Palestijnen blijven strijden voor behoud van hun land

Door Hans Lebrecht

Op 30 maart herdachten één miljoen inwoners van de Arabisch-Palestijnse minderheid in Israël de 25ste verjaardag van de eerste 'Landdag' met een algemene staking en met demonstraties in Israëlische gebieden met een overwegend Arabische bevolking. Ook dit jaar werden de Landdag-acties weer georganiseerd door de Vereniging van Arabische burgemeesters, door Knesset afgevaardigden en het Nationaal Beleidscomité van Arabische inwoners, vertegenwoordigers van de meeste politieke partijen en sociale bewegingen.

Op de eerste Landdag in maart 1976 hielden de Arabieren een één-dag-staking tegen het plan tot 'verjoodsing' van Galilea, een plan opgesteld door de Rabin-regering. Bedoeling van de zionistische gevestigde orde met dit plan was om joodse nederzettingen en stadswijken te vestigen over de gehele noordelijke regio van Israël om de meerderheid van Arabische inwoners in aantal te overtreffen. Vanaf zijn ontstaan in 1948 heeft de staat Israël tenminste negen speciale wetten opgelegd om de roof van Arabisch eigendom te 'legaliseren'. Onder deze wetten werd meer dan 75 procent van het Arabische grondgebied onteigend.

Landroof

Maar het plan liep niet zoals door de heersende kringen gedacht. Zij stichtten de stad Carmel en verschillende nederzettingen in die streek, maar zelfs na al die jaren vertegenwoordigen Arabisch-Palestijnse gemeenschappen een meerderheid in het noordelijke district Galilea. De nieuwe rechtse Sharon-regering heeft al aangekondigd dat het proces van 'verjoodsing' van Galilea opnieuw ter hand genomen wordt.

Op de eerste 'Landdag' in 1976 hebben Rabins troepen verschillende vreedzame demonstraties van Arabische inwoners uiteengeslagen waarbij zes doden vielen en honderden gewond raakten of in hechtenis genomen werden. In de annalen van de Arabische bevolking van Israël is die dag opgetekend als een dag van verzet tegen de zionistische landroof en de voortdurende schandelijke discriminatie van het Arabische volk. In daaropvolgende jaren is de 30ste maart geworden tot een hoogtepunt van strijd voor een rechtvaardige Israëlisch-Palestijnse vrede en tot een uiting van solidariteit met haar Palestijnse zusters en broeders die lijden onder de Israëlische bezetting. Dit jaar stond de 'Landdag' in het teken van het militante verzet tegen de doorlopende landroof en de joodse politiek van nederzettingen door de Israëlische bezettingsautoriteiten en de strijdkrachten. Palestijnen gingen de straat op, in veel plaatsen optrekkend naar de Israëlische wegversperringen, bedoeld om steden en dorpen van elkaar en van de buitenwereld af te zonderen en te isoleren. Tijdens hun protest gooiden zij keien en brandbommen naar de versterkte wegversperringen, tanks en pantservoertuigen. Zoals gewoonlijk antwoordden de troepen van de bezetter met scherp en met rubberkogels, waarbij zes Palestijnen gedood werden en er bijna 400 gewonden vielen. Zelfs vóór die dag zorgde het Israëlische leger (bijgenaamd het 'Settlers'leger) voor een escalatie van de oorlog tegen het gerechtvaardigde oproer als vergelding voor gedode Israëliërs - bijna uitsluitend militairen of politiepersoneel en koloniale settlers - door Gaza, Ramallah en andere Palestijnse locaties te bestoken met raketten en granaten die dood en verderf veroorzaakten.

In feite zijn deze omgekomen joodse soldaten, settlers en burgers, eveneens slachtoffers van de officiële Israëlische bezettingspolitiek. Het motto, uitgeroepen door een oorlogszuchtige Sharon luidt: "Onze machtige veiligheidstroepen zijn in staat om elk verzet tegen Israël te breken".

Gevaarlijke provocaties

De officiële Israëlische public-relationsmachine huilt krokodillentranen over de recente dood van een 10 maanden oude dochter van Joodse settlers. Het kind werd gedood toen haar vader haar in zijn armen droeg. Hij werd gewond door een Palestijnse kogel in de straat vóór het huis van settlers. In een nieuwsuitzending werd echter getoond hoe ouders met hun baby's op de arm rondwandelen in straten waar Israëli's en Palestijnen in vuurgevecht waren. Waarom nemen deze provocateurs hun kleine kinderen mee in een straat die onder zwaar vuur ligt? Een journalist vroeg een vrouw met haar baby op haar arm waarom zij zoiets gevaarlijks deed. Haar antwoord spreekt boekdelen: "Wij willen hen (de Arabieren) tonen dat wij hier zijn om ons recht te verdedigen op dit land waar voor deze Arabieren geen plaats is". De Gush-Sjaloom vredesbeweging heeft in dagbladen geadverteerd met oproepen tot onmiddellijke evacuatie van alle kinderen uit de oorlogsgebieden in Hebron en Gaza.

Hoe mooi zou het zijn als volgend jaar de Landdag gevierd kon worden als een feestelijk gebeuren vanwege de vestiging van een waarachtige en rechtvaardige vrede tussen Israël en de onafhankelijke Palestijnse staat en vanwege de erkenning van de Arabische bevolking van Israël als een wettelijke minderheidsgroep, die dezelfde rechten geniet als alle Israëlische inwoners.

Bron: Peoples weekly world, Hebron, 7 april 2001. Vertaling: Thomas Janssen.