De grenzeloze expansie van de NAVO

Van de redactie buitenland

Na de val van het socialisme in Oost-Europa hebben de Verenigde Staten een reeks militaire en economische akkoorden afgesloten en organisaties opgericht met het oog op de controle van Centraal-Europa en de Kaukasus. Nauwelijks twee maanden na de 'overwinning' van de NAVO in Kosovo, vielen Tsjetsjeense rebellen buurrepubliek Dagestan binnen. Moskou reageerde. De tweede Tsjetsjeense oorlog was begonnen. Zonder veel mededogen van beide kanten.

De Verenigde Staten doen of ze er allemaal niks mee te maken hebben en beperken zich tot waarschuwingen aan het adres van Moskou. En onze pers? Die klaagt - terecht trouwens - de brutaliteiten van de Russische troepen aan. Maar stelt dan weer de islamitische milities voor als doetjes, onschuldige slachtoffers. Daarmee blijven twee essentiële kenmerken van deze oorlog verborgen:

  1. De Verenigde Staten zijn hoofdrolspelers, weliswaar achter de coulissen. 2. De islamitische milities zijn allesbehalve onschuldig, noch wat betreft hun methodes, noch in hun doelstellingen. Ze beschikken over zeer modern wapentuig dat ze krijgen van de traditionele agenten van de VS: Saoedi-Arabië, Jordanië, Turkije en Koeweit.
De Amerikaanse inlichtingendienst CIA voert, onder meer via Radio Free Europe en Radio Liberty in Centraal- en Oost-Europa, een propagandaslag voor de islamitische milities: "De Tsjetsjenen voeren een echte bevrijdingsstrijd", heet het.(1)

