Goede tijden, slechte tijden, goede tijden... (4b)

Multiculturaliteit en eenheid arbeidersklasse

Door Rinze Visser

De communistische gelederen zijn de afgelopen jaren behoorlijk uitgedund. Deze zin zou ook uitgelegd kunnen worden als een uiting van pessimisme, wat door de anti-communist uiteraard als zeer positief zou worden ervaren. Maar het is wel gewoon de constatering van een feit. Dit feit echter - de afgenomen macht en de daarvan afgeleide getaande invloed van het communisme - zorgt voor nieuwe feiten. Eén daarvan - en zeker niet de onbelangrijkste - is de toename van verplaatsing van mensen.

Uiteraard worden deze belangrijke zaken niet meegenomen in de debatten over integratie en de multiculturele samenleving zoals die de laatste tijd plaatsvinden. Deze debatten komen niet boven het kapitalistisch burgerlijk niveau uit. De verschillende standpunten die daarin worden ingenomen gaan in de grond van de zaak alle uit van de belangen voor de Nederlandse en Euro-economie, dus die van de kapitaalbezitters. De VVD gaat daarin, bij monde van Dijkstal, het verst: afschaffen van inkomensafhankelijke regelingen zoals o.a. huursubsidie, ontkoppeling van lonen en uitkeringen enzovoort. Dus, verdere afbraak van de verworvenheden van de arbeidersklasse zal de integratie en deelname van etnische minderheden aan het arbeidsproces bevorderen...

Maar ook de zogenaamde verdedigers van de etnische minderheden spreken in het belang van het kapitaal, zoals zij dat zien. Zij zien de zogenoemde vergrijzing van de bevolking en de daardoor toenemende spanning op de arbeidsmarkt, als een belangrijk argument voor een ruimhartiger toelatingsbeleid. Wat tot voor kort nog voor onmogelijk en onetisch werd gehouden gebeurt nu: kapitalen worden er uitgegeven aan wetenschappelijk speurwerk naar geschiktheden en vaardigheden zoals die in de genen van verschillende mensenrassen zouden zijn opgeslagen. Zo zou het in de toekomst mogelijk moeten zijn om - onder het mom van sociale politiek...!! - toelatings- en wegzendbeleid af te stemmen op de wensen van de kapitalisten. Ook zou het gebruikt kunnen worden bij het maken van keuzes als het gaat om overplaatsing van productie naar landen met lage lonen en nauwelijks sociale voorzieningen.

Zo draaien de multicultuur-debaters ook om de hete brij van de getto-vorming heen. Sommigen geven dan wel toe dat de marktgerichte huisvestingspolitiek van de laatste tijd getto-vorming in de hand werkt, maar dat daar nu eenmaal weinig tegen te doen is. Weer anderen zijn van mening dat het afscheid van het sociaal volkshuisvestingsbeleid juist een positieve uitwerking heeft op het ontwikkelen van een multiculturele samenleving, omdat concentratiebuurten van bepaalde etnische minderheidsgroepen daar nu juist een positieve bijdrage aan leveren. Communisten en de arbeidersbeweging hebben, geredeneerd vanuit een klassenpositie, zeker geen belang bij etnische verdeeldheid van de arbeidersbevolking in naar apartheid neigende buurten.

Het kapitalistische credo van deze tijd is: de economie moet flexibel zijn 'all over the world'. Een mondiale arbeidsdeling op zeer flexibele schaal hoort daarbij. Voortdurende volksverhuizingen, migratie en voor grote groepen een onzeker nomadisch bestaan passen daarin. Het kapitaal en zijn politieke partijen worstelen met dit vraagstuk. Immers, vrijheid van het individu is de ideologische levensvoorwaarde voor verdere ontwikkeling van het kapitalisme. In principe geldt dat ook voor de arbeiders. Het probleem van de bourgeoisie is dat de arbeidersklasse, maar ook mensen met 'vrije beroepen', hoogopgeleide hulpverleners, wetenschappers enz., mondiaal inzetbaar moeten zijn ten behoeve van de wereld-kapitalistenklasse, maar dat mensen deze kapitalistische 'vrijheid' ook nemen op momenten, naar plaatsen, waar het kapitaal ze op dat moment niet nodig heeft en er dus mee in zijn maag zit.

De veronderstelling dat een verscheidenheid van mensen, afkomstig uit verschillende delen van de wereld, binnen een land, alleen al daarom bijdraagt aan versterking - want internationalisering..! - van de arbeidersklasse in dat land, is een onjuiste.

Het door al die verschillende groepen moeten wennen in een voor hen vreemde omgeving, aan de gewoonten - dat geldt andersom niet in het minst óók voor de autochtone bevolking! -, al die verschillende culturele achtergronden, al die verschillende geschiedenissen en ervaringen, de schroom in een land waarvan men hoopt gastvrijheid en asiel te krijgen, dat alles zijn geen zaken die de eenheid van strijd tegen de heersende klasse bevorderen.

Het is niet zomaar dat in de debatten altijd zo de nadruk wordt gelegd op de verschillen en het belang van de eigen cultuur, zowel met positieve als met negatieve bedoelingen. Communisten horen altijd huiverig te zijn als de discussie zich gaat toespitsen op cultuur of ras. Voor communisten heeft werken aan eenheid tegen de klassentegenstander - ongeacht cultuur of afkomst -absolute prioriteit!!

Daarom moeten, om in de sfeer van 'inburgering' te blijven, uit andere landen afkomstige communisten en met het communisme sympathiserenden zo snel mogelijk Nederlands leren. Daaruit volgt ook dat het voor de communisten en de arbeidersbeweging van groot belang is dat arbeiders van elders afkomstig en autochtone Nederlandse arbeiders geen taalkundige belemmeringen ondervinden.

Niet inburgering in gewoonten en taalgebruik die voor de kapitalisten van belang zijn, maar inburgering van die arbeiders in de Nederlandse arbeidersklasse! Zodat nationale en internationale strijd elkaar kunnen versterken!! Geen verdeeldheid, maar eenheid!

Multiculturaliteit in één land is voor communisten geen doelstelling! Multiculturaliteit in één land kan door de wereldpolitieke economische omstandigheden een gegeven zijn. Communisten accepteren dat, maar zijn zich ervan bewust dat het dan méér inspanning vereist om te komen tot eenheid in de strijd van de arbeidersklasse, omdat verdeeldheid dan gemakkelijk kan ontstaan, waar met name fascistische groeperingen handig op inspelen.

Het komen van mensen, van heinde en ver, naar onze streken, kan door de ernst van de wereldsituatie, nooit onderwerp van toejuichingen zijn, maar moet zeker voor communisten onderdeel uitmaken van serieus debat om te komen tot serieuze standpunten, uitgaande van het proletarisch klassenstandpunt en communistisch humanisme.