Door alle stormen heen

Door Anna Ioannatou

Nu de gemoederen wat bedaard zijn en de golf van commentaar, analyses, gesprekken enz. n.a.v. de verkiezingen van 9 april jl. is weggeëbd, is het een geschikt moment een blik te werpen op enige redenen waarom de Communistische Partij van Griekenland (KKE) alle pogingen tot ontbinding van de communistische beweging over de hele wereld, zoals we die de laatste decennia meegemaakt hebben, heeft kunnen overleven en tot nu toe als een toch redelijk sterke partij zich heeft weten te handhaven. Onderstaande analyse is geen afgeronde verklaring, maar wel een belangrijke om de specifieke Griekse situatie te begrijpen.

Hoe heeft de KKE de overbrugging gemaakt na de 'grote ontbinding' van de jaren '80 met de voor de partij meest kritieke periode van '89 - '91?

Terugkijkend op 50 jaar na-oorlogse geschiedenis zien we, dat de communistische beweging versterkt uit de Tweede Wereldoorlog kwam. Zo'n 50 jaar later zijn er in vele landen alleen nog maar restanten over. En dat in een periode, waarin de aan de communistische beweging ten grondslag liggende theorie van het marxisme, meer dan ooit juist blijkt te zijn. Een grote ogenschijnlijke tegenstelling waarop we hier niet nader kunnen ingaan, maar waar genoeg verklaringen voor zijn.
Waarom kunnen toch nog redelijk veel Grieken zich identificeren met een partij, die duidelijk afstand genomen heeft van elke vorm van opportunisme en daarom nog steeds regelmatig door politieke tegenstanders via de media beschreven wordt als 'orthodox', 'dogmatisch', 'achterhaald', 'verstard', en wat dies meer zij. De identificatie met de KKE is van een ander soort dan die in de andere Europese landen. Griekenland mag dan wel opgenomen zijn in de imperialistische Europese familie, mag daar een rol spelen, meedoen, maar behoort niet tot het gezelschap imperialistische machten met een koloniaal verleden, en dit maakt de algehele instelling van de bevolking al anders.

Wel of niet Europeanen
Misschien is het interessant te vermelden, dat de doorsnee Griek nog altijd over 'Europa' spreekt, alsof hij er niet bij hoort (een reis naar West-Europa is voor de Griek 'naar Europa gaan'). Het land is sinds de oudheid overwegend door grootmachten bezet gebied geweest en de 400-jarige inlijving in het Ottomaanse Rijk heeft ervoor gezorgd, dat de gehele dynamische kapitalistische ontwikkeling, met de vorming van naties die in 'Europa' plaatsvond beginnend in de late Middeleeuwen, aan Griekenland's neus is voorbijgegaan, met alle achterstanden van dien in het economische, sociale en politieke leven. Het betekent ook, dat naast en in tegenstelling tot een cultuur van ondergeschiktheid aan de collaboratie met elke overheerser er zich een heroïsche cultuur van verzet (vrijheid of dood) en streven naar herstel van nationale trots ontwikkelde.
In het Griekse volkslied (geschreven door de dichter D. Solomós, geïnspireerd door de Vrijheidsoorlog tegen Turkije en een schitterend lyrisch gedicht) wordt de vrijheid voorgesteld als een trotse vrouw met een zwaard, die uit de beenderen der Hellenen is gehaald en die zich met geweld een weg baant in het onderdrukte Griekenland. Het is geen overdrijving te zeggen, dat de KKE in deze traditie wortelt.

