Grieks onderwijs als sociale uitsmijtmethode

Door Anna Ioannatou

De nu al drie jaar in Griekenland lopende onderwijshervormingen (in de wereld van het onderwijs "anti-hervormingen" gedoopt) beginnen steeds duidelijker de door de regering beoogde resultaten te krijgen. Vooral na de tragische uitslagen van de overgangsexamens van deze zomer is gebleken hoe de onderwijshervormingen geleid hebben tot een sterk klassenbepaald uitsmijtsysteem van leerlingen uit het lyceum, dus de drie hoogste klassen van het algemeen middelbaar onderwijs (de eerste drie klassen vormen het z.g. gymnasium).

Op grond van de officieel gepubliceerde gegevens blijken zo'n 50.000 leerlingen minder de lyceumopleiding te volgen dan drie jaar geleden, nog voor de hervormingen. De reële uitval is echter veel groter, want veel leerlingen beginnen al niet eens meer aan het lyceum en verlaten de school na het driejarige gymnasium (van de 113.048 leerlingen derde klas openbare gymnasia kwamen er dit jaar maar 81.197 in de eerste klas lyceum terecht).

Voor de hervormingen maakten negen op de tien leerlingen het lyceum af. Nu zijn het er nog maar vijf op de tien!

Dit jaar heeft 18,3 procent van de leerlingen de overgangsexamens van de tweede naar de derde klas lyceum niet gehaald. In de arbeidersbuurten varieert dit percentage van 20 tot 45 procent (!) en in de z.g. "ontwikkelde" wijken van 2 tot 10,4 procent. Op het platteland en in veraf gelegen gebieden lopen de percentages niet-geslaagden op tot driemaal het landelijke gemiddelde.

De uitputtingsslag

Na een examenmarathon van meer dan een maand, die een ware plaag was voor leerlingen, ouders en docenten, wordt in de praktijk bevestigd, wat de onderwijsbeweging al jaren geleden gezegd had; nadat het lyceum tot in hoge mate 'leeggeplukt' is, komt nu het universitair en hoger onderwijs aan de beurt in het klassenbepaalde leerlingenselectiesysteem. Voor het eerst dit jaar hebben de algemene Panhelleense toelatingsexamens (tot het hoger onderwijs) niet meer plaatsgevonden en als toelatingscriterium gelden nu de eindexamencijfers van de derde klas lyceum. En, zoals we hierboven al zagen, komen via het nieuwe overgangsexamensysteem steeds minder leerlingen in die derde klas terecht en zelfs steeds minder in de eerste klas lyceum.

Maar is het dan zo slecht, dat de "knappe koppen van de dommen" gescheiden worden? Zo luidt de vraag toch nog altijd van een aantal ouders. Een blik op de cijfers toont aan, dat de zwaarste klappen daar vallen, waar het minste geld is en de slechtste levensomstandigheden. Om een behoorlijke kans te maken over te gaan en voor zijn/haar eindexamen te slagen, moet een Griekse leerling de z.g. 'Frontistiria' bezoeken. Dat zijn privé-instellingen, waar je onderwijs kunt krijgen in de examenvakken, uiteraard betaald. Tot nu toe, met het oude systeem van toelating tot het hoger onderwijs, begonnen de leerlingen in de tweede of derde klas lyceum met deze privé-voorbereiding, beperkt tot de vier vakken van het door hem/haar gekozen pakket studierichtingen. In het nieuwe systeem begint dit nu eerder, omdat het overgaan van de ene klas naar de andere al veel moeilijker geworden is (niet gewoon meer op grond van rapporten, maar echt een examenperiode voor bijna alle vakken aan het eind van elk schooljaar).

