Indonesië: Orde Baru-krachten achter aanslag en explosies

Van een correspondent

"Het hoofdvraagstuk in Indonesië is of er een relatieve stabiliteit kan worden bereikt of dat het land vervalt in anarchie", schreven we vorige keer in Manifest. De progressieve krachten zijn gericht op versterking van de relatieve stabiliteit. Het is duidelijk dat de Soeharto-gezinde Orde Baru-krachten van hun kant proberen zoveel mogelijk chaos te stichten. De reeks zware bomexplosies in Jakarta en de aanval op het bureau van de UNHCR in West-Timor zijn bedoeld om verwarring te zaaien. Maar president Wahid wist, door het nemen van de juiste besluiten, de problemen de baas te blijven.

De politici die uit zijn op het handhaven van de status-quo, d.w.z. op het handhaven van de Orde Baru, maar dan zonder Soeharto, zijn uit op destabilisatie en de val van president Wahid, die van het Volkscongres de kans kreeg om zijn beleid voort te zetten. De politieke aanslag op het kantoor van de UNHCR op West-Timor, waarbij drie medewerkers het leven verloren en de bomexplosie, met een economisch doel, in de beurs van Jakarta, waarbij 15 doden vielen, maken duidelijk dat de krachten van de Orde Baru op alle mogelijke manieren proberen om de relatieve stabiliteit in Indonesië te ondermijnen.

De explosie, een dag voor de uitgestelde rechtszaak tegen Soeharto, moet worden gezien als een regelrechte aanval tegen president Wahid. De plaats van de aanslag toont aan dat het de terreurzaaiers ook te doen is om buitenlandse investeerders af te schrikken. De politieke aanvallen op de Filippijnse ambassadeur, het UNHCR-kantoor op West-Timor en het geweld op de Molukken, worden nu gevolgd door een economische aanval. De explosie leidde tot een flinke koersval van de Indonesische munt. Bovendien wordt door deze onrust de aandacht van de Indonesische regering volledig gericht op het handhaven van de sociale stabiliteit. Daardoor kan de regering zich onvoldoende bezighouden met de verbetering van de economische situatie en de levensstandaard van de Indonesische bevolking. De Orde Baru-krachten proberen op die wijze een wig te drijven tussen het volk en de regering.

Het bevel van Wahid om Hutomo (Tommy) Mandala Soeharto, de jongste zoon van Soeharto, te arresteren wegens betrokkenheid bij "een bomaanslag", staat haaks op eerdere uitlatingen van de minister van Defensie, Maffud. Die wees al eerder op een mogelijk verband tussen de aanslag op de beurs en de Soeharto-aanhangers, maar trok daaruit de conclusie om de rechtszaak tegen Soeharto te stoppen, uit vrees voor meer geweld. Wahid voelt daar echter niets voor en is juist blij dat het proces eindelijk loopt.

Een soortgelijk verschil van mening tussen Wahid en de minister van Defensie werd zichtbaar in de kwestie Oost-Timor. Maffud sprak beschuldigingen uit richting Oost-Timorese leiders en VN-vertegenwoordigers en hij beweerde dat de milities allang ontwapend waren. Wahid koos, samen met de coördinerend minister voor Veiligheid en Politieke en Sociale Zaken (voormalig luitenant-generaal) Susilo Bambang Yudhoyono, tijdens onderhandelingen op Bali, voor een andere aanpak. Zij kiezen voor een betere samenwerking met het overgangsbestuur van de VN en CNRT, de organisatie van de onafhankelijkheidsbeweging in Oost-Timor. Bij de onderhandelingen op Bali was ook Sanana Gusmao, aanwezig. Zij gaan werken aan de opzet van een gezamenlijke grensbewaking. Jakarta gaat bovendien weliswaar niet akkoord met een onderzoek door de VN naar de gebeurtenissen in West-Timor, maar nodigt de ambassadeurs van de landen die lid zijn van de Veiligheidsraad uit om poolshoogte te komen nemen in West-Timor. Eenzelfde aanpak kiest de regering op de Molukken. Een EU-waarnemersmissie, bestaande uit in Indonesië veblijvende diplomaten, gaat, onder Nederlandse 'leiding' onderzoek doen op de Molukken. Al met al lijkt de strijd in Indonesië zich te verharden, maar houdt de president het roer stevig in handen. Volgens Wahid staan er meer aanslagen op het programma. Hij wijst er echter op dat het geduld van de regering ook grenzen heeft en dat er in Indonesië "geen heilige koeien zijn".

Wegens ruimtegebrek zullen wij het vervolgartikel, op basis van de inleiding van kameraad Rusman, die hij hield op 2 september jl. in het partijkantoor, in het komende nummer van Manifest plaatsen.