Tij voor Tony Blair lijkt te keren

Door Ron Verhoef

Na de grote winst van New Labour tijdens de verkiezingen van 1997 lijkt het tij voor Tony Blair te keren. Eigenlijk werd het niet voor mogelijk gehouden dat Labour zware klappen zou oplopen tijdens haar regeerperiode, mensen waren immers toe aan iets nieuws (zo'n groot aantal kiezers had geen enkele partij in de Britse verkiezingen ooit verloren), maar met de Britse verkiezingen in het vooruitzicht (deze worden verwacht vroeg in 2001, hoewel Blair door mag regeren tot 2002) lijkt het erop dat Blair deze dubieuze eer als eerste gaat toekomen. (Een analyse in twee delen, vandaag deel een)

Al sinds het aantreden van Blair rommelt het in Labour. Blair bracht niet de veranderingen waar velen op wachtten. In plaats daarvan kregen de Britten Thatcherisme in een nieuw jasje. Tory-leider William Hague feliciteerde Blair al eens met het feit dat hij het beleid van zijn partij voortzet, beter dan de Tories zelf (Net als in Nederland, Duitsland, Frankrijk en andere landen, waar de sociaal-democraten de liberalen rechts hebben gepasseerd, nvdr). Veel Labour-leden zagen niets in de nieuwe partijlijn van Blair en wilden de sociaal-democratisch georiënteerde politieke lijn handhaven. Enkelen verlieten zelfs de partij, zoals het Europese parlementslid Hugh Kerr en Arthur Scargill. Daarbij wisten zij zich gesteund door de basis van de partij.

Alternatief congres

De gewone leden lieten op vele congressen weten dat zij New Labour niet wilden. Dit leidde er zelfs toe dat sinds 1997 een groot aantal Labour-leden naast het normale congres een alternatief congres organiseerde. Dit alternatieve congres trekt steeds meer aandacht van de andere congresafgevaardigden. Overigens is Labour sterk verbonden met de vakbonden. Iedereen die lid is van een vakbond was tot voor kort ook automatisch lid van Labour. Dat automatische lidmaatschap is afgeschaft, maar wel gaat nog altijd een deel van de contributie van vakbondsleden direct naar Labour, tenzij het lid hiertegen nadrukkelijk bezwaar aantekent. In ruil hiervoor hebben de vakbonden een grote rol op de congressen. Maar net als in Nederland bestaat de vakbondstop over het algemeen uit carrièrejagers, die vooral veel meedenken met de bazen. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de vakbonden de verrechtsing van Blair met veel gejuich ontvangen. Al geldt ook hier dat het protest onder de leden van vakbonden groeit.

Groeiend protest

Dat protest groeide zelfs zo dat New Labour op de congressen niet meer kon rekenen op een meerderheid. Dit was de reden dat Blair constructies bedacht om zijn aanhangers de meerderheid te bezorgen tijdens partijcongressen. Een meerderheid die hij overduidelijk niet heeft. Deze kunstmatige meerderheid (waarbij de stem van een parlementslid telt voor 100 gewone stemmen) houdt ook grote schoonmaak binnen Labour. Dat begon allemaal vroeg in 1999 bij het opstellen van de lijsten voor het Schotse parlement. Daarbij bleek dat alle goedgekeurde kandidaten New Labour moesten steunen om op de lijst te komen (noot: De Schotse verkiezingen zijn een combinatie van districtenstelsel (73 zetels) en evenredige vertegenwoordiging (56 zetels)). Dennis Canavan, die namens Labour al 25 jaar in het Lagerhuis zat, werd daarbij gepasseerd, niet omdat hij geen kwaliteit had maar vanwege zijn openlijke kritiek op het beleid van Blair. Canavan besloot daarop als onafhankelijk kandidaat mee te doen in zijn kiesdistrict Falkirk West. Het gevolg was dat Canavan uit de partij werd gezet. Dit had echter een averechts effect, met een overweldigende meerderheid (55%) wist Canavan de zetel voor Falkirk-West te winnen.

Schotse verkiezingen klap voor Labour

Ook los van het geval Canavan waren de Schotse verkiezingen een zware klap voor Labour, want hoewel ze de grootste partij bleef moest ze toch veel inleveren op de meer sociaal-democratische (maar wel gematigde) Scottish National Party (SNP), die de tweede partij in het parlement werd. Bovendien wist ook de radicaal-linkse fusie van (marxistisch-leninistische) communistische en socialistische partijen, de Scottish Socialist Party (SSP), een zetel te bemachtigen, iets dat tot voor kort ondenkbaar leek. Deze nederlaag kwam hard aan aangezien Schotland een veilige basis leek te zijn voor Labour (tijdens de verkiezingen van 1997 won Labour bijna alle Schotse zetels). Dit resultaat zorgde er zelfs voor dat Labour geen absolute meerderheid haalde in het Schotse parlement en afhankelijk was van een coalitie met de Liberal-Democrats (Britse D66).