Historische rol
Sinds de oprichting van de KKE in 1918 (zie "Manifest" 12 en 26 aug. 1999 over de geschiedenis van de partij) is de identificatie van de partij met wat nationaal gevoel genoemd wordt een van de belangrijkste kenmerken geweest. Een uitdrukking, die in het hedendaagse Nederland vermoedelijk ouderwets in de oren klinkt, maar die in Griekenland actueel blijft, want het gevoel van in het bestaan bedreigd te zijn (als land, als taal, als religie, als cultuur) en door grootmachten gekoeieneerd te worden, is echt niet van de baan en dat is niet zo vreemd. Vandaar ook dat nationalistische tendensen (en het 'splendid isolation'-syndroom) zo makkelijk een voedingsbodem vinden met niet zelden arrogante en chauvinistische uitingen en verwijzingen naar de Oudgriekse beschaving, met de regering voorop, begeleid door kerk en (ultra)rechts.
Al eerder heb ik gewezen op psychologische uitbuiting. Er is heel wat voor nodig om de bevolking duidelijk te maken, wat de verantwoordelijkheden zijn van de Griekse leidende klasse door de geschiedenis heen en dat niet alleen die "boze buitenlandse machten" schuld zijn aan de situatie. De dubbele tong en het dubbele gezicht is dan ook een tactiek, waarin Griekse regeringen meer dan andere Europese landen zich heeft moeten specialiseren, omdat hun eigenlijke politiek niet te verkopen is bij een bevolking, die bij tijd en wijle in de geschiedenis blijk heeft gegeven zich te willen opofferen voor een wel heel ander beleid. Zo heeft de positie van het land met een bourgeoisie, die "op buitenlandse krukken zich strompelend voortbeweegt" (geliefde uitdrukking in communistische kringen) de KKE altijd een sterk argument verschaft, afgezien van de sociale en politieke strijd tegen het (in Griekenland relatief jonge en matig ontwikkelde) kapitalisme.
Het is de enige politieke partij in het land, die om de kwestie "nationale bevrijding" heen de bevolking herhaaldelijk om zich heen heeft weten te krijgen. Dit gebeurde in heel sterke mate tijdens de Duitse bezetting (zo'n 80 procent van de bevolking, via de EAM, het Nationale Bevrijdings Front).
Dit historische feit moet serieus in aanmerking genomen worden, als je wilt verklaren, waarom de KKE zo'n hardnekkige aanwezigheid is gebleven in het Griekse politieke leven.
De massale verzetsmacht, die de partij was in de Tweede Wereldoorlog, heeft een erfenis nagelaten, waaruit zij in de volgende jaren van uitroeiingspogingen en van alle daaropvolgende opportunistische ontbindingspogingen heeft kunnen putten. De ruggegraat was er, en nog een stevige ook. Bijna een heel volk had in de jaren na de Burgeroorlog (1947-49) wel een hetzij geëxecuteerd familielid, hetzij in de gevangenis, in een verbanningsoord of in Oost-Europa. Deze erfenis verwatert uiteraard met elke volgende generatie, maar blijft nog lang doorwerken, zij het ook als weerkaatsing, en vormt zeker ook een verklaring, waarom de KKE door veel meer mensen dan op de partij stemmen sympathiek bejegend worden.

Polytechnion en Joegoslavië
De tweede keer, maar in mindere mate, dat de KKE (natuurlijk nog illegaal) een belangrijk stuk verzet om zich heen kon groeperen, was tijdens de militaire dictatuur ('67-'74) als enige drager van 'nationale trots'. Dit werd heel duidelijk in de Polytechnion-opstand van november 1973, die na de val van de dictatuur de inmiddels legaal geworden KKE en de ook inmiddels legaal geworden en in 1968 opgerichte jeugdorganisatie NE heel wat nieuwe leden opleverde. De derde keer, dat de KKE weer het middelpunt kon worden van de volksverontwaardiging, was tijdens de oorlog tegen Joegoslavië. Natuurlijk moet men de verhoudingen in aanmerking nemen in elk tijdsbestek. Een nieuw EAM is er zeker nog niet, ondanks alle pogingen tot opbouw van een breed maatschappelijk front.
De KKE is in de jaren van de grote ontbinding niet opgeheven, er hoefde geen nieuwe partij opgericht te worden, de partij heeft hardnekkig geweigerd van titel te veranderen of de hamer en sikkel als symbool te schrappen. Ook het 'Proletariërs aller landen verenigt U', staat nog op de partijkrant.
Na de intense pogingen van het opportunisme de partij van binnenuit te eroderen en tenslotte te ontbinden, gevolgd door de splitsing van 1991, hebben de Griekse communisten, met behulp van een "uit beton bestaande" ruggegraat (uitdrukking in een burgerlijke krant) zich weten op te werken uit de diepste crisis van hun geschiedenis en zich een solide plaats weten te verschaffen in de Griekse samenleving.