Gedicht

Rudy Musters .

KIDNAPPERS

In een open boot zo groot als een auto,
zonder zitplaatsen en kajuit,

blootgesteld aan de felle zon,
voor veertien mensen, drie autobanden
op weg naar de overkant.

Bij goed weer ziet men de fel gekleurde
Amerikaanse reclameborden;
"Welkom in Miami. Hier leeft een oudoom".

Wij leven vrij naar eer en geweten.
Wij trekken niet aan het touw, betreden
niet de krijtkring, maar de politieke arena.

Het kind is van ons, scandeert het uit
honderd kelen. Wij zullen ons leven geven.

Alle banden zullen wij breken, niets laten
wij heel. Het socialisme zullen we wegvegen.

Wij zullen het kind leren, en staven
inzetbaar naar omstandigheden.

Wij zijn niet voor geweld, in elk huis
twee pistolen en drie geweren.
De hamburgers rollen over de snelweg.

Wat wil deze schrale man van Cuba?
Zolang wij hier zijn krijgt hij zijn trekken thuis.

Wij trekken aan het touw van de Amerikaanse klok.
Het is hier goed toeven. Vroeger eenmaal, nu drie
keer naar de plee. Door het vele eten.
Wat wil deze schrale man van Cuba?

Wij nemen geen genoegen met confectie.
In maatpakken, in fel gekleurde blouses
liggen wij buikdik in hangmatten.

Deze blinde horde provocateurs
en kindonvriendelijke profiteurs
graaien in kinderzielen, hun hersens
in gleuven, waarin buitenlandse valuta's passen.

"Welkom" staat op de Amerikaanse reclameborden.

Wat wil toch die schrale man van Cuba?

Opheffing van de wereldwijde economische boycot;
uitgeroepen door Big Brother.
En het kind naar huis.

Dat wil de schrale man van Cuba!