Wordt kapitalisme antifascistisch?

Waarom de antinazi-campagne 'van boven' huichelarij is

Door Kurt Gossweiler

Dit is het tweede deel van een analyse van Kurt Gossweiler, die Manifest de komende periode zal plaatsen in een reeks over vragen van antifascistische bondgenootschappen.

De huichelarij en schijnheiligheid van de antinazi-campagne van boven blijkt uit het volgende.

Ten eerste: er wordt in het geheel niets gezegd over het feit dat de bondsrepubliek vanaf de oprichting nazi-tradities voortzette en haar staatsapparaat: justitie, scholen, politie en ook het leger, voor een groot deel werden gevormd door oudnazi-ambtenaren en generaals van Hitler. Heel toepasselijk schrijft Fritz Teppich: "Verwijzingen naar de vergroeiing aan de wortels van de opvolgerstaat met het rijk van de vreemdelingenhaat zijn taboe. Er wordt geen woord gezegd over de samenhang tussen het weer in dienst nemen van duizenden dienende ambtenaren uit het racistische Derde Rijk vanaf 1950, conform artikel 131 van de grondwet, en de tegenwoordige nazistische wandaden. Het toen verspreide giftige zaad is nu sterker dan ooit aan het ontkiemen... Adenauer haalde aan het begin van de bondsrepubliek Globke in de bondskanselarij binnen - een expert op het gebied van discriminatie van joden - als een van zijn innigste medewerkers (...). In de door de oorlog leeggelopen kantoren kon hij lieden inlassen uit de nalatenschap van de nazi's, die op de lange termijn weer al te welkom zouden zijn. (...) Voor decennia werden zo reactionaire invloeden verankerd. Daaraan waren en zijn tot op heden scholieren en studenten blootgesteld. De gevolgen zijn onmiskenbaar, tot ver naar beneden, bij de primitieve neonazistische groepen vechtersbazen, maar ook bij hun leiders, waarvan er zelfs velen universitair geschoold zijn." (5)

Ten tweede: door de vreemdelingenhaat en het aanhouden van reactionaire tradities uit de Duitse geschiedenis, inclusief die uit het 'Derde Rijk', staat extreem-rechts geheel op een lijn met de politiek van de staat. Enkele voorbeelden ter memorie:

Gerhard Schröder, de eerste sociaal-democratische kanselier die oorlog voerde, bewees zelfs de revanchistische 'Bund der Vertriebenen' (BdV) grote eer door op hun 'Tag der Heimat' op 3 september in het Konzerthaus aan de Gendarmenmarkt in Berlijn de feestelijke openingsrede te houden. (6)

Schily, zijn partijgenoot en minister van Binnenlandse Zaken, die lang geleden links heette te zijn en verdediger van de beklaagden in het proces tegen de RAF, gaf door zijn verklaring "Die Grenze der Belastbarkeit Deutschlands durch Zuwanderung ist überschritten" (de grens van wat Duitsland aan immigranten kan hebben is overschreden) (7) aan alle neonazistische vreemdelingenjagers de legitimatie voor hun 'patriottische activiteiten' ter "Verhinderung der Überfüllung des Bootes" (voorkomen van het vollopen van de boot).

Scharping, minister van Defensie, die zichtbaar genoot toen hij een paar maanden minister van Oorlog mocht zijn, kan natuurlijk niet achterblijven bij de minister van Binnenlandse Zaken. In 1998, in april, toen de SPD nog in de oppositie zat, eiste een meerderheid in de bondsdag van SPD/PDS en Groenen, dat de naam van Hitler, geëerd met de hoogste orde, en die van Werner Mölder, de generaal, die deelnam aan de invasie door de nazi's van de Spaanse republiek, uit alle instituten van het Duitse bondsleger moesten worden verwijderd. Toen dan nu, tijdens de regering van Schröder, dit besluit van de volksvertegenwoordiging, dat met de steun van zijn partij en hemzelf genomen was, in daden moest worden omgezet, handelde Scharping niet anders dan van zijn voorganger Rühe in dit geval kon worden verwacht: hij liet één van zijn medewerkers in het beste wollige burocratische Duits zeggen dat het werken van Mölder in het totale systeem van de onwettige nazi-staat volgens hem "niet zo zwaar aangerekend moest worden, dat een ingrijpen van boven absoluut onomtkoombaar was". (8) Scharping zorgt ervoor, dat Mölder, het voorbeeld van een neonazi, ook een voorbeeld is van de situatie in het Duitse leger.

En dan nog eens over Stoiber, de minister-president van Beieren: We weten nog goed dat hij het was, die de vreemdelingenhaat aanwakkerde met zijn waarschuwing voor "een maatschappij, die een mengelmoes is en vele rassen herbergt." Hij was het ook, die zijn vrienden van de Oostenrijkse Volkspartij dringend aanraadde niet meer met de SP, maar met de 'Freiheitlichen' van Haider, de FP, een coalitie aan te gaan.

