Carnaval, een feest van gelijkheid

Door Anna Ioannatou

Carnaval heeft een heel oude geschiedenis en is een uiterst interessante bron van inlichtingen over volksgebruiken, die tot ver voor het Christendom teruggaan. Waar het Christendom er niet in geslaagd is dit Dionysische festijn, dat zo nauw verbonden was met de dialectische beweging van de natuur (geboorte-dood is een eeuwige cyclus) weg te drukken, heeft het geprobeerd het carnaval danig te 'verpreutsen'.

In Griekenland vertegenwoordigen de carnavalsliederen en vooral de 'schunnige' een onderdeel van een eeuwenoude volkscultuur, dat heel weinig is onderzocht en bestudeerd. Immers, een hypocriete burgerlijke moraal plus preutsheid van diegenen die het materiaal verzamelden, hebben dit stuk volkscultuur grotendeels verzwegen en/of genegeerd. Een paar jaar geleden werd dit stilzwijgen doorbroken door de verschijning van een boek van de Kunstenaars Vereniging voor Volksmuziek Donna Samióu, getiteld "Carnavalsliederen, heilloos en heilig". Deze Donna Samióu is Griekenland's belangrijkste onderzoekster van volksmuziek en dans van het ogenblik, die werkelijk in elke hoek van het land al jarenlang naar materiaal speurt en daarbij geen moralistische censuur toepast. In de liederen en de dansen, die in deze uitgave zijn opgenomen wordt op heel aanschouwelijke wijze de oerkracht en de traditie van deze Griekse 'lente-ceremonie' ondergebracht. In deze carnavalsliederen valt op hoe zinsneden harmonisch gecombineerd worden met het hele repertorium van satirische en 'onfatsoenlijke' liedjes. Met deze combinatie worden de sociale regels overtreden op een manier die via de eeuwenoude gebruiken wordt opgelegd. Deze overtreding wordt geuit in een omverwerpen van de bestaande sociale orde door o.a. leidende figuren in de hiërarchie van de samenleving voor schut te zetten, maar ook wordt al wat natuurlijk heet te zijn op zijn kop gezet. Vooral de oudste carnavalsliederen waren de 'schunnigste' en werden gezongen zonder begeleiding van muziekinstrumenten (a capella), of er werd in twee groepen gedanst om vuur heen.

Carnaval was altijd een topfeest van vreugd en vernieuwing voor het z.g. gewone volk en is het enige zuiver buitenkerkelijke, heidense feest gebleven. De verbinding met de christelijke kalender is slechts formeel. Als feest, waarin een heel gamma aan oeroude gebruiken verwerkt is, is het niet alleen een kwestie van plezier, maar er zit ook een sterk sociale dimensie aan. Volgens sommigen heeft carnaval een sterk subversief karakter, want er vindt een bewustwording plaats van hoe raar sociale onderscheiden eigenlijk zijn en hoe vanzelfsprekend gelijkheid van alle mensen is. En dus lijkt omverwerping van de bestaande orde een natuurlijke gevolgtrekking...

Deze subversieve (voor de bestaande sociale orde) dimensie wordt symbolisch tot stand gebracht via de bekende carnavalsvermommingen en maskers, want zo is het onderscheid tussen mensen niet te zien, niet in stand, niet in leeftijd, niet in geslacht. Maar ook in woord wordt dit karakter geuit d.w.z. de komische uitdrukking, maar vooral de liederen die een heel systeem van opvattingen, waarden en voorstellingen weerkaatsen over natuur en samenleving. Maar dan wel gezien door de carnavalsbril, dus als een omkering. Binnen deze omkering van het waardesysteem mogen: zeggen wat je maar wilt, vuile moppen tappen, overtreden van zelfs de sterkste taboes, schenden van heilige koeien, uitbazuinen van seksuele verlangens. Irrationeel wordt rationeel, de leugen maakt waarheid tot leugen, tegendelen ontmoeten elkaar en... gooien het op een akkoordje.

Mensen, die niet zijn wat ze lijken, zingen liedjes die niet bedoelen wat ze zeggen. Via het lichte, lustige, speelse woord, via vermakelijke toestanden en een misleidende verwarring van uitgezonden en opgevangen signalen wordt gezocht naar een code, waarmee de mensen hun protest kunnen uiten tegen vervelende toestanden, tegen onrecht en waarmee ze hun verzet kunnen uiten tegen elke vorm van machtsonderdrukking, aards en bovenaards.

De dansen van de laatste zondag, maar ook van carnavalsmaandag - ook een dag nog van vermommingen - zijn een symbool van volledige afbouw van de gemeenschap, als de leden van die gemeenschap 'gedemoniseerd' achter hun maskers en misleidende vermommingen hun gelijkheid ten overstaan van de dood demonstreren, maar tegelijk ook hun deelname aan de eeuwigheid van het leven.

Uiteraard wordt carnaval, vooral in de steden, veel oppervlakkiger beleefd nu. Maar gefeest wordt er wel in die periode in Griekenland en, soms zelfs in vermommingen, die een duidelijke satire op leidende figuren zijn.