunnen spelen. De bestaande plannen hoeven niet eerst versneld te worden uitgevoerd. De meevallers kunnen onmiddellijk worden besteed. Nu al zou een belangrijk deel van die meevallers ten goede moeten komen van de werkenden en uitkeringsafhankelijken, omdat zij ook de bron zijn van die meevallers.

Aan uitkeringen is het kabinet dit jaar ƒ 3,5 miljard minder kwijt dan voorzien en dat loopt in 2001 en 2002 op tot ƒ 4 miljard en tot ƒ 4,5 miljard. Je zou dus zeggen dat we nu eindelijk kunnen gaan beginnen met de noodzakelijke inhaalslag.

Het kabinet rekent al op iets hogere lonen dan eerder voorzien, maar die bedragen worden bewust te laag gehouden om de arbeidskosten (AIQ - arbeidsinkomensquote), uit concurrentieoverwegingen, zo laag mogelijk te houden. Als FNV Bondgenoten in de grootmetaal (188.000 werknemers) een tamelijk bescheiden looneis van 4 procent stelt, schreeuwen de werkgevers moord en brand. Zij wijzen dan ook meteen op de magere vakbondseisen op dit moment in Duitsland. Stimuleerden ze de Nederlandse vakbeweging om meer te eisen, toen in Duitsland jarenlang hogere lonen werden gegeven? Nee, toen waren ze muisstil, want dat kwam hen zeer goed uit. Het komt er bij dat soort redenaties op neer dat de werkende mensen en uitkeringsafhankelijken moeten inleveren als het economisch minder goed gaat en er niets bij krijgen als het economisch goed gaat.

Dat zal zolang duren als het door de bevolking wordt gepikt. De angst voor banenverlies gedurende de afgelopen jaren, maakte de werkenden kopschuw. Met een uitkering is het ook niet gemakkelijk om in actie te komen.

In 1999 was er, volgens het CBS, daarom geen sprake van grote arbeidsonrust. Het aantal stakingen groeide wel t.o.v. voorgaande jaren (behalve 1995). In totaal leidden in 1999 24 arbeidsconflicten tot een staking van langere of kortere duur, waarbij minstens 59.000 werknemers betrokken waren (76.000 arbeidsdagen verloren). De staking in de onderwijssector van begin vorig jaar was de grootste van dat jaar. Toen legden 44.100 werknemers het werk gemiddeld een dag stil. Ook bij de rest van de overheid werd diverse keren gestaakt. Verder waren er stakingen in de bouw, de industrie, in de transportsector en bij de zakelijke dienstverlening. Vergeleken met het buitenland wordt in Nederland gemiddeld niet veel gestaakt, maar ook in Nederland wordt weer vaker naar het stakingsmiddel gegrepen. In december vielen m.n. de stakingen in de industrie op. Toen braken stakingen uit bij Corus (voormalige Hoogovens), Philips en AKZO Nobel. De werkenden worden zich ervan bewust dat alleen echt verzet kan leiden tot verbetering van hun positie.

Het is aan de georganiseerde (vak)beweging om nu een groter deel van de winsten en extra meevallers binnen te halen. Het kan, dus waarom geaarzeld? De eis van vier procent van FNV Bondgenoten is een bescheiden eerste aanzet.