Kapitalistische logica

Olieprijs op recordhoogte: benzine duurder

Door Wil van der Klift

In tegenstelling tot wat de experts verwachtten bleef de olieprijs niet boven de 20 dollar per vat schommelen, maar steeg tot rond 32 dollar per vat. Goed nieuws voor onder meer Hugo Chavez die daarmee zijn programma voor het volk kan bekostigen. Slecht nieuws voor de portemonnee van de gewone burger.

De prijs steeg vorige week al onmiddellijk met twee cent per liter. En dat wordt aanzienlijk meer bij de huidige stand van de olieprijs, want met elke dollar die een vat olie duurder wordt stijgt de prijs aan de pomp met 1,5 cent per liter. Tel uit je winst. De prijs van een vat olie was in het tweede kwartaal gemiddeld 27 dollar, vorige week donderdag ruim 32 dollar per vat. Een stijging van vijf dollar per vat, die een prijsstijging aan de pomp gaat betekenen van 7,5 cent per liter. De prijs werd afgelopen woensdag al twee cent hoger, die moet dus nog 5,5 cent stijgen. Euro ongelood wordt dan zo'n ƒ 2,65, super gaat ƒ 2,80 kosten en super met loodvervanger zelfs ƒ 2,85 per liter.

Prijzen kunnen zakken

Duurdere olie betekent duurdere benzine, dat lijkt logisch. Niets is echter minder waar. Voor een groot deel veroorzaakt door de hoge olieprijzen, was de winst van Shell in het tweede kwartaal, zoals we vorige keer al meldden, gestegen tot 3,21 miljard dollar, 65 procent meer dan in dezelfde periode vorig jaar. Een stijging van de olieprijs met 1 dollar per vat levert Shell, op jaarbasis, ruwweg 450 miljoen dollar extra op. Als de prijzen zo hoog blijven als nu betekent dat ten opzichte van begin augustus een extra winst van 2,25 miljard dollar. Waarom de prijzen aan de pomp blijven stijgen lijkt dus een raadsel. De reden is echter: alleen om de rendementen op geïnvesteerd vermogen maximaal op te schroeven worden die prijzen toch verhoogd. Dus gewoon diefstal door de grootaandeelhouders.

Maar ook de overheid stopt bij hogere olieprijzen het nodige extra in de zak. Met een literprijs ver boven de rijksdaalder vloeit er 545 miljoen gulden extra in de staatskas. Dat bedrag komt boven de 26 miljard gulden die de overheid toch al binnenhaalt via belastingen en accijnzen op het wegverkeer. Als de olieprijs één dollar stijgt, incasseert de staat 400 miljoen gulden extra aan aardgasbaten. Een prijsstijging van vijf dollar per vat, betekent twee miljard gulden extra per jaar.

Er is dus geen enkele reden om de pompprijzen zo abnormaal hoog te houden. Hoe lang pikken we die uitbuiting nog?