Interview met Thímios Efthimíou, lid van het secretariaat van het Arbeiders Strijd Front (PAME) en voorzitter van de Textielbond

Door Anna Ioannatou

Over het Arbeiders Strijd Front hebben we al eens eerder gesproken in Manifest n.a.v. de grootse demonstratie en mars, die in oktober plaatsvond (Manifest 22, 2 november). Het is, dachten wij, de moeite waard de Manifestlezers nader kennis te laten maken met de doelstellingen en benaderingsmethodes van dit front. Daarom zijn we op bezoek geweest bij Thímios Efthimíou, lid van het secretariaat van het front, voor een informatief gesprek.

Waarom nu dit Arbeiders Strijd Front (PAME)? Wat heeft de oprichting ervan nodig gemaakt?

Antwoord: Het PAME is twee jaar geleden opgericht. Het doel was het prestige van de vakbeweging te herstellen. De hogere vakbondsorganisaties probeerden een consensus te bereiken met de regeringspolitiek. Daarom ontbonden ze de organisaties van de werkende klasse en onthielden de werknemers alle informatie over een regeringsbeleid, dat tegen hun belangen gericht was.

De PAME is een aaneensluiting van vakbondsmensen en -organen met als doel de vakbeweging opnieuw op te bouwen, massaler te maken, maar ook nieuwe vakorganisaties op te richten. In het algemeen dus de werkende klasse beter en globaler te organiseren tegen de politiek van de Europese Unie en de regering. In de oprichtingsverklaring worden de gemeenschappelijke actiepunten genoemd: tegen het imperialisme, tegen haar monopolies, tegen de politiek van de Europese Unie die we elke dag aan den lijve ondervinden, of het nu om arbeidsrelaties gaat of om het democratisch functioneren op de werkplek, om vakbondsvrijheden, om verzekeringskwesties, werkloosheid, enzovoort.

De PAME wordt gesteund door vakbondsmensen komende uit diverse partijen die op het ogenblik in de oppositie zitten. In de stellingen van die partijen vind je niet de basispunten terug die in de oprichtingsverklaring van de PAME staan, maar in de vakbeweging steunen ze die punten weer wel. Een voorbeeld: de DIKKI (Democratisch Sociale Beweging, oppositiepartij) is niet tegen de Europese Unie, heeft ook geen anti-imperialistisch karakter. Van de partijen, die het PAME steunen, heeft alleen de Communistische Vernieuwing in enige mate dezelfde standpunten. De andere deelnemende partijen hebben andere politieke kenmerken, maar op vakbondsniveau doen ze met ons mee.

Wat zijn de resultaten tot nu toe geweest?

Antwoord: We zijn van mening, dat sinds de oprichting van het PAME er belangrijke stappen gezet zijn wat het organiseren van de werkende klasse betreft, maar vooral m.b.t. informatie en klassenoriëntatie is er veel gebeurd. Dus het klassencriterium heeft de werknemers geholpen zich beter en militanter te oriënteren en zich te verzetten tegen de al eerder genoemde politiek. Sinds de oprichting heeft het PAME heel wat initiatieven genomen tegen regeringsmaatregelen, die ongunstig zijn voor de werkende mens, tegen de oorlog in Joegoslavië enzovoort.

We geloven dat de werknemers er langzamerhand achter beginnen te komen waar het PAME naar streeft, wat het PAME precies is en wat de bedoeling van zijn oprichting was.

Op Europees niveau is er een eerste poging gedaan in Annecy (Frankrijk, 29 september-1 oktober), waar de tweede Internationale Vakbonds Conferentie gehouden werd. We willen de vakbeweging klassengericht organiseren. Franse, Griekse, Turkse, Russische, Engelse, Duitse en Belgische vakbondsmensen hebben daar het initiatief genomen tot het oprichten van een Coördinatie Comité, dat de klassengerichte vakbeweging op Europees niveau kan coördineren en de werknemers kan oriënteren op een meer klassenbewust verzet tegen het soort politiek waar we het al over hadden. Hetzelfde streven we na op internationaal niveau. We staan nog aan het begin en dus worden nu pas de eerste contacten op Europees niveau gelegd.

Hoe ziet het PAME er organisatorisch uit en wat is de organisatorische band met de KKE?

Antwoord: We hebben een Coördinatie Comité bestaande uit zo'n 110 vakbondsmensen en een secretariaat, dat één van de grootste is onder de vakorganisaties. De ruggengraat van het PAME, zou je kunnen zeggen, bestaat uit communistische vakbondsmensen en het is hun initiatief geweest die wijdere aaneensluiting van vakbondsmensen tot stand te brengen. Dat past in het kader van de politiek van aaneensluiting in het brede maatschappelijke front, zoals de communistische partij die nastreeft.

Natuurlijk was de arbeidersvakbeweging het uitgangspunt om met dergelijke aaneensluitingen te beginnen, maar tegelijkertijd streven we ernaar via die ervaring te helpen bij frontvormingen onder de boerenbevolking en het kleine en middelgrote bedrijfsleven.

