Bush toont ware gezicht

Bombardementen op Bagdad

Door Wil van der Klift

Op het moment dat steeds meer landen af willen van de sancties tegen Irak laten Bush en zijn Engelse schoothondjes zien wat we de komende periode kunnen verwachten. De VS en het VK zullen, zonder de andere geallieerden daarin te kennen, op de hun eigen manier orde op zaken stellen: met geweld. Was er onder de Clinton-regering nog een zweem van ingetogenheid en bereidheid tot politieke oplossingen, dat is nu voorbij. We zijn weer terug in het tijdperk van de Rambo's.

Het moest wel heette het; het was zelfverdediging. "Voor het eerst sinds het einde van de Golfoorlog tien jaar geleden vormen Iraakse luchtdoelraketten een serieuze bedreiging voor de levens van de Amerikaanse en Engelse piloten die de naleving van het vliegverbod boven delen van Irak afdwingen", was het verhaal. "Van de top van het Pentagon tot en met de straaljagerbemanningen die vanuit Saoedi-Arabië en Turkije opereren, groeit de bezorgdheid over een kleine maar abrupte stijging van het aantal luchtdoelbatterijen in Irak en over een recente verandering van de tactiek van de Iraakse schutters, aldus Amerikaanse en geallieerde militaire functionarissen". (1)

Maar kennelijk speelt er nog iets anders mee. "De piloten en hun commandanten zitten opgezadeld met de gebrekkige strategie en tactiek die onder de regering-Clinton zijn ontwikkeld. De vliegeniers krijgen het bevel om doelen van weinig militair belang aan te vallen, terwijl ze moeten opereren in een omgeving die steeds gevaarlijker wordt". (1)

Bush wil kennelijk een agressievere aanpak, niet meer symbolisch, maar aanvallend. Alles wijst erop dat het Pentagon de leiding krijgt bij de nieuwe strategie jegens Irak. "Saddams weigering om de wapeninspecteurs van de VN naar zijn raketten en massavernietigingswapens te laten zoeken, betekent een schending van het staakt-het-vuren dat een eind maakte aan de Golfoorlog en vormt een wezenlijke grondslag voor nieuwe geallieerde militaire campagnes tegen Irak", heet het excuus. (1)

Ook in Groot-Brittannië vond de regering dat "een gerichtere en effectievere strategie vereist was om het voortduren van de militaire acties te rechtvaardigen". Daar meende men dat "de tijd voor symbolische militaire acties tegen Saddam voorbij is. We moeten het nu hard spelen, of vertrekken". (1)

Deze nieuwe houding staat volstrekt haaks op de afnemende steun voor de economische sancties tegen Irak. De bombardementen waren daarom niet alleen gericht tegen Saddam Hoessein, maar evenzeer en wellicht zelfs vooral tegen de westerse bondgenoten en andere staten die af willen van de sancties. Uiteraard spelen bij landen als Rusland en Frankrijk, die tot die landen behoren, eigen oliebelangen een grote rol. De bombardementen zijn daarom vooral een signaal uit Washington en Londen dat de Iraakse olievelden hun 'eigendom' zijn.

De rol van Irak in het Midden-Oosten wordt bovendien weer steeds belangrijker. Vooral in Palestina wordt er openlijk steun betuigd aan Saddam Hoessein. De toenemende kans op chaos en oorlog in Palestina en de groeiende sympathie voor Irak vormen ook een belangrijke reden voor de bombardementen. Het is maar dat de wereld het weet. De belangen van het Noord-Amerikaanse, Britse en Israëlische kapitaal zullen ten koste van alles worden verdedigd. De tijd van diplomatieke oplossingen is voorbij, het wapengekletter zal weer te horen zijn, ten koste van het bloed van velen. Dat is het signaal van de bombardementen op Bagdad. Er was geen sprake van een routineklus, maar van een politieke omslag.

FD, 17-2-2001, Jim Hoagland/The Washington Post.