Polderspelletjes, de knikkers en het draagvlak

Door Jan Cleton

De afgelopen tijd werd politiek Nederland in belangrijke mate beheerst door de verdeling van de miljardenmeevallers. Er waren knikkers te verdelen. Moesten ze verdeeld worden, op waarlijk democratische wijze of was het een spel waar de zogenaamd democratische krachten niet onderuit konden na alle voorgaande voorgespiegelde bezuinigingsbeloften, zoals 'inleveren voor werk'?

Echte oppositie is in het parlement niet meer te vinden, maar daar raken we ondertussen wel aan gewend. Het kapitalistische spelletje, in het belang van de bezitters van de productiemiddelen en het financierskapitaal ging gewoon door.

De consensusfunctie van de SER
Klassentegenstellingen worden in eerste instantie binnen de Sociaal Economische Raad (SER) vakkundig weggemasseerd. De samenwerking van werkgevers, werknemers en overheid wordt daar op 'centraal niveau' uitgewerkt tot voorstellen die daarna aan de volksvertegenwoordiging ter beoordeling aangeboden worden. Op die weg naar het parlement wordt ook nog eens stevig lobbywerk verricht. Wat dat inhoudt blijft voor de massa verborgen, alhoewel het een dagelijkse gang van zaken is. Deze zaken kunnen het daglicht niet verdragen en spelen zich af in luxe achterkamertjes. Het is inherent aan de onrechtvaardigheid van de burgerlijke democratie en steunt de belangen en de macht van kapitaalgroepen. Van het gedraai van, zogenaamd onafhankelijke, politici, krijgen steeds meer mensen 'de balen', ondanks het feit dat het hele gedoe met behulp van de media de stempel democratie meekrijgt.

Het belang van de (hoofdrol)spelers in het burgerlijke spel
Het is net als een spelletje Monopoly, als je eenmaal mee gaat spelen - bijna iedereen heeft dat spel wel eens gespeeld - ben je alleen nog maar bezig met overleven, het veiligstellen van je eigen positie. Een gerenommeerd opvolger van Monopoly - de moeilijkheidsgraad ligt iets hoger - bestaat uit het wereldveroveringsspel RISK. In Nederland is dit spel onder de massa nooit echt aangeslagen, niet omdat het intelligentieniveau zoveel lager ligt dan bijvoorbeeld in de VS, of omdat de gemiddelde Nederlander vredelievender zou zijn, maar omdat Nederland geen echte imperialistische grootmacht meer is.
Nu Nederland echter als gekend meespeler in het Verenigd Europa haar toontje mee wil blijven blazen in het wereldspel, dient zij zich opnieuw en in nog meerdere opzichten, na Maastricht en Amsterdam, te onderwerpen aan de wetten van het laatste stadium van het kapitalisme, het imperialisme. Hetgeen duidelijk tot uitdrukking kwam in de oorlog tegen Joegoslavië.

De Derde Weg
Nederland is in economisch opzicht, met het consensus- of Poldermodel een voorbeeld voor de G7 - de zeven grootste economische machten, waar Nederland geen deel van uitmaakt. Dit model wordt vooral door de (sociaal-)democraten binnen de G7 omarmd, als de 'Derde Weg'. Deze weg is echter ontdaan van alle klassentegenstellingen en propageert het kapitalisme als het enig mogelijke model. Humane oplossingen dienen volgens de Derde Weg-ideologen binnen dit systeem gezocht te worden. Dit model is echter egostisch ten opzichte van andere landen en de Derde Wereld en dus voor 80 procent van de wereldbevolking.

Proletariërs aller landen
In een werkelijke democratie, die meer inhoudt dan een stemverhouding van de helft plus één, wordt ook rekening gehouden met minder draagkrachtigen en andere minderheden. Daar geldt bovendien een eerlijke verdeling, onafhankelijk van mogelijkheden, onafhankelijk van financiële draagkracht of intelligentie, met als inzet de belangen van de meerderheid en niet van de egoïst!

De opvoeding ondertussen
Terwijl het draagvlak in deze richting, menselijk gezien, bijgesteld zou moeten worden, vindt het tegenovergestelde plaats. De jeugd wordt door de commercie in een tegenovergestelde richting gestuurd. Hun cultuur wordt in belangrijke mate bepaald door films waar het bloed en het eigen gewin van afdruipen. Thuis achter de computer is moorden een dagelijkse bezigheid, in zogenaamde actiespellen. Deze spelletjes betreffen, niet toevallig, veelal de strijd tegen Nazi's en de Roden. Deze geweldspiraal, gebracht als strijden voor het goede, stijgt tot steeds grotere hoogte en krijgt vat op de cultuur. De uitwerking van deze cultuur van 'geoorloofd' geweld, de toenemende agressie in de samenleving, daarop heeft de democratie maar één antwoord: toenemende repressie. Repressie die door de verdieners aan geweld, - en dat zijn er naast de wapenindustrie nog veel meer - met behulp van hun lobbyisten en lakeien vooral wordt ingezet tegen de tegenstanders van geweld en vechters voor een betere wereld. Onze jeugd wordt dus verziekt in het belang van het kapitaal. Zo creëert het systeem de verdedigers van hun belangen.

Ach, 't is maar een spelletje
In mijn jeugd baalde ik er van. Al mijn vriendjes waren cowboys, compleet met revolver, of geweer. Ik kreeg een indianenpak, met pijl en boog en de boodschap mee dat ik er niet mee mocht schieten. Tegelijkertijd kreeg ik het verhaal te horen over de vrijheidsstrijd van de indianen. Het mocht wat: Ik was een uitzondering, die ook nog als kind de denkbeelden van mijn ouders moest verdedigen. Dat was toen lang niet altijd makkelijk.
De indianen van nu heten Serviërs. Dezelfde soort leugens gaan nu met praktisch de snelheid van het licht de wereld rond. De huidige jeugd strijdt met technologische hoogstandjes op veilige afstand tegen 'het kwaad'. Sommigen hebben daar niet genoeg aan en worden huurling. Die kant gaan kinderen op die niet op tijd worden bijgestuurd door andere inzichten dan de heersende.

Dat ik een vrij duidelijk beeld heb gekregen van de werkelijke strijd zat, achteraf gezien, toch in dat indianenpak. Ouders bedankt!