Door deze conflicten aan te wakkeren, bereidt het Westen de afscheiding van de Kaukasus van Rusland voor. Vandaag wordt het militaire werk opgeknapt door de Tsjetsjeense rebellen. Intussen bouwt de NAVO zijn netwerken uit op Tsjetsjeens grondgebied. Overal waar mogelijk worden in en rond de Kaukasus militaire samenwerkingsverbanden opgezet. De multinationals azen op de enorme bodemrijkdommen, de olie en het gas rond de Kaspische Zee en in Centraal-Azië (zie foto). De verzwakking van Rusland dient dat doel. 1. Paul Goble, directeur communicatie, voor de commissie Internationale Betrekkingen van de Amerikaanse senaat, Washington, 4 november 1999. Opmars naar het Oosten Lidstaten van de NAVO in Oost-Europa Van de redactie buitenland Sinds begin 1999 zijn Hongarije, Polen en Tsjechië lid van de NAVO. Daarnaast is met de meeste landen van de vroegere Sovjet-Unie en van Oost-Europa een 'partnerschap voor de vrede' afgesloten. De oorlog tegen Joegoslavië was de eerste veroveringsoorlog van de NAVO. Joegoslavië weigerde zich te onderwerpen aan het Westen. Daarom stookten Duitsland en de Verenigde Staten de nationalistische organisaties op met als doel Joegoslavië uit elkaar te laten spatten. Eerst kwam Bosnië aan de beurt en daarna Kosovo. Een deel van Joegoslavië is nu bezet door NAVO-troepen. Turkije als plaatselijke politie Turkije wordt hoe langer hoe meer de plaatselijke politie-agent die drie regio's van cruciaal belang moet controleren: het Midden-Oosten, de Kaukasus en Centraal-Azië. "Het is goed mogelijk dat Turkije de komende vijftig jaar de belangrijkste bondgenoot van de NAVO is," schreef The Washington Times (9 januari 1998). Het Bulletin van de Generale Bank schreef in juni 1999: "Een rapport van het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken wijst erop dat Turkije voor de Verenigde Staten tot de tien belangrijkste landen ter wereld hoort. Turkije is de buur van Rusland en Oekraine, van Irak, Iran, Syrië en het kruitvat Kaukasus. Turkije is een essentiële basis voor de NAVO-vliegtuigen die boven Irak opereren." Dagestan en Tsjetsjenië In augustus 1999 vielen 2.000 huurlingen onder leiding van de Tsjetsjeense rebellenleiders Basajev en Chatab deze Russische republiek binnen. Ze rukten op naar de hoofdstad Machatsjkala en verklaarden dat ze de Russen uit heel de Kaukasus zouden verjagen. Ze riepen de islamitische republiek uit en joegen tienduizenden mensen op de vlucht. Deze terroristen krijgen steun van bondgenoten van de VS zoals Jordanië en Saoedi-Arabië. Ze zijn opvallend professioneel opgeleid en bewapend. Ze hebben Stinger-raketten die de CIA ook leverde in de Afghaanse oorlog tegen de Sovjet-troepen. Deze inval en de aanslagen in Rusland, leidden tot de tegenaanval van Rusland in Tsjetsjenië. Daarbij gaat het Russische leger al even wreed tekeer als de Tsjetsjeense rebellen. Oekraine wordt trouwe NAVO-bondgenoot In 1997 hield een tiental NAVO-landen in de Zwarte Zee vlootmanoeuvres. De manoeuvres waren een oefening tegen 'het rode land' waarmee zonder enige twijfel Rusland bedoeld werd. In februari pleegde de pas verkozen Oekrainse president Koetsjma, die erg pro-westers gericht is, een staatsgreep tegen het parlement. Parlementsvoorzitter Tkatsjenko, tegenstander van toetreding tot de NAVO en voorstander van samenwerking met Rusland, werd afgezet. Tegelijk besliste Koetsjma in juni opnieuw NAVO-vlootmanoeuvres te houden in de Zwarte Zee. GUUAM kiest voor de NAVO GUUAM is een economisch en militair bondgenootschap binnen het kader van het NAVO-programma Partnership voor de Vrede. Lidstaten van GUUAM zijn Georgië, Oekraine, Oezbekistan, Azerbaidjan en Moldavië. Ze hebben een gezamenlijk bataljon voor 'vredesoperaties' opgericht. De twee sleutellanden zijn Georgië en Azerbaidjan. Georgië De NAVO organiseert in Georgië militaire oefeningen in de zone van de petroleumhavens. Via Georgië worden de Tsjetsjeense rebellen bevoorraad met wapens. In 1998 stuurde NAVO-lid Turkije voor twee miljoen dollar militair materiaal naar Georgië en het leidt er de militaire kaders op. Azerbaidjan Het Turks sprekende en petroleumrijke Azerbaidjan heeft een speciale band met Turkije. Ankara leidt de omvorming van het leger van Azerbaidjan. De meeste officieren krijgen hun opleiding in Turkse kazernes. Verzet van Wit-Rusland, Kirgizie en Armenië Drie landen verzetten zich fel tegen het oprukken van de NAVO. Wit-Rusland noemde de bombardementen op Joegoslavië "fascistisch". Het heeft een staatkundig verbond met Rusland afgesloten. Het heeft voorgesteld opnieuw kernraketten op te stellen en zijn luchtmacht te integreren in de Russische. In Kirgizië heeft de Communistische Partij in februari de verkiezingen gewonnen. Naar het voorbeeld van Wit-Rusland wil Kirgizië aansluiten bij Rusland. Armenië wil een bondgenootschap met Rusland in het conflict met Azerbaidjan over Nagorno-Karabach. In november 1999 vermoordde een groep terroristen in het parlement verschillende voorstanders van toenadering tot Rusland, onder wie de leider van de Communistische Partij, Demirtsjian. Wie is de volgende? Irak, Joegoslavië, de olierijke landen van de Kaukasus, Algerije, Congo, Colombia, Cuba, Noord-Korea, Rusland, China... Wat hebben al deze landen gemeen? De oorlog. Of de oorlogsdreiging in een min of meer nabije toekomst. Al deze landen zijn het mikpunt van de Verenigde Staten en de NAVO. Want ze zijn rijk aan grondstoffen of willen hun onafhankelijkheid. Of allebei. De oorlogen die bezig zijn en die op het programma staan, zijn een onderdeel van een globaal strategisch plan. De economische wetten dwingen de multinationals steeds nieuwe rijkdommen en strategische regio's te veroveren. Daarvoor dient de NAVO. Als we de Verenigde Staten en de NAVO hun gang laten gaan, dan wacht de wereld een catastrofe. De dreiging die van de VS en de NAVO uitgaat is mondiaal. De weerstand moet ook mondiaal zijn. Je hoort in Joegoslavië deze bedenking: "Toen Irak gebombardeerd werd, dachten wij, dat is vreselijk, maar wat kunnen we doen? En we hebben niet genoeg gedaan. Vandaag zijn wij aan de beurt. De volkeren en landen die bedreigd zijn, moeten elkaar steunen!" Er moet een wereldfront voor de vrede komen. Iedere aanval tegen één volk moet gezien worden als een aanval tegen alle volkeren. De concrete solidariteit moet versterkt worden. Vanaf nu! Laten we daarover discussiëren. Alle ideeën en voorstellen om de solidariteit te versterken en het wereldfront voor de vrede op te bouwen, zijn welkom.

