Asielzoekersbeleid overheid steeds harder

Door Ron Verhoef

Het is natuurlijk niet nieuw dat de overheid een steeds harder beleid voert ten aanzien van asielzoekers. Het beleid dient niet alleen afschrikwekkend te zijn, maar moet ook zoveel mogelijk mensen uitsluiten. Dat de menselijkheid daarbij nogal eens in het gedrang komt is evenmin nieuws. Steeds meer asielzoekers zullen zonder pardon op straat worden gezet.

Nu in het nieuwe vluchtelingenbeleid de asielzoeker verantwoordelijk wordt gesteld voor zijn eigen verwijdering (geheel volgens goed liberaal idee) is het ook niet meer relevant of de asielzoeker wel uitgezet kan worden. Al sinds de koppelingswet weten we dat de situaties steeds schrijnender zullen worden.

Terroriseren vluchtelingen

De overheid heeft nu echter een nieuwe stap genomen in het terroriseren van vluchtelingen. Algemene insteek dient nu te zijn dat asielzoekers in aanmeldcentra (AC's), onderzoekscentra (OC's) en asielzoekerscentra (AZC's) duidelijk wordt gemaakt dat ze hier niets te zoeken hebben en dus beter kunnen terugkeren. Dit blijkt uit de maatregelen die staatssecretaris Cohen en het COA (Centraal Orgaan Opvang Asielzoekers) hebben genomen.

Er werd totnogtoe altijd erkend dat een verblijf in een AZC niet goed was voor de vluchteling. De hele dag niets doen leidt immers tot spanningen en houdt de aandacht van de bewoners gericht op hun problemen. Daarom werd een aantal jaren geleden begonnen met de ontwikkeling van dagstructurering. Los van het feit dat hierachter ook een bezuinigingstaakstelling lag moet gezegd worden dat het geen slecht idee was. Geef de asielzoekers iets nuttigs te doen en de sfeer wordt prettiger.

Al snel was de vraag natuurlijk hoe die dagstructurering moest worden ingevuld. Het aantal mogelijkheden was immers beperkt. Wat klusjes doen op het AZC zelf geeft maar weinig mensen een invulling. Buiten het centrum werk doen vereist echter een zekere beheersing van het Nederlands. Geen wonder dus dat de meeste centra overgingen tot het meer gestructureerd aanbieden van Nederlandse les. Landelijk werd ernaar gestreefd dat elk centrum iedere bewoner 16 uur les per week kon bieden. Dit bleef vaak een streven omdat er werd gewerkt met vrijwilligers. Ondanks dat slaagden de meeste centra erin om een goed aanbod te realiseren.

Doordat steeds meer vrijwilligers een baan konden vinden werd op een aantal centra zelfs besloten om deze Nederlandse taallessen aan te bieden met behulp van betaalde krachten. Dit gold onder andere voor de vier AZC's in Zuidoost-Drenthe, waar ik werk. Al met al liep dit op de meeste centra goed en was er tevredenheid. Niet alleen kregen bewoners les, maar ook steeds meer op hun eigen niveau.

Ontmoedigingsbeleid van Cohen

Daar komt nu echter verandering in. Cohen meende dat het aanbieden van Nederlandse les (zeker met professionals) een signaal voor de asielzoekers zou kunnen zijn dat ze mogen blijven en dat mocht natuurlijk niet. De boodschap moet zijn: vertrekken en liefst zo snel mogelijk.

Daarom werd er een nieuwe regel ingevoerd. Iedere asielzoeker met een eerste negatieve antwoord op een verblijfsvergunning mag geen Nederlandse les meer krijgen van het COA. Verenigingen, stichtingen en individuen mogen nog wel lesgeven aangezien een verbod hierop te duidelijk in strijd zou zijn met de vrijheid van onderwijs. Het nieuwe beleid werd door de meeste AZC's aanvankelijk genegeerd. Reden genoeg voor het COA om dreigende brieven rond te sturen. Het moest echt stoppen, want dat is beter. De vraag is voor wie?

Mensenrechten in de verdrukking

Natuurlijk zijn er asielzoekers die Nederlands leerden en toch terug moesten, maar was dat zo erg? Ze waren bezig en vonden het leuk. Belangrijker nog is dat ze nu in Nederland wonen en er vaak behoefte aan hebben om met Nederlanders te praten. Ook asielzoekers gaan immers naar de markt of de winkels. Steeds vaker vonden asielzoekers ook hun weg naar plaatselijke verenigingen (vooral sportverenigingen). Daar bleken ze bovendien veel nuttig werk te doen aangezien ze tijd hadden. Dit alles moet echter verdwijnen, want het zou een signaal zijn dat de asielzoekers mogen blijven.

Dat het nieuwe beleid strijdig is met het recht op onderwijs maakt de overheid natuurlijk weinig uit, want al met de invoering van de koppelingswet liet de overheid zien dat ze het niet zo nauw neemt met de mensenrechten en de grondrechten. Mensenrechten zijn er immers alleen om als propaganda te gebruiken tegen onwelgevallige regeringen, zoals in Cuba!

Het gaat erom dat de asielzoekers niet mogen integreren zolang ze geen status hebben en als ze wel een status hebben dan moeten ze verplicht integreren! Oog voor de dagstructurering is er nog wel, want een heel centrum vol mensen die niets kunnen dat leidt alleen tot ellende! Wat komt er dus in de plaats?

Economische belangen voorop

De centra moeten nu les gaan geven in zaken waaraan de asielzoeker in zijn eigen land iets heeft. Bijvoorbeeld hoe repareer je een auto. Met de huidige middelen is het aantal vakken dat kan worden aangeboden beperkt, maar belangrijker is de vraag: wie gaat het doen? Waar haal je genoeg vrijwilligers vandaan om goed les te geven in de diverse vakken? Het werken met professionals lijkt immers onmogelijk, omdat het beperkte aantal uren dat een AZC te bieden heeft niet erg aantrekkelijk zal zijn. In theorie staat er dus een hele school, maar in praktijk gaan de bewoners gewoon weer niets doen!

Ironisch genoeg mogen sommige asielzoekers (met of zonder negatief advies) nu wel drie maanden werk verrichten. De Nederlandse economie moet immers groeien en een bijdrage aan deze economie is klaarblijkelijk geen integreren. Meehelpen aan die economie mogen de asielzoekers, maar de vruchten van hun werk mogen ze straks niet plukken. Die verdwijnen in de zakken van de bazen die de asielzoekers tegen een zeer laag loon in dienst nemen (ongetwijfeld uit humanitair oogpunt volgens de werkgevers)!