Gedicht

Rudy Musters



Stenen en kogels

Palestijn, wat rest je nog?
Hoeveel land is er nog voor je over?
Steeds verder weg word je gedreven,
van huis en haard.
Naar de zee waar niets groeien wil.

Als je niet hard genoeg loopt op
Israëlisch bevel dan wordt
er op je geschoten.

Je gooit met stenen, een reikwijdte
van dertig meter. De kogels van de
soldaten, verschillende soorten
en maten, vliegen door ramen en deuren.

Zo nu en dan iets groots. Een splinter-
raket. Het liefst bij mooi weer.
Uitzicht verzekerd. TV en foto's.

Dit kan nooit het beloofde land zijn,
waar jij eens in het hart van Palestina
woonde.
Chatilla en Sabra bestaan
niet meer, waar inwoners in kleine
moskeeën en gebedsruimten baden, om vrede.

Het Westen levert wapens aan, en jij gooit
met stenen.
Niemand kan hiermee gelukkig zijn.
Jij niet, de Israëliër niet.

Boze krachten horen hier niet thuis.
Het beloofde land is ook het land van de
Palestijnen.

Terugkeer van vluchtelingen is goed voor
iedereen. Joden, moslims en christenen
kunnen samenleven in een democratische
lekenstaat: Palestina.
Met als hoofdstad Jeruzalem.