Recordwinst Shell

Wanneer doet u uw auto weg?

Door Wil van der Klift

De prijs van benzine en diesel blijft stijgen, ondanks een enkel tussentijds dalinkje van een paar centen. Shell vindt dat vooral een zaak van de overheid en zegt weinig winst te maken aan de pomp. Uiteraard is de belasting op brandstof schandalig hoog. Voor de overheid, die niet weet waar ze de meevallers moet laten, is de brandstofbelasting een ware goudmijn. Shell zegt dat de recordwinst van 3,2 miljard dollar (nettoresultaat steeg 65%!) vooral het resultaat is van de hogere aardolieprijzen. Elke dollar extra per vat levert Shell een winst van 400 miljoen dollar op. Maar de recordwinst is mede behaald door vlijmscherp snoeien.

De stijgende vraag naar benzine in de Verenigde Staten en de dure dollar verklaren wel de recente prijsstijging maar niet waarom we rond ƒ 2,60 betalen voor een liter loodvrije superbenzine. Een arbeider betaalt voor een liter benzine trouwens evenveel belasting als een miljardair. Net als alle belastingen op consumptiegoederen vormen de benzinebelastingen een mooi voorbeeld van fiscale onrechtvaardigheid. Iedereen betaalt evenveel, ongeacht je inkomen. Hoe ziet de samenstelling van die prijs eruit? Zo'n ƒ 1,50 gaat naar de staat, amper 40 cent naar de petroleumproducerende landen en 70 cent naar transport, raffinage, opslag -waar petroleummaatschappijen telkens winst op maken- en naar de verdelers. U betaalt dus zoveel vanwege de hoge belasting op de olieproducten en niet omdat de ingevoerde olie zo duur zou zijn.

Omgerekend kregen de olieproducerende landen voor een vat olie eind 1999 slechts half zoveel als in 1974 (4,82 dollar tegenover 9,82 dollar in 1974) (1). Trouwens, de prijs voor een vat olie die 30 dollar bedroeg in maart, ligt vandaag op 23 dollar. Experts zeggen dat de petroleumprijs zich de komende maanden rond de 20 dollar zou moeten stabiliseren. Die prijs ligt hoe dan ook veel te laag. In de OPEC-landen bedroeg het bruto nationaal product (BNP) per inwoner 1.930 dollar in 1997 tegen 36.716 dollar in Japan. Vergeleken met 1990 kregen die landen in 1997 17 procent minder voor een liter aardolie terwijl ze 12 procent meer moesten betalen voor grondstoffen die ze moeten invoeren.

Die landen zijn er economisch op achteruitgegaan de laatste jaren. In de aardolieproducerende landen leven de eerste slachtoffers van de winsthonger van de oliereuzen. De bevolkingen van deze landen hebben te maken met oorlog(sdreiging), honger en ziekten. Een kleine groep machthebbers behoort tot de rijksten ter wereld.

Regering en oppositie in eigen land twisten slechts over de vraag wat de regering met de inkomsten uit de BTW moet doen? Het resultaat is in ieder geval niet dat de prijs aan de pomp zakt of dat er een beter en goedkoper openbaar vervoer wordt gerealiseerd. Geen enkele politicus ligt er wakker van dat u en ik binnenkort de auto weg moeten doen. Het tweede slachtoffer van de winsthonger is dus de bevolking in ons land die aangewezen is op een auto of goedkoop, bereikbaar en betaalbaar openbaar vervoer. Zij betalen veel te veel om zich over langere afstanden te kunnen verplaatsen. De enige sociale maatregel die hier zou passen, is een drastische verlaging van BTW- en accijnstarieven. Ook hier zijn er weer een paar lieden die de dikke winsten opstrijken: de grootaandeelhouders van Shell, die zichzelf beloonden met een koersstijging van drie procent. Het ligt voor de hand om bij deze grote poenscheppers langs te gaan om het geld voor verlaging van BTW en belasting te halen. Maar daar is in ons land, onder de gegeven politieke verhoudingen geen denken aan. Intussen zullen de prijzen aan de pomp nog verder blijven stijgen. Door winsthonger gedreven wil men bij Shell het rendement op geïnvesteerd vermogen verhogen tot 14 procent (bij een olieprijs van $ 14). Dat is nog niet gelukt. Dus zullen de pompprijzen zeker nog niet gaan zakken.

Er zit echter nog een addertje onder het gras. Veel minder prominent kwam in het nieuws dat de recordwinst van Shell ook het gevolg is van het vlijmscherpe snoeimes dat Shell hanteert. Net als DSM en veel andere grote winstpakkers is er bij Shell sprake van een zeer omvangrijke inkrimping van het personeel. Men wil de (arbeids)kosten structureel vier miljard dollar lager maken. Het concern heeft inmiddels driekwart van de geplande bezuigingen binnen, terwijl pas de helft van de afgesproken tijd is verstreken. Met dit soort cijfers krijg je de beleggers pas echt enthousiast.(2) De werknemers die overal massaal de laan worden uitgestuurd zijn de derde groep slachtoffers.

  1. Le Monde Diplomatique, maart 2000
  2. Het Financieele Dagblad 4-8-2000