Strijd voor het socialisme (2)

Door Joop van Esch

Er zijn wetenschappelijke oplossingen mogelijk voor veel hedendaagse vraagstukken, maar het kapitalisme is hier blind voor. Zij dwingt de overheid steeds openlijker maatregelen te nemen in het belang van hun winstbejag. Als nooit tevoren wordt de staat het verlengstuk van kapitalistische belangen. Het privaatrecht dat kapitalisten in hun onderneming bezitten waar wetten, uitvoering en controle in hun handen zijn, wordt steeds het functiepatroon binnen de staat. Miljarden worden buiten de toestemming van de wetgevende macht, het parlement, uit de staatskas gegraaid, ministers van de uitvoerende macht worden voor dit karretje gespannen.

Kortom het is een kapitalistisch junglesysteem waar wij in leven ondanks de consumptieve gemakken die het als noodzakelijk verschijnsel creëert. Hier moet zo spoedig mogelijk een model voor een socialistische maatschappij tegenovergesteld worden waaraan een beschavingsplan ten grondslag ligt. Dit beschavingsplan is zelfbeschikking, dat is zelfbestuur te beginnen in de ondernemingen.

Dit is een doelstelling die buiten het kapitalistische systeem ligt maar het is het politieke oogmerk van de moderne klassenstrijd. De problematiek van de klassenstrijd heeft een veel uitgebreidere omvang gekregen dan in vroegere jaren. Wij kunnen niet meer volstaan met de gewoonte om politieke strijd alleen buiten de bedrijfspoorten te voeren met wat propaganda ervoor binnen de bedrijven.

Het gaat nu om politieke strijd binnen de ondernemingen gericht op vernietiging van de gezagsstructuur van de eigenaren. De strijd kan slechts effectief zijn als zij wordt doorgevoerd aan de hand van goed uitgewerkte alternatieve modellen van bedrijfsorganisatie gebaseerd op zelfbestuur binnen het socialistisch systeem. De modellen geven aan hoe de arbeidersklasse zelf de onderneming kan besturen zonder eigenaren. Daarnaast moeten strijdprogramma's worden ontwikkeld om het eigenarendom stap voor stap de nederlaag te bezorgen. De weg naar de uiteindelijke doelstelling wordt gemarkeerd door deeldoelen.

Kennis bedrijfsorganisatie

In deze programma's moeten alle eisen, behoeften en verlangens worden opgenomen die in de arbeidersklasse leven.

Een van de voorwaarden waaraan de analyse van de huidige klassenverhouding binnen het kapitalisme moet voldoen is de kennis van bedrijfsorganisatie. Marx besteedde in zijn tijd grote aandacht aan dit vraagstuk. Men hoeft maar de uitvoerige hoofdstukken ten aanzien van de organisatie van de manufactuur, de coöperatie en de fabriek te lezen om dit bevestigd te krijgen. Het is werkelijk niet overdreven om vast te stellen dat Marx de grondlegger is geweest van de moderne bedrijfskunde. De kern hiervan ligt in de meesterlijke ontleding van het leiderschap binnen de kapitalistische bedrijfsorganisatie. Hij legde als eerste de tegenspraak bloot tussen gezag als functie van uitbuiting en werkbesturing als functie van het maatschappelijk werkproces.

Bedrijfskunde is nauw verbonden met technologische ontwikkelingen en haar wetenschappen. Dat was ook de reden voor Marx om daaraan volgens Engels meer dan de helft van zijn aandacht te besteden. In de rede die Engels hield aan het graf van Marx op 17 maart 1883 zei hij hierover:

"De wetenschap was voor Marx een zich historisch bewegende, een revolutionaire kracht. Hij kon zuivere vreugde gevoelen bij een nieuwe ontwikkeling in een of andere theoretische wetenschap, waarvan de praktische toepassing nog volstrekt niet was te voorzien; een geheel andere vreugde ondervond hij, wanneer het ging om een ontwikkeling die onmiddellijk revolutionair ingreep in de industrie, in de historische ontwikkeling in het algemeen. Zo heeft hij de ontwikkeling der uitvindingen op het gebied van de elektriciteit en op het laatst nog van Marcel Deprez nauwkeurig gevolgd".

