Grondwetsherziening: sociale afbraak in een institutioneel jasje

Door Anna Ioannatou

Grondwetsherzieningen zijn belangrijk, want ze weerspiegelen - soms op onthullende wijze, soms bijna niet waarneembaar - de ware bedoelingen van regeerders inzake de individuele en sociale rechten van de burgers van een land. Een grondwetsherziening is een institutionele aanpassing aan veranderingen in de economisch-sociale basis van een samenleving. Middels juridische en politieke instellingen probeert elk heersend establishment zijn machtspositie beter te consolideren.

Dit wordt nog weer eens duidelijk bij de grondwetsherziening die op het ogenblik in het Griekse parlement besproken wordt. De pogingen van beide grote establishmentpartijen (de regerende PASOK en de 'oppositionele' Néa Dimokratía) om de voortschrijdende afbraak van sociale en individuele rechten een steviger wettelijk en institutioneel kader te geven, springt in het oog voor de goede waarnemer. Voor de minder alerte waarnemer lijkt het misschien nog niet zo'n vaart te lopen, maar de tendens is wel duidelijk.

Sociale en individuele rechten hebben een concrete inhoud, al naargelang het sociaal-economisch bestel in een land. In Griekenland zijn die rechten in algemene lijnen vastgelegd in de conservatieve grondwet van 1974. Door diverse wetgevingen, maar vooral regeringspraktijken zijn ze in de daaropvolgende jaren beperkt en verwaterd.

Na de militaire dictatuur (vanaf 1974 dus) heeft de democratische volksbeweging in het land gezorgd voor sociale verworvenheden. De afgelopen jaren probeert de regering systematisch de grondslag te leggen voor de afbouw van deze verworvenheden.

Hoe liggen de echte verhoudingen?

Van alle negatieve ingrepen is die in art. 25 van de grondwet de ernstigste. In dit artikel staat, dat de overheid borg staat voor de rechten van de mens als individu en lid van de samenleving, maar ook voor het principe van de rechtsstaat. In plaats van versterking van deze rechten wordt, via een logica bestaande uit beperkingen, het beginsel van "verhoudingsgewijze" toepassing ingevoerd. Wat wordt nu bedoeld met deze op het eerste gezicht nogal raadselachtige uitdrukking?

Een voorbeeld: als vuilnisophalers of andere werknemers in reinigingsdiensten staken, dan kan het gerechtshof deze staking illegaal verklaren, omdat "verhoudingsgewijs" het recht op volksgezondheid een hoger goed is. Iedereen, die in Athene of andere steden woont, herinnert zich zeker de bergen vuilniszakken in de toch al overvolle straten, als de gemeentereinigingsdienst staakt (terecht, want de mensen worden vaak gewoon niet betaald voor hun werk).

Een ander voorbeeld: als de boeren van Thessalië weer als protestactie belangrijke wegen gaan blokkeren met hun tractoren, dan kunnen ze nu ook op basis van de grondwet voor het gerecht gesleept worden, omdat het vrije verkeer van voertuigen een "verhoudingsgewijs" hoger goed is.

Het meest recente voorbeeld van toepassing van dit principe was - naar aanleiding van Clinton's bezoek aan het land in november '99 - het verbod op demonstratie voor de Amerikaanse ambassade, want - aldus de regering - het nationaal belang ging (verhoudingsgewijs) vóór. In de praktijk werd dit beginsel dus al toegepast. De rechtbanken verklaarden al jaren alle stakingen tot "tegen de wet en abusief". Nu moet het nog verankerd worden in de grondwet.

Werkgevers en werknemers op één lijn

Het recht op staken blijft verder staan, zoals het er stond. Het recht op staken uit solidariteit wordt niet aanvaard, maar wel het recht van werkgevers op de z.g. "lock-out".

In het 'Handvest van de grondrechten van de mens' (Europese Unie), dat op de topconferentie van Nice ook door Griekenland werd goedgekeurd en dat een soort model voor de Europese grondwet vormt, wordt het recht op staken van zowel werknemer, als werkgever (!) op één lijn gesteld...

De rechten van overheidsambtenaren krimpen nog verder in, o.a. de CAO's die door de wet geregeld zullen worden. Dit is in strijd met de Internationale Collectieve Arbeidsovereenkomst 151, die ook door Griekenland ondertekend is. Het voorstel van de KKE om in het betreffende grondwetsartikel expliciet melding te maken van deze internationale CAO, werd door de regering afgewezen.

Bij een aantal andere kwesties hebben beide grote establishmentpartijen voor een halfslachtige benadering gekozen, die ruimte laat voor flexibele toepassingen en interpretaties.

Ook zijn een aantal "verankeringen" van rechten niet van schijnheiligheid ontbloot. Bijvoorbeeld het recht op informatie, terwijl maar al te duidelijk is, dat (vooral gevoelige) informatie niet verstrekt wordt, waar het regeringsbelangen betreft en dat desinformatie schering en inslag is. Bijvoorbeeld ook het recht op gezondheidszorg en op bescherming van de genetische identiteit, terwijl er toch op de nationale begroting steeds minder geld komt voor gezondheidszorg. En over welke bescherming hebben ze het als grote bedrijven op het gebied van gezondheid, onderzoek, sociale verzekeringen, graag munt willen slaan uit het wetenschappelijk onderzoek naar genetische identiteit en bio-medicinale ingrepen?

En nog een laatste voorbeeld: hoe staat het met de z.g. bescherming van persoonlijke gegevens, als Griekenland toch meedoet aan het Schengenakkoord, waarbij eenieder, die "verdacht" gevonden wordt een elektronisch dossiertje kan krijgen?

De ware bedoelingen

Alle voorstellen van de KKE - die hier vanwege de ruimte niet genoemd kunnen worden - zijn door de beide grote establishmentpartijen verworpen. Ze betroffen een reeks pijnlijke kwesties, zoals recht op onderwijs, gezondheidszorg, sociale zekerheid, wonen, werk, buitenlandse werknemers, scheiding van kerk en staat, medezeggenschap in besluitvormingen, bosbranden, massa-mediadictatuur, referenda, enz. Het belangrijkste voorstel van de communisten betrof de poging tot verankering in de grondwet van het behoud van alle sociale verworvenheden, dat uiteraard werd afgewezen. De bedoeling is duidelijk: de Griekse overheid pantsert zich om het de kapitalistische herstructurering makkelijker te maken en de werkende klasse beter wettelijk gefundeerd uit te kunnen buiten. Hiervoor worden individuele, politieke en sociale rechten opgeofferd. Deze duidelijk autoritairder wordende tendens kan steeds moeilijker verborgen blijven, ondanks de democratische schijn van de formuleringen.