Pronk-cultuur: boeren op de natte grond

Boeren onder vuur of onder water?

Door Jan Cleton

In de voorlopige versie van de Vijfde Nota Ruimtelijke Ordening, waarin wordt vastgelegd hoe Nederland de komende dertig jaar wordt ingericht, bepleit minister Pronk dat de Nederlandse landbouw- en tuinbouwsector ongeveer éénvijfde deel van zijn grond moet inleveren. Daarnaast zouden de boeren moeten toestaan dat nog eens 1,5 miljoen hectare landbouwgrond natter wordt. En dat alles om Nederland droog te houden?

Het officiële argument is dat het verder verhogen van dijken tegen hoogwater weinig zin meer heeft. Dat zou blijken uit allerlei studies. Dijkverhoging is in ieder geval wel een kostbare zaak. Rivieren moeten, volgens de nota, meer ruimte krijgen, daarvoor zijn polders nodig. Tegelijkertijd zou dan de verdroging van de bodem tegengegaan worden en kampt de westelijke rivierdelta niet meer met extreme wateraanvoer. Ook zou er meer grond nodig zijn voor wonen, werken en recreëren. Volgens Pronk is alleen al voor de bouw van huizen en bedrijven en de aanleg van wegen 190.000 hectare nodig.

Niet officieel verwoorde problemen

Europa kampt met een enorm landbouw-, tuinbouw-, en veeteeltoverschot. De Europese subsidies in deze sectoren moeten evenals het overschot teruggedrongen worden. Ziekten als regulerende factor - zoals varkenspest en BSE - sorteren enig, maar onvoldoende, effect in de veeteeltsector. De land- en tuinbouwoverschotten aan de markt overlaten leidt waarschijnlijk tot slecht controleerbare sociale onlusten bij de boeren. Hoe kan de Europese overheid deze problemen oplossen zonder daar door een belangrijk deel van het electoraat op aangesproken te kunnen worden? Deze kwestie wordt in de nota niet openlijk besproken, maar speelt natuurlijk wèl mee.

Wie gaat dat betalen?

Jo Roemaat, binnen de boeren- en tuindersorganisatie verantwoordelijk bestuurder voor grondgebruik en ruimtelijke ordening, vraagt zich af hoe Pronk zijn claims vervuld denkt te krijgen. Landbouw heeft volgens Roemaat "helemaal geen zin" om in die hectare-discussie terecht te komen. "Als de landbouw die hectares moet inleveren, kost dat bovendien flink wat geld. De grond moet immers aangekocht worden, waar haalt Pronk die miljarden vandaan?" En als de maïs en de aardappelen verzuipen, omdat de grond drassiger wordt, zullen de boeren compensatie eisen, zegt de LTO'er.

Uiteraard komt deze bestuurder in eerste instantie op voor de financiële belangen van de boeren die hij vertegenwoordigt.

Ligt de oplossing bij de boeren?

De bevolking van de Lage Landen heeft sinds mensenheugenis gevochten tegen het water. Ze hebben deze 'vijand' onder controle gekregen. Ze hebben hun voeten droog kunnen houden en daar profijt van getrokken, met name door de uitbreiding van de landbouwgebieden.

Nu de Deltawerken voltooid zijn en de landbouwoverschotten de pan uitrijzen dient er een ander economisch profijt gevonden te worden, niet meer in de vorm van algemeen belang - alhoewel het wel als zodanig verkocht moet worden -, maar in het belang van de economisch-toonaangevenden.

De nu opnieuw gecreëerde watervijand dient slechts het doel van het financierskapitaal, in de vorm van de in het nauw gedreven verzekeringsmaatschappijen die langzaam maar zeker niet meer kunnen 'verkopen' dat ze regenwaterschade niet vergoeden en het Europese beurskapitaal dat weinig winst meer ziet in de Europese landbouwsubsidies. De boeren mogen daar opnieuw offers voor brengen. De Nederlandse arbeidersklasse betaalt wel voor het overige. Net als altijd, in het belang van het grootkapitaal!

De Blauwe Stad

In Oost-Groningen zijn de plannen in een vergevorderd stadium om vele hectaren landbouwgrond onder water te zetten (De Blauwe Stad). Deze grond, die niet in een risicogebied ligt, wordt willens en wetens onttrokken aan de landbouw en dreigt een waterspeeltuin van gegoede Duitsers uit het Ruhr-gebied te worden. De NCPN-afdelingen in Oost-Groningen trachten er het maximale uit te halen voor de arbeiders en boeren in het betreffende gebied. De Vijfde Nota Ruimtelijke Ordening zal er echter toe leiden dat de landbouwgrond definitief verdwijnt en de arbeidersbevolking in Oost-Groningen verwordt tot een reservoir van 'witte werksters' en 'witte tuinlieden'.

Appelprijs halveert aantal fruittelers

Als de appelprijs niet omhoog gaat, zal de helft van de tweeduizend fruittelers in Nederland zijn bedrijf moeten sluiten. Dat stelt voorzitter K. de Jong van de vakgroep fruitteelt van landbouworganisatie NLTO. De telers van appels draaien op elke kilo appels drie dubbeltjes verlies. Volgens De Jong houden de grote supermarktketens de prijs kunstmatig laag. (Apeld.C.24-10-2000)