Ook mogen we Beckstein niet vergeten, de minister van Binnenlandse Zaken van Stoiber, die evenals zijn chef vroeger altijd maande tot tolerantie voor rechts en nu tot ieders verbazing plotseling als een roepende in de woestijn in het openbaar opriep tot een verbod van de NPD. Deze Beckstein was de drijvende kracht achter de jacht van neonazi's op buitenlanders die naar Duitsland vluchtten om vervolging en ellende te ontlopen. Hij verklaarde, dat Beieren alleen buitenlanders zou opnemen "die nut voor ons hebben", maar diegenen niet binnen zal laten, eerder zal uitzetten, die hier "alleen maar misbruik maken van het sociale systeem". (9)

Tenslotte wijzen wij hier er nog even op dat Koch, de huidige minister- president van Hessen, deze positie door meervoudige criminele activiteit heeft verkregen. Allereerst door het financieren van de verkiezingsstrijd met zwarte smeergelden uit de wapenindustrie; ten tweede: door een hetze-campagne van handtekeningen, die de NPD niet zou hebben misstaan, tegen een dubbele nationaliteit voor Duitse landgenoten van buitenlandse komaf. Rüttger, partijvriend van Koch, was immers in Nordrhein-Westfalen een campagne gestart in dezelfde ophitsende geest tegen de Green-Card-actie van de bondsregering, met zijn (treu-doitsch-doof) ietwat achterlijke spreuk 'kinderen inplaats van hinderen' (hier bedoeld: Hindoes/Indiërs).

Ten derde: als men let op de aandacht die kanseliers, ministers, partijleiders, managers en de media in de laatste maanden geven aan nazistisch bekladden, het schenden van joodse synagoges en begraafplaatsen, het bevuilen van antifascistische monumenten en gedenkplaatsen, overvallen door nazi's en het vermoorden van buitenlanders, antifascisten en anderen, van personen die door de staat gediscrimineerd worden en als lastig beschouwd, krijgt men de indruk, dat dit allemaal pas deze zomer voor het eerst in Duitsland heeft plaatsgehad. Der Tagesspiegel had het over een "uitbarsting van een vulkaan van verontwaardiging over extreem-rechtse wandaden" sinds half juli van dit jaar. (10) Toen op 17 juni in Dessau een horde jonge nazi's een kleurling, Alberto Adriano, de dood injoeg, ging er met recht een golf van verontwaardiging door het land; maar volgens de officiële lezing van de regering was "het tamelijk kalm verlopen". (11)

Het 'antifa-offensief van staatswege' werd pas een maand later, op 16 juli, ingezet door de nieuwe voorzitter van de Groenen, Renate Künast, nadat een dag eerder drie jongeren in Ludwigshafen een brandende fles bij een asielzoekerscentrum naar binnen hadden gegooid. (12)

Een paar dagen later, op 27 juli, werd door 'tot nu toe nog niet opgespoorde daders' op een S-baan-station van Düsseldorf een bomaanslag middels een buizenbom, gepleegd op een groep joodse vluchtelingen uit de Oekraïne, waarbij 10 mensen levensgevaarlijk gewond raakten. (13) Pas toen ontstond de uitdrukking "als van een vulkaan" van bovenaf. Maar dergelijke moorddadige aanvallen uit het bruine circuit zijn absoluut niet nieuw. Al jarenlang vinden dergelijke dingen plaats, maar pas na 1990 werden ze door de media als feit afgeschilderd, als het in het 'oosten' gebeurde en misbruikt kon worden om de DDR in 'diskrediet' te brengen. Toen er echter in het westen zelfs mensen door brand omkwamen, zoals in 1996 in Lübeck, liet men verdachte jongeren uit de nazi-scene gewoon lopen en probeerde onmiddellijk via twee processen te bewijzen, dat deze daad werd verricht door de buitenlander, Safran Eid. (14)

Het aantal personen dat van 1990 tot 2000 door neonazi's is vermoord bedraagt, volgens rapporten van kameraad Christian Koberg - in zijn lezing op de tweede dag van de bijeenkomst van het partijbestuur - al meer dan 130.

Meldingen over schendingen van joodse instellingen en gewelddaden tegen buitenlanders en hun woningen werden in het verleden gewoonlijk afgedaan met typische woorden als de volgende: "De politie gaat ervan uit, dat het hier gaat om incidentele daders", of: "Een achtergrond van extreem-rechts valt niet waar te nemen."

Dat justitie voor rechts blind is en de politie nazi's beschermt en op antifascisten inslaat, dat behoeven wij in deze kringen niet aan te tonen.

Noten:

5. 'Deutsch-Tschechische Nachrichten', nr 22, augustus 2000, blz. 7.
6. 'Konkret', nummer 10 van 2000, blz. 19.
7. Interview met 'Tagesspiegel', Berlijn, 15 november 1998.
8. Hans Daniel, 'Eppelmanns Patronatskahlschlag', in Junge Welt, 10 oktober 2000, blz. 12.
9. 'Extreem-Rechts en neonazisme in Beieren', in Die Rote Fahne, Berlijn, nummer 9, september 2000, blz. 3.
10. Citaat uit 'Rück gegen Rechts' door Horst Pankow, in Konkret, septembernummer van 2000, blz. 12.
11. 'Das gleiche Pack' door Tjark Kunstreich, in Konkret, septembernummer van 2000, blz. 15.
12. Idem.
13. Bijv. Düsseldorf: 'Ignoranz und Verharmlosung', in UZ, nummer 2 van 2000, blz. 4.
14. 'Kommunistische Arbeiterzeitung', Nürnberg, nummer 296, blz. 32.

Vertaling Toos Plug