Na het 30ste Congres van de Franse Communistische Partij

"Deze partij is niet communistisch meer, ik stap op"

Door Christophe Goudelin (*)

Met de teksten die ze bij het einde van haar 30ste Congres heeft aangenomen, is de Franse Communistische Partij meteen een doorslagje van de Socialistische Partij geworden. Het verraad aan de communistische principes was al vergevorderd sinds haar deelname aan de regering-Jospin. "Ondermijning, verraad!", "Niet jospineren maar vechten!" riepen communisten bij de ingang van het congres. Net voor ze de deur letterlijk en figuurlijk dichtgooiden.

"Ik wilde geen kandidaat meer zijn voor de Nationale Raad", verklaart Rolande Perlican nadrukkelijk. Perlican is lid van het uittredend Nationaal Comité (het Centraal Comité) van de PCF. "Ik ben en blijf communist. De partij is dat niet meer, dus stap ik op. Onze doelstelling is immers de uitbouw van een revolutionaire organisatie in Frankrijk."

Het 30ste congres betekende inderdaad de feitelijke opheffing van de PCF en de oprichting van een nieuwe reformistische formatie. De leiding wil de partij in de toekomst een sociaal-democratische rol laten spelen, om de arbeiders in te kapselen, te bedriegen en te misleiden. De verantwoordelijken van de hervormde PCF gaan verder met hun beleid van herstructurering (zij spreken van "overstijgen") van het kapitalisme, van aanknopen bij het kapitalistische, supranationale Europa, van deelname aan de regering - en sociale steun zoeken voor reactionaire hervormingen.

De gevolgen van deze veranderingen zijn dramatisch: ledenverlies, electorale verzwakking, afhankelijkheid van de Socialistische Partij en de regering en een krant - L'Humanité - die elke revolutionaire klasseninhoud heeft verloren.

Hoe staat het vandaag met de PCF? Rolande Perlican vindt dat het "niet overdreven is te spreken van een ineenstorting. De partij staat steeds zwakker in de bedrijven, waar de mensen met de zwaarste moeilijkheden geconfronteerd worden. Bijna 80 procent van de huidige partijleden heeft niet deelgenomen aan de raadplegingen die het Nationaal Comité had georganiseerd. En de voorbereiding van dit 30ste congres door de cellen en afdelingen was extreem beperkt. Enorm veel communisten deden ook niet mee aan de verkiezingen. Sinds het congres willen duizenden communisten de partij verlaten. Ze herkennen zich niet in die nieuwe partij die men tijdens dit 30e congres heeft opgericht."

Van 600.000 naar 200.000 leden
In 1976 had de PCF 600.000 leden. Drie jaar geleden waren dat er nog 260.000. Vandaag blijven er 200.000 over. In 1989 telde de PCF 27.000 cellen, waaronder 9.000 bedrijfscellen, die ingeplant waren in fabrieken, diensten, onderwijs- of onderzoeksinstellingen en winkelcentra. Op het 29ste congres in 1997 bleven er nog 900 bedrijfscellen over die sindsdien verdwenen zijn als sneeuw voor de zon. Na het 30ste congres worden de bedrijfscellen en -afdelingen hoe dan ook afgeschaft.

Binnen de jongerenorganisatie is er eenzelfde uittocht van leden aan de gang. In 1989 telde de Beweging van Communistische Jongeren 68.000 leden die georganiseerd waren in kringen in lycea, wijken, centra voor achtergestelde jongeren en faculteiten. De studenten waren georganiseerd binnen de Bond van Communistische Studenten. De kringen werden vervangen door "netwerken"... met nog enkele honderden leden.
Qua sociale samenstelling vertegenwoordigt de PCF niet meer de arbeidersklasse. In 1979 was 46,5 procent van de PCF-leden arbeider, beduidend meer dan de 36,4 procent arbeiders in de maatschappij. Maar in 1991 was nog maar 31 procent van de partijleden arbeider. De vertegenwoordiging vanuit vrije beroepen en de hogere kaders is anderzijds meer dan verdubbeld. In twintig jaar steeg hun percentage binnen de PCF van 4,9 naar 11,3 procent.

Tussen 1977 en 1989 raakte de PCF eenderde van zijn burgemeesterssjerpen kwijt (van 1.432 naar 976). Dat cijfer daalde nog na de verkiezingen van 1995. Het aantal gemeenten van meer dan 100.000 inwoners met een communistische burgemeester daalde van zeven in 1977 tot één in 1995.

Het dagblad L'Humanité heeft een oplage van zowat 50.000 exemplaren, L'Humanité du Week-End (L'Huma Dimanche werd stopgezet) 85.000. In 1989 was dat respectievelijk nog 109.000 exemplaren (met verschillende regionale edities) en 170.000 exemplaren.

Toppunt van de ontaarding was de deelname van de PCF aan een veroveringsoorlog (Joegoslavië) aan de zijde van de imperialisten. De PCF speelt enkel nog een rol als reformistisch onderpand voor een oorlogspolitiek.

(*) De auteur schrijft uit naam van de Coordination communiste pour la continuité révolutionnaire et la renaissance léniniste du PCF.