Men kan zich voorstellen wat een 'zuivere vreugde' Marx gevoeld zou hebben en hoe 'nauwkeurig' hij deze 'gevolgd' zou hebben als hij getuige mocht zijn geweest van de ongelofelijke ontwikkelingen die de wetenschap na zijn tijd heeft doorgemaakt. Dat geldt in het bijzonder voor de cybernetica, de informatica en systeemtheorie die een buitengewoon en 'onmiddellijk revolutionair ingrijpen'betekenden in de hedendaagse industrie en haar organisatie.

De ontwikkelingen binnen de technologie en haar organisatie plaatst het eigenarengezag doorlopend in een andere positie ten aanzien van de werkorganisatie.

Steeds weer blijkt dit een verzwakte positie te zijn. De ondernemers geven grote sommen geld uit aan managementscholen en bedrijfsadviseurs om oplossingen te improviseren die hun gezagsgreep instandhouden.

Foefjes en trucjes

Aan de werkorganisaties ligt wetenschap ten grondslag. Aan de gezagsstructuur liggen ontelbare pragmatische foefjes ten grondslag. Hier staat dan de wetenschap van de maatschappelijk samenwerkende werkorganisaties tegenover het pragmatisme van de geldjongens dat de private toe-eigening van de productie in stand moet houden.

In navolging van Marx zal onze partij zich dan ook bezig moeten houden met de bouw en werking van de moderne bedrijfsorganisatie. Aan de hoofdstukken van Marx: hoe werkt manufactuur, hoe werkt de coöperatie, hoe werkt de fabriek, moet worden toegevoegd: hoe werkt het bedrijf in het computertijdperk? Als wij de principes hiervan niet kennen, dan kunnen wij ook het proces van de klassenstrijd niet herkennen dat zich in het tegenwoordige bedrijf afspeelt.

En wat nog belangrijker is, wij herkennen de mogelijkheden en de voorwaarden niet waarmee de klassenstrijd tot ontwikkeling kan en moet komen. In dit opzicht is de klassieke scholing zoals die in onze partij wordt gebruikt ontoereikend.

Er is in het algemeen een rehabilitatie van oudere socialistische theorieën gaande. In dit verband is het wel aardig om een uitspraak van Marx aan te halen: "Iedere stap in de werkelijke beweging is belangrijker dan een dozijn programma's".

De hierboven besproken weg naar het socialisme onderscheidt zich zowel van anarchistische als dogmatische opvattingen.

De anarchistische denkbeelden zijn kleinburgerlijk en ontkennen het bestaan van de hoogontwikkelde technologische organisatiesystemen in onze samenleving. De luidruchtige anarchisten uit de zestiger jaren wisten al spoedig geen raad met de brede beweging voor vernieuwing onder de jonge generatie van toen, zij wisten hun schreeuwend rondgebazuinde 'revolutionaire' leuzen niet waar te maken. De leiders hebben zich met het kapitalisme geconformeerd. Ze schoren hun woeste baarden af en werden stilletjes brave burgermannetjes met hun boetiekjes, bedrijfjes en goede baantjes. Deze beweging trof het lot dat reeds in Lenins beroemde 'linkse stroming' is omschreven.

De dogmatici zijn zo vastgeroest aan letterlijke teksten uit het verleden en bureaucratische denkschema's, dat zij voorbij gaan aan de mogelijkheden in deze moderne tijd. Kennis van de principes van opbouw en werking van organisatieprocessen is een absolute voorwaarde om dit gebeuren te kunnen begrijpen.

Socialisme geen utopie

Het in dit kader beschouwde beginsel 'socialisme' is geen utopie, maar de feitelijke doelstelling waarop het streven en de bewustwording van de werkende gemeenschap is gericht. De hier besproken vorm van socialisme is ook een strijdplan om de dominantie van de particuliere eigendom uit te schakelen. Het is een concept van een maatschappelijk bestuur als vervanging van de kapitalistische hiërarchie. Het dient om de wetenschap, technologie en productie te richten op het welzijn van mens en natuur.

Het concept moet de kaders aangeven waarbinnen het socialisme volledig en systematisch tot ontplooiing kan komen. De beschrijvingen van het concept moeten totstandkomen als resultaat van doelgerichte discussie.

Dit betreft aspecten aangaande doelstellingen, middelen, organisatorische regelingen, arbeidsomstandigheden, besluitvorming, mensen, activiteiten en veranderingsprocessen.

Er moeten wetenschappers worden aangezocht om deze aspecten onder te verdelen, te onderzoeken en te systematiseren. (wordt vervolgd)