...en ook in Wales

Ook bij de verkiezingen in Wales voor de assemblee in 1999 liep alles anders dan gepland. Labour dacht in Wales eigenlijk geen concurrent te hebben maar de sociaal-democratische Plaid Cymru (PC) bleek ook hier op een geweldige en onverwachte tweede plaats te eindigen en Labour van de absolute meerderheid af te houden. In de traditionele Labourgebieden liep de partij dus in 1999 al grote averij op. Verwonderlijk is dit niet, omdat Blair zich al liet ontvallen dat hij uit was op de stemmen van Midden-Engeland, een traditioneel Tory-gebied. Dit vervreemdde hem natuurlijk van de veel linksere gebieden in Wales en Schotland.

Dit werd versterkt door de manier waarop Blair en zijn kornuiten Ken Livingston wilden afhouden van de burgemeesterspost van Londen. Deze episode was vergelijkbaar met het eerder genoemde geval Canavan. Ongetwijfeld voelde Livingston zich mede door het voorbeeld van Canavan gesteund. Zowel Canavan als Livingston lieten immers zien dat de grote Labour-partij te verslaan was.

Neoliberaal beleid van Blair

Natuurlijk heeft Blair veel aan zichzelf te danken. Want wat heeft Labour namelijk gedaan? Direct na zijn aantreden begon Blair met het aanvallen van alleenstaande moeders met een uitkering en gehandicapten. Volgens Blair hadden deze groepen het te gemakkelijk gehad en dus moest het mes in de voorzieningen zodat ze geprikkeld werden om te gaan werken. De redenatie was dat het niet zo mocht zijn dat mensen met een uitkering meer geld kregen dan mensen die werkten. De logische conclusie leek dan het invoeren van een wettelijk minimumloon, waarvan mensen fatsoenlijk kunnen leven. Dat gebeurde echter niet, hoewel het een verkiezingsbelofte was. Blair verlaagde dus de uitkeringen en sloot bovendien veel mensen uit van een uitkering. Dit ging zelfs een groot deel van zijn eigen parlementsleden te ver en bij behandeling van het plan stemde ook een flink aantal tegen, maar de plannen haalden het wel. Ook met het herstel van de pensioenen nam de regering het niet serieus. De meeste gepensioneerden konden rekenen op een paar pence extra per week en dat terwijl de pensioenen vanaf 1982 al bevroren zijn. Een koppeling van de pensioenen aan de loonstijgingen, een van de belangrijkste eisen van Labour toen ze in de oppositie zat, bleef uit.

Blair asociaal

De sociaalvoelendheid van Blair bleek ook de laatste maanden weer. In een groots opgezette mediacampagne riep hij alle inwoners op om geen geld meer te geven aan daklozen omdat zij een smet zijn op de prachtige Britse steden en dus slecht voor het toerisme. Door de hulp te stoppen zou het probleem zich vanzelf oplossen. Daarmee sluit Blair dan aan bij de wetten uit de 17e eeuw die zwerven strafbaar stelden. Overigens hoeven de daklozen van Blair zelf geen financiële hulp te verwachten want de opvanghuizen worden stelselmatig gekort, terwijl het aantal daklozen schrikbarend toeneemt!

Ondanks dit alles gaat Blair er prat op dat hij de armoede bestrijdt, omdat er steeds meer mensen gaan werken. Maar aangezien er nog altijd geen minimumloon bestaat zijn veel van die baantjes slecht betaald en vaak voor 48 uur per week (de maximum werktijd per week). Blair zette ook allerlei banenplannen op, vergelijkbaar met de Melkertbanen. Maar net als bij ons bleek ook hier dat de meeste deelnemers aan deze plannen niet doorstroomden naar een betaalde baan en dus op uitkeringsniveau bleven hangen. Het tellen van het aantal banen om te bewijzen dat hij armoede bestrijdt bleek bovendien totale onzin toen een (door de overheid ingesteld) onderzoek uitwees dat maar liefst vier miljoen kinderen in Groot-Brittannië in armoede leven. Het onderzoek wees zelfs uit dat bijna eenderde van de inwoners van Glasgow onder de armoedegrens zit. Blair beweerde tijdens een TV-uitzending dat dit vooruitgang was (hoewel het een toename is van bijna 10 procent in vergelijking met 1997) en dat de mensen hem een kans moesten geven, omdat zijn beleid op termijn iedereen uit de armoede zou halen. (wordt vervolgd)

Bronnen: The Scotsman, Scots Independent, The Courier, Press and Journal, The Scottish Socialist Voice, Scottish Workers Republic, Snap Shot, Morning Star, BBC ceefax en BBC world service.