Kostunica-Djindjic komen campagnebelofte na

Door Alexander Vucelic

Kostunica-Djindjic hebben reeds aanspraken op goud, contanten en buitenlandse bankbezittingen prijsgegeven van de Socialistische Federale Republiek Joegoslavië (SFRY). Nu hebben zij in principe ook ingestemd met het weggeven van vaste activa van de SFRY (zie bijgevoegd artikel).

Door dit te doen vervullen Kostunica-Djindjic slechts één van hun campagnebeloftes, zoals gepubliceerd in het DOS-partijprogramma.

Door het instemmen met de Holbrooke-Albright-formule met betrekking tot bezittingen van de SFRY, geven Kostunica-Djindjic bezittingen van het volk weg ter waarde van ongeveer 100 miljard VS-dollar. Dit betekent meer dan 10.000 dollar per inwoner in Servië. In ruil voor het opgeven van 100 miljard dollar aan bezittingen van de SFRY hebben Kostunica-Djindjic beloftes gekregen voor leningen van ongeveer 425 miljoen dollar. In New York zou men zeggen: "een lekker handeltje".

Ter vergelijking, in het afgelopen jaar heeft Peking Belgrado 300 miljoen dollar gegeven om olie te kopen en bijna 100 miljoen dollar aan leningen om andere benodigdheden te kunnen kopen voor een totaal van 400 miljoen dollar.

Ik zou oprecht willen begrijpen waarom het opgeven van bezittingen van de SFRY ter waarde van 100 miljard dollar een goede zaak is. Zou iemand van de Kostunica-Djindjic-aanhangers de voordelen van hun handelen willen uitleggen?

Voormalige Joegoslavische staten discussiëren over verdeling bezittingen

Door Gregory Elich (*)

Vertegenwoordigers van Joegoslavië, Bosnië, Kroatië, Macedonië en Slovenië zijn maandag gestart met besprekingen over het netelige onderwerp hoe de bezittingen van de voormalige (Socialistische, red. M) Joegoslavische Federatie, met een geschatte waarde van 100 miljard dollar, verdeeld moeten worden.

"Dit is de eerste gezamenlijke bijeenkomst van de delegaties sinds maart 1999. Zij zijn bijeengekomen om te discussiëren over hoe zij verder moeten," zei een woordvoerster van de Bosnische delegatie tegen de Europese Unie in Brussel, waar de tweedaagse besprekingen plaatsvonden.

De NAVO lanceerde een bombardementencampagne tegen Joegoslavië in maart 1999 in verband met de Kosovo-crisis. De recente (democratische) (haakjes, red. M.) veranderingen in Belgrado, die president Slobodan Milosevic van zijn macht beroofden, hebben het voor de delegaties mogelijk gemaakt om hun besprekingen te hervatten.

De verdeling van bezittingen en schulden van voormalig Joegoslavië zijn jarenlang een struikelblok geweest bij het bewerkstelligen van volwaardige relaties tussen het restant van Joegoslavië, dat Servië en het kleine Montenegro omvat, en haar vier nieuwe onafhankelijke buren. Zogenaamde erfenisbesprekingen zijn ook een verplichting om zich aan te kunnen sluiten bij het Internationaal Monetair Fonds.

Het eigendom waarover gesproken wordt omvat ook ambassades in het buitenland en de totale reeks van staatsbezittingen, inclusief fabrieken, scheepswerven, pijpleidingen en spoorwegen. De woordvoerster zei dat de delegaties bilaterale besprekingen zouden houden met Sir Arthur Watts, die een internationaal 'Peace Implementation Council' vertegenwoordigt, opgericht om te bemiddelen bij de ruzie over de verdeling van de bezittingen.

De delegaties zullen daarna een plenaire bijeenkomst houden. Volgens Belgrado is de waarde het staatseigendom ongeveer 220 miljard dollar, terwijl andere republieken zeggen dat het 100 miljard dollar waard is.

De nieuwe Joegoslavische leider Vojislav Kostunica, heeft aangekondigd dat hij de eerdere claim van Belgrado op het recht op de bezittingen van voormalig Joegoslavië, voor de andere landen een onacceptabele eis, zal laten varen.

Bron: Reuters, 18 december 2000. vert. J.Bernaven en TvdK.