Kan de Europese Unie de NAVO om zeep helpen?

Door William Pomeroy

Hetzelfde militaire bondgenootschap waarmee het westerse imperialisme opschepte als overwinnaar in de koude oorlog, dreigt nu uiteen te vallen. De Noord Atlantische Verdrags Organisatie (NAVO), die het VS-leger verenigd heeft met die van de meeste West-Europese landen, is aangeslagen. Maar het zijn niet de vredeskrachten en de democratische vooruitgang in Europa, die allang de ontmanteling van de NAVO hebben geëist, die oorzaak zijn van een zich verdiepende crisis in het bondgenootschap.

Het is het blok van 15 kapitalistische landen, dat zich de Europese Unie noemt en die nu bezig is een militaire vleugel op te bouwen. Het einde van de NAVO zal met vreugde door progressieve Europeanen tegemoet worden gezien, maar de militaire eenheid die daarvoor in de plaats moet komen, is evenmin ter verdediging van de democratische belangen, als de NAVO dit ooit geweest is.

Voor het VS-imperialisme nam de ineenstorting van het Europese socialisme en het Warschaupact de hindernis weg voor zijn wereldwijde aspiraties, maar de opkomst van de EU heeft de VS geplaatst voor een tegenstander van een heel ander soort. De EU, begonnen met zes landen met als doel een gemeenschappelijke markt, heeft nu 15 leden en is onderweg naar een verdubbeling van dat aantal.

Stap voor stap is er een ontwikkeling naar politieke concentratie (een Europees Parlement dat begint te functioneren en een uitvoerende commissie) en toenemende integratie van de financiële en industriële sectoren. Zijn handel en multinationale bedrijfsvoering vormen een concurrentie voor de wereldwijde economie van de VS. En in het bijzonder de stap naar de opbouw van een Europees leger bezorgt de strategische beleidsmakers in de VS slapeloze nachten.

De VS hebben langdurig aangedrongen op toename van militaire uitgaven en troepenmachten in de Europese landen als hun aandeel in de NAVO, dat zou de VS in staat stellen om de eigen financiële betrokkenheid in te krimpen. Aanvankelijke plannen van vier jaar geleden om een gezamenlijke Frans-Duitse divisie op te zetten, werden met goedkeuring ontvangen. Het idee van een veel bredere legermacht bleef echter gisten in de Europese Raad en door de NAVO-oorlog tegen Joegoslavië nam dit concrete vormen aan: deze oorlog werd practisch helemaal door de VS-luchtmacht gevoerd en met VS-wapens, zodat de Europese NAVO-leden ontoereikend leken en niet in staat tot een up-to-date oorlogvoering. Een EU met wereldmachtaspiraties bleek in militair opzicht zwak in vergelijking met de VS-wereldmacht.

In december 1999 pleitte een EU-top in Helsinki voor het opzetten van een 60.000 manschappen sterke 'snelle interventiemacht' (rapid reaction force, RRF) vóór 2003, die ingezet kon worden als de NAVO als geheel er niet bij betrokken wilde worden, zowel binnen als buiten het operatiegebied van de NAVO. Bij gelegenheid van de EU-top in Lissabon in juni 2000 stemde men in met een 5000 manschappen grote politiemacht voor 'internationale missies'. In november 2000 had er in Brussel een ontmoeting plaats van Europese ministers van Defensie en van Buitenlands Zaken. Zij begonnen voor de deelnemende landen een verdeelsleutel op te stellen voor de bijdrage van de troepenmacht van de RRF. In december 2000, op het topoverleg in Nice werd de RRF formeel ingesteld.

Terwijl zo de EU-plannen militaire vorm kregen, werden zij met groeiende schrik gevolgd door de VS. Daar hoort men nu de beschuldiging dat de EU een verborgen agenda heeft om een volledig uitgerust Europees leger op poten te zetten, los van de NAVO en niet meer onder VS-controle.

In het laatste jaar, naargelang de RRF concrete vorm kreeg, zijn er nogal wat visites geweest van hoge VS-militairen aan Europa om te waarschuwen voor de richting waarin Europa zich bewoog. Aan de vooravond van het topoverleg in Nice was het VS-staatssecretaris van Defensie William Cohen, die een bijeenkomst in Brussel van NAVO en EU-tegenhangers toesprak: "Als er sprake zou zijn van een Europese strijdmacht als een concurrerende structuur voor de NAVO, zou de NAVO wel eens een kadaver kunnen worden".

De VS-delegatie naar de internationale veiligheidsconferentie in München in de eerste week van februari, geleid door de onderminister van Defensie Donald Rumsfeld, raakte naar men zei betrokken bij de meest scherpe woordenwisseling tussen VS en EU in de laatste tientallen jaren. Deels ging het over de weerzin in Europa tegen het VS-'Star Wars'plan, maar de grootste grief was de RRF.

Rumsfeld uitte zijn sterke bezwaren tegen Europa's militaire plannen: hij was "een beetje bezorgd" voor een destabilisatie van de NAVO die in deze plannen besloten ligt. Het is het vooruitzicht en het potentieel van een Europees leger, dat schade toebrengt aan VS-belangen. Europese bronnen geven toe dat het ten minste tien jaar zal duren voor hun strijdkrachten een high-tech oorlog kunnen voeren. Een conflict met andere grootmachten lijkt onwaarschijnlijk, maar interventie-oorlogen in streken waar de Europese handel en investeringen in het geding zijn, in Afrika, het Midden-Oosten, Centraal Azië of elders, zijn goed mogelijk en deze zouden de imperialistische belangen van de VS kunnen doorkruisen. Ook de inzet van RRF tegen revolutionaire of andere volksoproeren in Europa zelf, is niet ondenkbaar.

Bij volksbewegingen in Europa is zelfs het opperen van het idee van een

Europees leger een ondemocratisch gegeven. Klaarblijkelijk is er wijdverbreide ontevredenheid en oppositie tegen de Europese Unie zelf, haar gemeenschappelijke munt de euro, de Europese Commissie die instrument is van grote multinationale concerns, haar politiek van privatisering en haar stappen om de welvaartsstaat af te breken. Voor velen is de Europese verklaring dat de RRF bedoeld is voor humanitaire en vredesdoeleinden een reden tot alarm: precies dit verkondigde de NAVO als de bedoeling van zijn moordlustige oorlog tegen Joegoslavië.

Vertaling: Thomas Janssen.