Gif van de koopman-dominee

Door Wil van der Klift

De heersende klasse in dit land kent een lange traditie van schijnheiligheid. Voor de Nederlandse elite is hypocrisie een tweede natuur geworden. Het kleingeestige karakter van die houding wordt opgepoetst met veel mooie woorden. Zelfs de kleingeestigheid zèlf heeft nog een aureooltje gekregen, waardoor het lijkt dat miezerigheid nog iets moois heeft. We spreken van koopman-dominee, alsof het ondernemerschap in ons land rechtschapen is. Jammer als de ander daar in trapt, want in werkelijkheid gaat het om wolven in schaapskleren, die hun principeloosheid met (bijbelse) verhalen toedekken.

De Tweede Kamer heeft besloten dat boeren elf milieu-onvriendelijke bestrijdingsmiddelen nog circa zes jaar mogen gebruiken. Bij een hoofdelijke stemming kreeg het wetsvoorstel dat dit regelt, steun van 73 Kamerleden, 72 stemden tegen. Voorstanders waren VVD, CDA, RPF, GPV en SGP. De liberale VVD-ers komen er gewoon uitdagend voor uit. Die zeggen recht voor z'n raap wat hun wet is, en daarmee wat hun principes zijn. Heel eenvoudig: alles is ondergeschikt aan het maken van steeds hogere winsten. Op aandringen van de VVD werd daarom tijdens het reces een spoeddebat gehouden, omdat door het verbod boeren en tuinders financiële schade zouden leiden. D66 was het aanvankelijk met het weer toestaan van de middelen eens, maar het Kamerlid Ter Veer (D66) werd door zijn fractie teruggefloten.

Jarenlang hebben boeren en tuinders de tijd gekregen om op andere gewassen en op andere middelen over te schakelen. Heel wat tuinders zijn zelf ziek geworden van de gebruikte bestrijdingsmiddelen. In het Westland leeft geen vis meer in de sloten. Maar uitzicht op een milieuvriendelijke oplossing is er niet. Nadat de Stichting Natuur en Milieu het beu was en hierover een rechtszaak had aangespannen en gewonnen, verboden minister Pronk (Milieu) en staatssecretaris Faber (Landbouw) het gebruik van de middelen vlak voor de zomer.

Juist bij dit soort principiële kwesties, die de gezondheid van grote delen van de bevolking raken, is het goed om te zien wie uiteindelijk toch voor het geld en tegen de gezondheid van mensen kiezen. Op zo'n moment blijkt het ware karakter van de christelijke politieke partijen. Zij kiezen niet voor een consequente politiek, die het getreuzel bestraft, maar laten de landbouwsector aanmodderen met alle gevolgen voor de gezondheid van mensen en dieren. Een vergelijkbare zaak is het opheffen van de boycot tegen Irak. Daar sterven duizenden mensen nodeloos, vooral kleine kinderen. De burgerbevolking wordt zwaar getroffen, maar weer waren het de zogeheten christelijke partijen, die onder aanvoering van de VVD, lieten zien dat naastenliefde in hun woordenboek niet voorkomt. Zij steunden Van Aartsen in zijn besluit om de boycot voort te zetten, terwijl steeds meer groepen en organisaties in de hele wereld voor de opheffing ervan pleiten.

In de gifkwestie deden PvdA en D66 nog een compromisvoorstel om de middelen vier jaar toe te staan, maar zelfs dit kreeg geen meerderheid. Maar waar waren de vijf niet aanwezige kamerleden? De ondernemers hebben dus weer eens gewonnen met behulp van hun politieke vrienden in de Tweede Kamer. Waarom komen er toch zoveel nieuwe mensen bij - vooral ook kinderen - met ziekten aan hun luchtwegen? Waarom wordt de gezondheidszorg uitgekleed?

De politieke praatjesmakers in de Tweede Kamer zullen beweren dat het allemaal niet zo zwart-wit ligt, dat er meer kanten aan een zaak zitten en dat je nu eenmaal realistisch moet zijn. Maar hùn realisme bestaat uit de keuze vóór het maken van winsten ten koste van de gezondheid van de bevolking. Dat is de weg van de minste weerstand. Laat maar rommelen die boeren en tuinders, we zien wel waar het schip strand. Gezondheid kost inderdaad geld, collectieve voorzieningen ook. Voor dat geld moet je knokken, dat moet je uit de zakken van een kleine groep rijken halen, die echt de touwtjes in handen heeft en dat levert geen glad carriëreperspectief op. Die goedkope keuze is dus wèl fundamenteel onjuist, maar daar praten onze 'ondernemersvertegenwoordigers' liever niet over. Volksvertegenwoordigers? Natuurlijk niet, het gaat om huichelachtige belangenbehartigers, die niet knokken voor de belangen van de meerderheid van de bevolking. Waarom zouden ze ook? Steeds meer mensen gaan niet meer stemmen. Hun 'opdrachtgevers' wel.