De doodsangst van Washington

Door Ivan Marquez (*)

Tijdens de eerste ontmoeting tussen staats- en regeringsleiders van de G-77 in april jl. in Havanna, werd Hugo Chavez, president van de Bolivariaanse republiek Venezuela, weer eens geconfronteerd met de stelling over een as tussen Havanna, Caracas en het FARC-EP. President Chavez, die niet voor het eerst aangesproken werd over deze samenwerking, zei duidelijk tegen de aanwezige journalisten, dat "de enige samenwerking er een is in het kader van het vredesproces, dat nu in Colombia gaande is."

Tevens waarschuwde de Venezolaanse regeringsleider voor het gevaar van het ontstaan van een nieuw 'Vietnam', dat, door de toenemende militaire bemoeienis van de VS met Colombia, voor geheel Zuid-Amerika levensgroot aanwezig is.

De as tussen Havanna, Caracas en het FARC-EP is in werkelijkheid niets anders dan een verzinsel van het Pentagon, met als oorzaak de groeiende bezorgdheid over de politieke gebeurtenissen in Venezuela en Colombia. De houding tegenover Cuba is niet verwonderlijk. Voor Washington is dit grootste eiland van de Antillen als een steeds aanwezige luis in de pels. De reden van de woede over Cuba is bekend: Het eiland heeft zich nooit willen buigen voor de expansiedrift van de VS en wilde niet de 51ste ster worden op de vlag. Ook meer dan 40 jaar na de zegen van de revolutie houdt Cuba vast aan de keuze voor het socialisme en geeft geen krimp ondanks belegering en economische blokkade.

Het huidige Venezuela staat op dit moment aan het begin van een strijd over de ideeën van de bevrijder Bolivar. Dit, door Hugo Chavez geleide, proces is er een van veel hoop, niet alleen in het land zelf, ook op internationaal niveau. Terwijl de politiek van Chavez in het Witte Huis de alarmklokken laat luiden, begint de hoopvolle dageraad van de Bolivariaanse revolutie in Latijns Amerika te gloren. Venezuela gaat vast en zeker in de toekomst de rol vervullen waarop het recht heeft in de geschiedenis van de bevrijdingsstrijd van het Amerikaanse continent.

Ondertussen staat Colombia midden in deze strijd, gedreven door het Bolivariaans verzet, in een streven naar een nieuw systeem. Ondanks de conflicten bestaan er nog steeds kansen op het verkrijgen van een politieke oplossing, voorzover dat in het belang is van hen, die de staatsmacht met geweld hebben gegrepen. Als allen het willen zal door het gewapende verzet in de toekomst een nieuwe staat opgebouwd worden, die gebaseerd is op democratie, vrede, sociale gerechtigheid, soevereiniteit en de eenheid van Latijns Amerika. Deze perspectieven worden blijkbaar ook door het Pentagon gezien; daarom klinken de eisen steeds luider om de VS-troepen in Colombia te versterken om een overname van de macht door het FARC-EP in de komende jaren te verhinderen. Een dreigend dilemma als in Vietnam weerhoudt de strategen van het Noorden blijkbaar niet van hun plannen. Toen hebben B-52-bommenwerpers dag en nacht iedere vierkante meter van het land gebombardeerd. Ondanks bommen en andere misdaden van de veroveraars bleef de politieke motivatie van de Vietnamezen ongebroken. Ook al landen nu de schepen van de VS-marine op de kusten van ons land, wordt de terreur erger, zoals in het Plan Colombia voorzien, en bespioneren de VS Colombia met AWACS-vliegtuigen en satellieten, om hun raketten te kunnen richten, dan nog zal dat niets wijzigen in de beslissing van een heel volk, dat zich vastbesloten verzet tegen de ongerechtigheid van het neoliberalisme.

Er is één ding, dat het Pentagon goed moet begrijpen: Het Colombiaanse volk zal de vernietigende gevolgen van neoliberale politiek net zomin accepteren als het meedogenloze exploiteren van de bodemschatten en het zal heviger als voorheen strijden voor een nieuwe en definitieve onafhankelijkheid van Colombia. Het Colombiaanse conflict is zeer complex. Het is niet gewoon maar een situatie die beperkt blijft tot militaire confrontatie tussen 30.000 tot 40.000 guerrillastrijders - strijders van Bolivar - en 350.000 reguliere soldaten van de regering, die in hun acties stevig gesteund worden door de Yankees. Wat wij in Colombia zien, is een opstand van het volk in de straten onder leiding van guerrillastrijders, blokkades van landarbeiders, barricades van stakers en het steeds verder doordringen van de oorlog in de stedelijke centra. Daarom is het hoogstwaarschijnlijk, dat het volk door zijn strategie de militaire patstelling in eigen voordeel zal wijzigen.

Bovendien zijn duizenden soldaten, politiemensen en staatsambtenaren het beu een systeem van corrupte en rotte politieke lagen, dat de eigen privileges boven het belang van de natie en het volk stelt, nog te steunen.

Duizenden militairen hebben er genoeg van als doofstomme instrumenten van het staatsparamilitarisme, geleid door de CIA, te dienen. Het zijn veiligheidsmensen en patriotten in staatsdienst, die geloven in sociale verantwoordelijkheid, anti-imperialisme en de idee van een Latijns-Amerikaanse eenheid, waarvoor de bevrijder Simon Bolivar vocht.

Al deze omstandigheden en het daaruit voortvloeiende potentieel en de dynamische krachten zijn een bijdrage aan het, door het Witte Huis zeer gevreesde, losmaken van de boeien. Dat betreft niet alleen Colombia, maar ook Cuba, Venezuela en andere staten. Met andere woorden: Washington is doodsbang voor: Bolivar.

(*) lid van het secretariaat van het FARC-EP.

Bron: Red Resistencia/Colombia: junge Welt, 12 augustus 2000

vert. Toos Plug