Zieltogend openbaar onderwijs

Het is duidelijk dat Bruintje dit niet kan trekken in de armere bevolkingslagen en voor vele middenlagen is het ook al een zware financiële inspanning voor een gezin. Afgezien nog van het feit, dat de Griekse leerling na de verplichte schoolgang elke dag nog weer eens uren naar een Frontistiria gaat. Dit alles plus huiswerk stelt hoge eisen aan het uithoudingsvermogen. Maar waarom doen ze niet gewoon alles op school? Omdat het kwijnende -om niet te zeggen zieltogende- openbare onderwijssysteem nauwelijks nog onderwijs biedt. Vaak zijn de boeken er niet voor november, december van het nieuwe schooljaar. Er ontbreken leraren voor diverse vakken (alsof er niet duizenden werkloze leraren zijn) en daar komt dan nog bij, dat docenten wel een paar keer per schooljaar staken (soms langdurig) vanwege deze abominabele onderwijstoestanden. Voeg daar nog schoolbezettingen bij door boze leerlingen en er is zowat niets meer over van onderwijs. Ook leerlingen van privé-scholen worden door ouders naar Frontistiria gestuurd, omdat zo hun positie in deze concurrentieslag nog eens verbeterd wordt. Door deze ontwikkelingen heeft het z.g. privé-'para-onderwijs' gigantische vormen aangenomen.

Een vuur dat niet geblust kan worden

Na de golf van protesten, die oplaaide aan het onderwijsfront, had de regering eind augustus voorlopige verzachtende maatregelen aangekondigd, door de oppositie ook wel "brandblusmaatregelen" genoemd. Dit als cynische zinspeling op het altijd en eeuwig te late optreden van de regering bij de bosbranden, die elke zomer woeden. De regering komt a.h.w. met een armetierig brandslangetje aanzetten om de door haar zelf teweeggebrachte rampen te 'bestrijden'. De eerste maatregel, tot nu toe is, dat (alleen dit jaar) de gezakte leerlingen een herexamen mogen doen in september. Verdere maatregelen zullen nog in de maand september aangekondigd worden. Aanvankelijk was het herexamensysteem afgeschaft bij de onderwijshervorming. In september werden de volgende maatregelen aangekondigd: het aantal geëxamineerde vakken wordt van nu af aan van veertien tot negen teruggebracht en de mogelijkheid tot toelating tot het hoger onderwijs wordt losgekoppeld van het einddiploma lyceum. Iedereen zou dus los van school toelatingsexamen tot het hoger onderwijs mogen doen. Het vuurtje dat geblust moet worden, is natuurlijk de nieuwe verontwaardiging en dus protestacties, die het hervormingssysteem teweeg zal brengen nu de praktische effecten duidelijk gaan worden.

Goedkoop reserveleger

Al eerder hebben wij in Manifest gesproken over de langdurige acties van leerlingen gedurende de wintermaanden van het schooljaar 1998/99. De verzachtende maatregelen laten uiteraard de onderwijshervormingen in wezen intact. De kern ervan is dat discriminatie en klassenverschillen versterkt worden. Dit blijkt wel uit het nieuwe vier-jaren-programma, dat de regering eind augustus openbaar heeft gemaakt en dat een aanprijzing vormt van de afgelopen drie jaar. Het is duidelijk, dat de regering niet bereid is het onderwijs te richten op de fundamentele, huidige sociale behoeften, noch aan te passen aan de eisen gesteld door de jeugd, eisen die ook leven onder grote delen van de bevolking. Het door de ministerraad goedgekeurde vier-jaren-programma bevat de basisrichtlijnen van het regeringsbeleid voor alle onderwijsniveaus en is een waar getuigschrift van wat voor soort onderwijs men wil, welke belangen dit dient, maar ook hoe trouw de regering is aan de door de Europese Unie aangegeven richting. Bewust en met voorbedachte rade wordt meer dan de helft van de leerlingen buiten het lyceum gehouden, overgeleverd aan kortstondige opleidingen van privé-instellingen om uiteindelijk een te allen tijde inzetbaar, goedkoop reserveleger te vormen voor de steeds wisselende behoeften van de "vrije" markt aan een flexibel, ter beschikking staand werknemerspotentieel, verspreid, afhankelijk en zonder eisen.

Het woord is opnieuw aan het brede maatschappelijke onderwijsfront.