Ik heb het al gehad over de eerste resultaten en ik leg er de nadruk op dat het PAME geen orgaan is, maar het is een bredere aaneensluiting van krachten. Het PAME is geen orgaan dat besluiten kan nemen tot het organiseren van acties en demonstraties. Het vervangt dus niet de Algemene Confederatie van Griekse Werknemers (GSEE), maar geeft een richting aan en de vakorganisaties kunnen dan al of niet besluiten over te gaan tot acties. We doen voorstellen, bijv. aan de Textielbond en staan voorop, geven richtingen aan, en we proberen het tot bredere aaneensluitingen van werknemers te laten komen. Zo gaat het PAME te werk met nieuwe strijdvormen. Bijvoorbeeld die landelijke demonstratie, die in oktober in Athene plaatsvond, was ons initiatief en daar werd aan meegedaan door mensen uit bredere bevolkingslagen, o.a. boeren. Die demonstratie en mars was massaal en heel dynamisch.

Hoe wordt het PAME in de bevolking verankerd?

Antwoord: We proberen elke dag de werknemers te informeren en ze voor te bereiden op de dingen die hen boven het hoofd hangen. We proberen ze klassengericht te oriënteren, hun defaitisme te doorbreken, hun zelfvertrouwen op te bouwen dat zij de macht in handen hebben, dat de macht in handen ligt van diegenen, die produceren. Dat vergt heel veel discussie op de werkplek, informatieve mededelingen worden verbreid onder de werknemers over de maatregelen die de regering in hun nadeel gaat nemen. Bijvoorbeeld: dat nieuwe wetsontwerp over het verzekeringsstelsel. We doen diverse dingen op de werkplek, informatiebijeenkomsten organiseren, bijv. om duidelijk te maken wat de regering van plan is met dat wetsontwerp, wat dit betekent voor de werknemer.

En de langere termijndoelen?

Antwoord: We willen op den duur met zoveel mogelijk werknemers in contact komen. Op het ogenblik hebben we in het hele land zo'n twee miljoen arbeiders en ambtenaren en we hebben belangrijke stappen in hun richting gezet, maar we zijn er nog lang niet. We staan nog te zwak om de hele werkende klasse te bereiken. We kunnen op het ogenblik zeggen, dat we met zo'n 50 procent van de werknemers contact hebben. Die hebben we niet onder controle - we benaderen en informeren ongeveer 50 procent van de werkende bevolking. Uiteraard is dat heel wat voor de korte periode dat we als PAME aan het werk zijn. Het is een belangrijke stap vooruit om de werknemers hun zelfvertrouwen terug te geven, hen klassenbewust te oriënteren, het defaitisme te doorbreken en ook de desoriëntatie die de vakbonden bij hen teweeggebracht hebben. Daarbij wordt de oorzaak van de sterkte en/of verslechterende arbeids- en leefomstandigheden verbonden met het kapitalistische systeem, waarin ze leven, om het klassengeoriënteerd zijn te bevorderen. De vakorganisaties geven niet eens meer de lijn van-strijd-voor-kleine-verbeteringen aan, zoals het reformisme van de jaren tachtig van de vorige eeuw nog deed. Men behaalde toen nog wel een paar verbeteringen. Ze geven niets meer, geen informatie, niets. De vakorganisaties van nu hebben niet alleen consensus gesloten met de regeringspolitiek. Nee, ze verstrekken niet eens meer de geringste informatie over de problemen die er zijn en gaan komen.

We gaan dus naar die vakbonden. De leden weten maar al te goed dat de communisten vooropgaan, op de bres staan voor hun problemen. Dat is een algemeen erkend feit. Maar een zwak punt is, dat we er niet goed in slagen de standpunten van de partij duidelijk herkenbaar te verbinden met de problematiek van de werknemers. Ze duidelijk begrijpbaar te specificeren voor de werknemer. Dat we daarin tekortschieten blijkt uit de resultaten telkens als er politieke verkiezingen zijn. Ondanks de grote invloed, die we als partij hebben op de vakbeweging, in de organen, komt dit niet tot uiting in de stemresultaten. Het 16e Partijcongres heeft belangrijke besluiten in die richting genomen, hoe we dus de partijstellingen beter kunnen specificeren naar de werkende klasse toe, zodat deze ze op kan nemen en ermee kan werken.

Wat is de belangrijkste boodschap voor Nederlandse communisten?

Antwoord: Wij willen via die coördinatie van Europese vakbonden niet alleen een boodschap van solidariteit meegeven aan de Nederlandse communisten om ook op die manier effectiever te kunnen meedoen aan de strijd tegen de politiek van de Europese Unie, die gemeenschappelijk is voor al onze landen. We willen graag dat ook de Nederlandse communisten via hun vakorganisaties in contact komen met het Coördinatie Comité om allemaal samen onze actie op Europees niveau te coördineren. Aan de andere kant zal ook in Nederland het dagelijkse contact met werknemers aan communisten de plaats geven die ze waard zijn en tegelijkertijd de voorwaarden scheppen voor de groei van de communistische beweging, maar ook kunnen de werknemers zich op die manier meer klassengeorienteerd op de partij gaan richten.