Hoe ontaarde kunst weer aardig wordt

Kunst en anti-communisme

Door Rinze Visser

Nog niet zo lang geleden ving ik wat flarden op van een gesprek op de radio. Het was een muziekprogramma, waarin de muziekstukken aan elkaar gepraat werden. Het gesprek tussen de presentator en de studiogast liep bijna ten einde en ik begreep nog net dat het over de Russische en Sovjet-componist Sjostakovitsj ging.

Of het hier dan niet om foute muziek ging; koorteksten waarin het grootkapitaal als vijand werd bezongen, vreselijk fout, toch..! Ja maar, zo wist de studiogast, die zeker een prominente rol speelde bij het totstandkomen van een nieuwe nog uit te brengen cd, het is gewoon mooie muziek...

Niet lang daarna las ik ook ergens iets over dezelfde componist die volgens de bekende anti-communistische 'welingelichte kringen' het zo vreselijk moeilijk had gehad - gebrek aan vrijheid, onderdrukking, pesterijen, enz -, die het socialisme welgevallige muziek moest componeren, maar die nu juist, als je goed luisterde, de uiterst moeilijke kunst had verstaan om, zonder dat Stalin daar erg in had, zijn afkeer van het socialisme in de noten te leggen. Ja, die communistische heersers wilden het liefst opera's met 'nafluitbare' aria's, zo las ik. Muziek die door het simpele arbeidersvolk te begrijpen was...

Wat verschrikkelijk, wat een vrijheidsberoving..! Ik dacht aan het Slavenkoor uit Nabucco, het drinklied uit La Traviata, het duet uit de Parelvissers, de Triomfmars uit Aida, de Troubadoer uit Carmen, het Soldatenkoor uit Faust en noem ze maar op. 'Nafluitbaar' is dus alleen goed als er geen 'socialisme' op staat.

Toen vond ik een stukje dat ik al een aantal jaren geleden schreef naar aanleiding van een tijdschriftartikel, dat om één of andere reden was blijven liggen en dat ik hier laat volgen:

Er was een Nederlandse ambassadeur in de Oekraïne, die deze functie had overgehouden aan een consulaatschap in de hoofdstad Kiev toen de Sovjet-Unie nog bestond. Deze man had zich jarenlang geërgerd aan een overheidsgebouw met rode muren, dat hij een communistisch-architectonisch wanproduct vond, een toonbeeld van lelijkheid, zoals alleen een arbeidersstaat dat kan opleveren.

Zoals bij zo velen kwam ook voor deze man het moment waarop hij uit de anticommunistenslaap ontwaakte, zonder zich ook maar ergens voor te schamen. Hij ontdekte na het ontwaken dat het door alle anti-communisten gewraakte gebouw al ver voor de Oktoberrevolutie was gebouwd en dat zelfs die vermaledijde Roden de muren niet eens in hun lievelingskleur hadden overgeverfd, maar dat de muren tijdens het tsarenregime, heel gewoon, uit rode baksteen waren opgetrokken.

Nu had het natuurlijk zo kunnen zijn dat er in de tsarentijd ook bouwers met wansmaak rondliepen, maar communistische wansmaak had het toch echt niet kunnen zijn... Maar dat vertelde de man in het interview dat hij destijds gaf niet. Hij zei slechts - op de laconieke manier van men kan zich vergissen -: "tja, had ik altijd gedacht dat..."

Maar als er mensen bestaan die menen dat aan de vorm of de kleur de politieke intentie kan worden afgelezen, dan zullen er wellicht ook zijn die denken klanken politiek te kunnen duiden. En ze zijn er écht! De Sovjet-componist Sergej Prokofjev schreef de 'Cantate voor de Twintigste Verjaardag van de Oktoberrevolutie'. In het kapitalistische Westen werd het bestaan van dit werk verzwegen, laat staan uitgevoerd, als zijnde één van die vele voorbeelden van communistische wansmaak, vanuit kapitalistisch oogpunt dus 'entartete Kunst'.

Maar, zóveel jaar na de val van de Sovjet-Unie, nu er geld valt te verdienen aan bepaalde kunstwerken, draaien de anti-communisten gewoon een knopje in hun op winst beluste hersens om.

Want wat las schrijver dezes onlangs over genoemd werk van Prokofjev? "Afgaande op de titel een ode aan het communisme, maar in werkelijkheid een cynisch commentaar op het machtsmisbruik van Lenin en Stalin".

Zo kan de zeer enthousiaste menigte die de handen vorig jaar bijna stukklapte toen in New York dit werk werd uitgevoerd, gerust zijn. Zij hebben niet genoten van communistische kunst, maar van anti-communistische kunst.

Het is niet het communisme dat ondemocratische opvattingen over kunst heeft, zoals de mensheid bijna algemeen wordt voorgehouden. Communisten zeggen dat de toon de muziek maakt. De woordvoerders van het kapitalisme zijn echter al zó ver dat ze zeggen dat de toon de politiek maakt. De toon dus zoals zij voorschrijven zoals die gehoord moet worden. En gehouwen zoals ze gezien moeten worden...