Vlaggen en paradepaardjes

Anna Ioannatou

Soms brengen ogenschijnlijk onbeduidende aanleidingen een ware storm teweeg. In Griekenland is 28 oktober een feestdag. Op die dag wordt het grote NEE gevierd van de Griekse bevolking tegen de inval van Mussolini's bezettingstroepen in 1940. Op die dag worden er elk jaar parades gehouden, ook op de scholen. Tijdens zulke parades mag de Griekse vlag gedragen worden door de beste leerling van de klas.

In een dorp in de buurt van Thessaloniki bleek de beste leerling een 15-jarige Albanese jongen te zijn. En toen was het hek van de dam.

Net als n.a.v. de kwestie identiteitskaarten, waarover we in Manifest 18-8-2000 al schreven, raakte de Griekse samenleving opgesplitst in twee kampen en op het moment dat dit artikel geschreven werd, waren de verhitte debatten in de massamedia nog volop bezig, dag in dag uit. De president van de republiek vond dat de jongen de vlag wel mocht dragen, maar een flink deel van de publieke opinie, vooral in Noord-Griekenland, was faliekant tegen, onder invloed van het feit dat de Albanese maffia vooral in dat deel van het land actief is.

Deze kleine aanleiding haalde veel naar boven uit het onderbewuste van de samenleving. Net als bij de kwestie identiteitskaarten (die inmiddels geluwd is of liever, die men heeft laten luwen) werd er weer een intense poging gedaan om de Griekse bevolking te laten kiezen tussen twee slechte mogelijkheden spelend op historisch gevormde psychisch-sociale instellingen.

Een etnische schijnopsplitsing

Aan de ene kant hadden we een soort fascisme, in ongecultiveerde vorm, een primitief nationalisme en chauvinisme (zuiverheid van het Helleense ras en zo) en aan de andere kant de arrogantie van een zogenaamd progressieve, antiracistische ruimdenkendheid van 'links'. Hun laatste 'vondst' is, dat niet-Grieken geassimileerd moeten worden en er werd niet meer gesproken over het recht op anders zijn plus het respect voor andersdenkenden en gelovigen. De enige oplossing zou zijn Griek en Grieks te worden.

Dit assimilatie-argument, in antiracistische vermomming, is de keerzijde van de nationalistische, uitstotende benadering. In beide gevallen heeft de niet-Griek geen recht op het bestaan van zijn eigen identiteit.

Door dit hele gedoe heen probeerde de regering te laveren, gelijk Pontius Pilatus, haar handen in onschuld wassend. Het ministerie van Onderwijs deed nog een poging een democratisch profiel aan te schaffen. Twee dagen voor de officiële feestdag wijzigde het een ministerieel besluit van februari 2000, waarin stond dat leerlingen van buitenlandse afkomst en nationaliteit geen vlaggendragers kunnen zijn. Op grond van de wijziging mocht dit wel, als die leerling tenminste twee jaar een Griekse school bezocht.

Het derde standpunt

Het verschijnsel racisme is aan het groeien in de Griekse samenleving en dat heeft zeker te maken met de stromen immigranten die de laatste jaren uit de voormalige socialistische landen naar Griekenland trekken. Uiteraard heeft ook het `kapitalisme Griekse stijl` deze mensen nodig om ze zwart uit te buiten en zo ook de Griekse werknemer te bedreigen met het spook van ontslag en het in gereedheid zijn van het goedkopere reserveleger. De sociale basis van racisme is daarmee gelegd. Ook in Griekenland wordt op de nieuwsbulletins altijd met veel meer nadruk gewezen op niet-Griekse schuinsmarcheerders en misdadigers. Vooral Albanezen (veruit de meerderheid) worden met misdaad geassocieerd en vaak hoor je zeggen: "Maar van Filippijnen en Pakistani hoor je toch nooit wat! De Albanezen behoren vast tot een slechter ras." Het is niet overdreven te zeggen, dat misdaad 'gealbaniseerd' wordt in de Griekse samenleving waar men verder tot nu toe weinig of niets tegen vreemdelingen had.

Ongeveer een jaar geleden heeft een Griek op het centrale Omóniaplein (Athene) zo maar op donkere mensen geschoten (vrij riskant trouwens, want veel Grieken zijn ook donker) en slachtoffers gemaakt. Het gevolg was een massaal bezochte protestmars tegen racisme.

In de krant 'Rizospastis' lazen we het enige juiste standpunt. Volgens deze krant is de vraag niet, wie wel of niet de vlag mag dragen, maar wie het recht heeft mee te doen aan feesten ter ere van de strijd van het Griekse volk. Recht heeft iedereen, die door die strijd geïnspireerd is. Iedereen, die Thermopylae eert (in de Oudheid zijn daar 300 Spartanen tot op de laatste man gesneuveld vechtend tegen een enorme overmacht van Perzen), die de vrijheidsstrijd tegen het Ottomaanse Rijk (1821-1830), het verzet tegen de nazi-bezetter eert. Wat er in het geboorteregister staat is duidelijk niet bepalend, want het hakenkruis werd in de Tweede Wereldoorlog ook gediend door mensen, die Griek van geboorte waren. De 300 Spartanen werden door een Griek verraden. We wisten niet, zo vervolgt de krant, dat de Russische dichter Poesjkin - die het Opstandige Griekenland in zijn tijd bezong - een vergunning nodig zou hebben om de Griekse vlag te dragen, omdat hij Rus was. We wisten ook niet, dat de Turkse dichter Nazim Hikmet - die schreef n.a.v. de executies van Griekse communisten in de jaren 1950, dat zijn hart elke ochtend in Griekenland ook geëxecuteerd werd - een vergunning nodig zou hebben om de Griekse vlag te dragen, omdat hij Turk was. En de Engelse dichter Byron, die in Griekenland stierf, vechtend voor de onafhankelijkheid van dat land in de periode 1821-1830? Hetzelfde geldt voor vele andere niet-Grieken, die zich aansloten bij een rechtvaardige strijd.

Met andere woorden, zo besluit de krant, de vraag is niet wat voor huidskleur of afkomst diegene heeft, die de vlag draagt, maar wat hij/zij is en waarom hij/zij het doet. Niemand dient te vergeten dat de junta-tanks, die het opstandige Polytechnion in november 1973 binnenreden namens het 'Griekenland van de Griekse christenen' van een Griekse vlag voorzien waren.

En hoe is het nou afgelopen met de concrete aanleiding tot dit artikel? Op de bewuste parade werd de vlag uiteindelijk door een Grieks meisje gedragen, dat nummer twee in de klas was. De Albanese jongen heeft onder de druk der omstandigheden de wijste weg gekozen. Hij verklaarde voor de tv-camera's dat het voor hem niet meer hoefde...