Inflatie en strijdbaarheid

Van de sociaal-economische redactie

In oktober 1999 gingen de bonden bij hun CAO-wensen uit van een inflatie van twee procent. Ze wilden toen 3,5 procent loonsverhoging om een reële loonsverbetering van 1,5 procent te bereiken. In maart 2000 bleek de inflatie al hoger. De loonsverhoging van dit jaar smelt weg tegen de inflatieverhoging. Waar blijven de vakbondsacties om dat geld terug te halen?

In 1999 was hij uitgekomen op 2,2 procent en voor 2000 werd weer 2,2 verwacht. De FNV reageerde erop door met een looneis van vier procent op de proppen te komen. Er optimistisch van uitgaande dat er twee procent loonsverbetering zou overblijven. Intussen steeg de inflatie met meer dan vier procent! Tel dus maar weer uit je winst. De grote jongens steken miljoenen in hun zak, de winsten van de bedrijven waren in sommige gevallen nog nooit zo hoog, maar de werknemers (en in het verlengde daarvan de uitkeringsverplichtigden) krijgen een verhoging die zelfs lager is dan de prijsinflatie.

Afgemeten aan het nationaal inkomen hebben de Nederlandse werknemers sinds begin 1980 al 45 procent loongroei ingeleverd, 2,3 procent per jaar, schreven we in Manifest 22 van vorig jaar. We riepen toen ook op om reële looneisen te stellen. Het leek er even op dat er door een reeks van bonden zes procent zou worden geëist, nog geen vetpot, maar tenminste wat. Maar die eisen werden door de FNV-top snel van tafel geveegd en nu zitten de werknemers voor de zoveelste keer met lege handen.

En waar blijft de vakbeweging nu? Gaan ze de achterstand opeisen of laten ze voor de zoveelste keer toe dat er van het loon wordt geroofd zonder schadeloosstelling? Nee, van de vakbondstop hoeft de werknemer niets te verwachten, integendeel. Zodra er even sprake is van een rimpeling in de economische groei haast De Waal zich om iedereen te vertellen dat het ook wel wat lager kan met die gestelde loon'eis' van vier procent. In het poldermodel heerst immers overeenstemming over het feit dat de loonruimte beheerst moet zijn. Daarom beginnen de federaties van werknemers ook altijd met een eis die ongeveer overeenkomt met de verwachte inflatie en productiestijging. Het gaat om een louter administratieve handeling. Als de arbeiders gelaten reageren blijft het bij die 'eis' of wordt hij zelfs nog minder. Pikken de arbeiders het niet dan wordt er hier en daar nog wat extra geld gevonden, meestal overigens niet structureel, maar eenmalig.

Het Centraal Plan Bureau en het Centraal Bureau voor de Statistiek onderschatten systematisch de groei van de productiviteit en van de inflatie. Daarmee is de eerste winst voor de kapitalisten dus al veiliggesteld, omdat er meestal geen sprake is van volledige correctie achteraf. Bij een feitelijk hogere productiviteits- en inflatiegroei leverden de arbeiders nog voor de CAO-onderhandelingen begonnen al een deel van hun geld in.

Nu de inflatie uitkomt op 4,2 procent roept Kok dat deze hoge inflatie niet mag leiden tot hogere looneisen. Wat is het antwoord van De Waal hierop? Hij voorspelt dat deze hoge inflatie de bonden zal aansporen om scherper aan de looneisen vast te houden, opdat de loonsverhogingen niet door de prijsstijgingen worden ingehaald. Zo geeft hij alleen zichzelf een antwoord op zijn eerdere uitlatingen. Eind januari 2001 heette het nog uit zijn mond dat de looneis van vier procent stevig was en dat de FNV bereid is over die hoge eis te praten, als de economische groei tegenvalt. Uiteraard was hij ook zeer ontevreden met de looneis van zes procent van FNV Bouw. Daar komt hij nu dus enigszins op terug, maar eist hij de ingeleverde ruimte alsnog op? Het antwoord is nee. Er wordt dus weer eens een mooi toneelspel opgevoerd om de arbeiders in de war te brengen. Maar goed wat kunnen arbeiders eigenlijk nog verwachten van bonden, zoals FNV Bondgenoten, die zich over hun strategie laten adviseren door topondernemers? Akzo Nobel, Randstad, PinkRoccade, Numico, ECT, Luchthaven Schiphol bepalen de strategie bij sommige Nederlandse bonden. Werknemers, het wordt de hoogste tijd om van dat soort bestuurders af te komen. Stuur ze de laan uit en kom op voor een reëel deel van de tomeloze winsten.