Duitsers beschermden Tsjetsjeense rebellenleider

De Russische veiligheidsdienst arresteerde op 13 maart de Tsjetsjeense rebellenleider Salman Radoejev. Hij leidde in januari 1996 de bloedige overval op het Dagestaanse ziekenhuis van Kisljar. Later vertelde hij aan een Canadese krant: "De aanslagen zullen verder gaan in heel Rusland. Het Russische volk moet boeten voor de politiek van de Russische regering. Ik zal een machtig leger oprichten van vijfduizend man. Het zal de Kaukasus bevrijden. Toen ik gewond werd, ben ik lange tijd in Duitsland geweest om te herstellen. Denk je dat de Duitse geheime dienst niets afwist van mijn aanwezigheid? Natuurlijk wel. Ik heb er zelfs een interview gegeven aan journalisten. Klaarblijkelijk beschermden ze mij en spaarden mij om later verder te vechten tegen Rusland." (Za SSSR, 12/1999)

Amerikaanse radiozender op Tsjetsjeens grondgebied

Eind januari arresteerden Russische soldaten de journalist Andrej Babitski. Hij had een document van de Tsjetsjeense minister van Informatie Oedoegov, die de rebellen opdracht gaf de journalist te beschermen. In ruil voor enkele Russische gevangenen kwam de man vrij. Korte tijd later werd hij opnieuw aangehouden in Dagestan. Het Russische leger liet hem opnieuw gaan, na aandringen van de Amerikaanse minister Madeleine Albright en... de Russische ad-interim president Poetin.

Babitski werkt voor de zender Radio Free Europe die in Tsjetsjenië propaganda maakt voor de opstandelingen. Die zender wordt gefinancierd door het Amerikaanse Congres en geleid door de CIA. Het Russische blad Argumenti i Fakti schrijft: "De Amerikanen hebben er belang bij in de onderbuik van Rusland het Tsjetsjeense kruitvat constant te laten smeulen. En daar is Radio Free Europe nu al zes jaar mee bezig." (Argumenti i Fakti, 2 februari 2000)

Monopoly

Met documenten zwart op wit ontmaskert Michel Collon in dit boek de medialeugens van de NAVO, de NAVO-strategie en de voorbereidingen voor komende oorlogen. Onmisbaar voor wie wil opkomen voor de vrede. Het boek verschijnt in september 2000. Intekenen bij de NCPN. Michel maakt vanaf eind maart, samen met het comité 'NAVO NEE', een toernee langs diverse steden in Nederland, na Amsterdam volgt op 1 juli Den Haag (zie apart kader).