Aanhoudend embargo doodt elke dag 250 Irakezen

Kofi Anan: wij krijgen de schuld

Door Luk Brusselaers en Bert De Belder

"We zijn een hele samenleving aan het vernietigen. Zo eenvoudig is dat - en tegelijk zo afgrijselijk." Dat zegt Denis Halliday, voormalig coördinator van de humanitaire hulp van de Verenigde Naties aan Irak. Er gaan steeds meer stemmen op om de sancties te beëindigen.

In augustus is het tien jaar geleden dat de VN-Veiligheidsraad sancties uitvaardigde tegen Irak. Irak was buurland Koeweit binnengetrokken vanwege een olieruzie. De daaropvolgende Golfoorlog duurt nog altijd voort. Regelmatige bombardementen door Amerikanen en de Britten en een totale economische blokkade kosten elke dag zo'n 250 Irakezen het leven.

Uit protest tegen de sancties nam de Duitser Hans von Sponeck op 31 maart ontslag als coördinator van de humanitaire hulp van de Verenigde Naties aan Irak. Zijn voorganger, de Ier Denis Halliday, was in 1998 om dezelfde reden opgestapt. Zij kennen de gevolgen van de sancties uit eerste hand. Von Sponeck: "De Iraakse bevolking wordt alles ontzegd wat andere volkeren wel hebben: waardigheid, recht op een degelijk leven, recht op werk, recht op onderdak, recht op medische zorg en vooral recht op onderwijs." (1)

Verzet tegen de sancties

Halliday en von Sponeck zetten zich nu in voor het stopzetten van de sancties. Ook Jutta Burghardt, directrice van het VN-Wereldvoedselprogramma in Irak, hield het voor gezien: "Irak kent een echte humanitaire tragedie. Geen enkel redelijk denkend mens die de impact van de sancties op de bevolking kent, kan ontkennen dat von Sponeck gelijk heeft."

Waarom wil het imperialisme Irak breken? Waarom al tien jaar lang bombardementen, een militaire invasie (de Golfoorlog van januari-februari 1991), wapeninspecties en economische sancties? Omdat Irak rijk is aan olie en die rijkdom wil gebruiken voor de bevolking, en niet voor buitenlandse multinationals. Omdat Irak, met zijn sterk economisch en militair potentieel, het enige land in het Midden-Oosten was dat de overheersing van het imperialisme in vraag kon stellen. Omdat Irak, met zijn onafhankelijke opstelling, een doorn in het oog is van de VS en van hun reactionaire bondgenoten in de Arabische wereld, een gevaarlijk voorbeeld voor de Arabische volkeren en voor heel de Derde Wereld.

Maar Irak kraakte niet onder de bommen en de sancties. Overal gaan stemmen op om het embargo te beëindigen. In de VN-Veiligheidsraad stemmen alleen de VS en Groot-Brittannië nog voor de handhaving van de sancties. China, Frankrijk en Rusland onthouden zich. Die laatste twee willen zelf toegang krijgen tot de Iraakse olierijkdom. Frankrijk heeft een optie op Iraakse olieconcessies, Total tekende een miljardencontract met Irak.

VS-president Clinton dikte onlangs het 'gevaar' dat de Iraakse leider Saddam Hoessein zou vormen, nog eens flink aan. Maar VN-secretaris Kofi Annan zei onlangs: "Wij dreigen de propagandaoorlog met betrekking tot de sancties tegen Irak te verliezen, als wij hem al niet verloren hebben. Het gaat over de vraag wie de verantwoordelijkheid draagt voor de huidige situatie in Irak, Saddam Hoessein of de VN."(2) En hij voegde eraan toe: "De Verenigde Naties hebben altijd aan de zijde van de zwakkeren en de noodlijdenden gestaan. Nu worden wij ervan beschuldigd de oorzaak te zijn van het lijden van een volledige bevolking!"

In april 1998 schreef Unicef: "Vergeleken met studies uit 1989, in de periode vóór de sancties, sterven nu 90.000 Iraakse burgers méér per jaar." Dat is per dag bijna 250 doden door de sancties.

In januari trok een Noord-Amerikaanse solidariteitsmissie naar Irak. Op 3 april doorbrak een Italiaans vliegtuig, met aan boord een zakenman, een Europarlementslid en een journalist uit Italië, een Franse katholieke priester en de Franse filmmaker Jean-Marie Benjamin het embargo. Zij vlogen via het Syrische luchtruim naar Bagdad, zonder toestemming van de VN.

1. Le Soir, 30 maart 2000.
2. Rapport voor de VN-Veiligheidsraad, 24 maart 2000.

Vlieg zelf naar Irak

SOS Kinderen Irak (Nederland) organiseert samen met Geneeskunde voor de Derde Wereld (België) van 10 tot 20 september een reis naar Irak, in samenwerking met de Europese Vereniging voor Vrede en Solidariteit met het Iraakse Volk. Om de volle omvang van de humanitaire tragedie te begrijpen, bezoeken de deelnemers een schuilkelder, een hospitaal, een melkpoederfabriek en een gehandicaptencentrum waar slachtoffers van verarmd uranium worden verzorgd. Nog meer inzicht leveren gesprekken op het ministerie van Volksgezondheid en van Opvoeding en met verantwoordelijken van Unicef of het Rode Kruis. Natuurlijk maakt u ook kennis met de rijke cultuur in de historische steden Bagdad, Babylon en Najaf. Een bezoek aan een school en contacten met jongeren- en vrouwenorganisaties maken duidelijk hoe ook de cultuur te lijden heeft onder het embargo. (zie ook oproep tot deelname)