Rust in Kinshasa;

Leugens in het Westen

Van de redactie buitenland

Waarnemers spreken vol lof over de serene manier waarop de Congolese autoriteiten op de dood van Kabila reageerden. De chaos, die her en der was voorspeld kwam er niet. Sommigen vreesden dat het leger aan het plunderen zou slaan. Ook dat gebeurde niet. De regering had de situatie volledig onder controle. Dankzij de snelle aanstelling van de nieuwe president, Joseph Kabila, kwam er geen burgeroorlog

Het Westen kwam weer met zijn bekende negatieve boodschappen op de proppen: "Kabila snoof meer drugs dan dat hij at". "Che vond Kabila ook maar niets, hij hield alleen van drank en vrouwen". Maar de berichtgeving in Cuba toont een ander beeld. Dat land kondigde drie dagen van nationale rouw af. Fidel Castro huldigde de strijd van Kabila voor de nationalistische revolutionaire idealen van de eveneens vermoorde Patrice Lumumba. Het blad van de jongerenorganisatie van de Cubaanse Communistische Partij, Juventud Rebelde, schreef dat Kabila een strijdmakker was geweest van de grote Cubaanse revolutionair Che Guevara.

Net zoals bij de dood van Che

In de dagen na de moord werd Kabila op de meest grove manier belasterd in een belangrijk deel van de westerse pers. Dit blijkt de standaardbehandeling die onze beschaafde pers over heeft voor revolutionairen. Een revolutionaire uit Latijns Amerika vertelde ons: "Ik was dertien toen Che werd vermoord. Ik herinner me nog zeer goed hoe de media de dagen na de moord allerlei leugens over hem verspreidden. De kranten schreven dat Fidel Castro Che had laten vermoorden. Ze schreven dat Che een vrouwenloper en een dronkaard was... Precies hetzelfde als vandaag met Kabila. Men heeft die leugens nodig om het volk te ontmoedigen en de revolutionairen te vernederen. Het is een teken dat de revolutionair die ze proberen zwart te maken, het imperialisme diep geraakt heeft."

Campagne tegen Joseph Kabila lukt niet

Onmiddellijk na de moord op Kabila wisten veel westerse media te vertellen dat zijn zoon, Joseph Kabila een Tutsi was, die enkel Engels en Swahili spreekt. De Congolezen zouden het ook niet nemen dat hun land zou worden geregeerd als een koninkrijk door de familie Kabila.

Le Soir-journaliste Colette Braeckman schrijft zeer terecht: "Het Westen moet stoppen met zijn neiging om ginds een bevriende leidersploeg te installeren, en wel om één goede reden: het zijn de Afrikanen zélf die hun geschiedenis maken." Maar niet iedereen denkt zoals Braeckman.

Verschillende westerse media lanceerden na de dood van Laurent Kabila drie leugens en evenveel pogingen om oproer en incidenten tegen Joseph Kabila uit te lokken.

Allereerst meende men er goed aan te doen Joseph Kabila voor te stellen als een Tutsi. Niet toevallig wordt de aanval op Congo vanuit Rwanda en Oeganda, die zoveel woede opwekt bij de bevolking, geleid door Tutsi's. De zeer welingelichte BBC meldde dat Joseph Kabila Tutsi is "want zijn moeder is Tutsi". Veel media namen dit over en voegden eraan toe dat "de meeste Congolezen niet akkoord gaan met deze benoeming". Maar tijdens de begrafenis van president Kabila hield weduwe Sifa Mahanya een toespraak waarin ze de revolutionaire strijd van haar man beschreef en opriep die strijd verder te zetten. Ze is afkomstig uit Maniema, in het centrum van Congo.

Tweede leugen: Joseph is haast een analfabeet en hij spreekt geen Frans. Daar kan men toch niet veel respect voor hebben, wel? Weer mis. Joseph Kabila blijkt immers vlot Frans te spreken. Dat gaf minister Michel toe.

Tenslotte: een presidentschap van vader op zoon, dat kon toch niet. De nieuwe president maakte hier ook een einde aan: tijdens zijn toespraak als president zei hij dat hij na de bevrijding van het bezette deel van het Congolese grondgebied, zo snel mogelijk presidentsverkiezingen zal organiseren.

Meerderheid bevolking kiest voor Joseph Kabila

Als in Kinshasa vandaag een overweldigende meerderheid de kant kiest van Joseph Kabila, dan komt dat onder andere omdat met zijn aanstelling als president datgene werd vermeden wat iedereen vreesde: een uitbarsting van oorlog en slachtpartijen in Kinshasa. Maar hoe het nu verder moet met de Congolese revolutie is nog niet helemaal duidelijk.

Grondstoffen en politieke afhankelijkheid

De westerse strijd tegen 'de dictatuur van Kabila' wordt ingegeven door politieke en economische motieven. Robert Stewart, een belangrijk figuur uit de grote zakenwereld met belangen in AMF, Bechtel en Krupp lichtte het eigenlijke programma voor de heropbouw van Congo tijdens een persconferentie in Brussel uit. "De economie herstarten onder leiding van westerse specialisten, het land opdelen zodat de overheid van Katanga zelf contracten kan ondertekenen, een radicale privatisering van alles wat nog niet verkocht is door Mobutu, een snelle en strikte terugbetaling van de schulden, eeuwige trouw aan de voorschriften van het Internationaal Monetair Fonds en herstructurering van het leger onder de hoede van de NAVO". (1) Zelfs de journaliste van La Libre Belgique is bij het horen van zoveel neo-koloniale discussie waakzaam: "Het oubollige aspect van het teruggrijpen naar het oude paternalisme kan niet verbergen welke financiële belangen op het spel staan." (2)

De anti-Kabila-krachten hebben ook "contacten op het hoogste niveau in de Verenigde Staten, Europa en diverse Afrikaanse landen... Maar als het nodig is, zullen wij de militaire optie niet schuwen." (3) We zijn dan eind mei 1998. Twee maanden later brak in Congo de oorlog uit die nu nog altijd voortduurt en die al 2,3 miljoen slachtoffers maakte. De westerse multinationals beschouwen Afrika als het terrein waar ze ongestoord enorme winsten kunnen binnenslepen. Zij dachten waarschijnlijk dat het uur gekomen was waarop ze de Congolese nationalisten de doodsteek konden toebrengen.

  1. Tekst persconferentie van Congolese schaduwregering van kolonel Mallants in Solidair, 27-5-1998
  2. La Libre Belgique, 21 mei 1998
  3. Interview in De Groene Amsterdammer van 8 juli 1998.