Hoe het neo-conservatisme bestreden wordt

Door Rinze Visser

De laatste tijd kunnen we kennisnemen van een opkomst van zogeheten neoconservatieven. Alhoewel de prominente woordvoerders/aanvoerders van deze ideologische stroming zich allerminst kunnen verheugen in een omarming van hun bezigheden en ideeën door de nu heersende spraakmakende elite, kan niet ontkend worden dat de door hen uitgesproken bezorgdheid over fatsoensnormen en verloederingstendensen, enzovoort, door heel wat mensen gedeeld wordt.

Het neo-conservatisme dat, om het politiek te duiden, de aanvallen richt op wat men links-liberalisme noemt, ziet ons land - beter gezegd: de samenleving - in morele zin bergafwaarts gaan. De redenering luidt ongeveer als volgt: door een jarenlange linkse overheersing zowel op politiek als op ideologisch gebied van vrijheid blijheid, van eenzijdige gerichtheid op het individu, zijn sociale samenhangen verloren gegaan, heeft egoïsme de plaats ingenomen van een zorgzame samenleving zoals die in, bijvoorbeeld de jaren vijftig, nog bestond.

Na een lange tijd van de totale armoede op het gebied van het politiek-ideologisch debat, lijkt het erop dat er nu een opleving aan het ontstaan is, waar ogenschijnlijk twee fel aan elkaar tegengestelde kampen in het strijdperk zijn getreden. In werkelijkheid echter strijden de vurigste verdedigers en handhavers van het kapitalisme er onderling over of de morele gevolgen van het kapitalisme in zijn huidige fase negatief of als positief gezien moeten worden.

Waarom moeten communisten bij dergelijke debatten er als het ware met de neus bovenop zitten? Waarom moeten wij ook zelf in dit debat standpunten innemen? Om het in het debat totaal negeren van welke socialistische notie dan ook te verhinderen; om de in het debat van links gemaakte karikaturen te kunnen weerleggen; om de morele en ideologische gevolgen van het tegenwoordige kapitalisme (imperialisme) voor de mensheid op de voorgrond teplaatsen; om het bestaande taboe op fundamentele (communistische) kapitalisme-kritiek te doorbreken.

Tot nu toe blijft het debat nog beperkt tot een woordenwisseling tussen wat hoogleraren en journalisten onderling, waarin de plaatsbepaling van jeugdig politiek activisme van enige decennia geleden een niet onbelangrijke rol speelt en de Nederlandse situatie van toen sterk wordt overdreven en nogal los van de wereldontwikkeling wordt gezien. Het is echter niet onmogelijk dat een en ander een politieke dimensie krijgt en tot politieke voorstellen zal leiden die schadelijk voor de positie van de arbeidersbevolking zijn.

Daarbij moet men niet vergeten dat de neo-conservatieven zich zodanig opstellen als zouden zij zaken aan de orde stellen die lange tijd in de taboesfeer verkeerden. Er zijn zelfs al tegenstanders die de propagandisten voor een opleving van het conservatieve gedachtegoed moedig hebben genoemd. In hun aanvallen op het links-liberale denken zit het oude fascistische en nationalistische vijandbeeld verborgen, waarbij communisten, socialisten en verdedigers van het individualistische vrijheidsideaal (liberalen, anarchisten enz.) als één, tegen fatsoen en nationale trots en moraal strijdend blok, werden gezien.

Het moet wel zo zijn - en zeker in ons land - dat de regeringscoalitie waarin sociaal-democraten en liberalen samenwerken, iets dat lange tijd voor onmogelijk werd gehouden, de neo-conservatieven heeft geïnspireerd tot hun, zoals ze dat zelf graag zien, 'coming out'. De grote problemen met betrekking tot de publieke sector - onderwijs, gezondheidszorg en politie, worden steeds genoemd - zijn zeker ook een belangrijke aanleiding geweest.

Voor de onbevangen, maar toch opmerkzame, lezer valt het ontbreken op van welke aanduiding dan ook met betrekking tot het feit dat de zonder individualistische ideologie onmogelijke kapitalistische privatiseringspolitiek van veel onderwerpen van bezorgdheid de oorzaak is. De neo-conservatieven willen het kapitalisme van voor de zestiger jaren van de twintigste eeuw terug; toen was er meer saamhorigheid en fatsoen... Hun bestrijders hekelen in het debat de neo-conservatieve hang naar dat verleden, met zijn hypocrisie, met zijn beslotenheid en verzuiling, met zijn hegemonie van de christelijke moraal.

Hoewel een deel van de neo-conservatisme-tegenstanders wel een zekere verloedering constateert en deze toeschrijft aan de verwaarlozing van de publieke sector, de geldmaatschappij enzovoort, wordt bij de door hen geziene positieve ontwikkelingen vanaf de jaren vijftig niet de verdere uitbouw van de in wetten vastgelegde sociale rechten van de arbeidersklasse begrepen.

De publieke tegenstanders van het neo-conservatisme bejubelen de 'paarse' periode, met name de ontwikkelingen op niet-materieel gebied, zoals euthanasie, seksuele vrijheden, emancipatie van vrouwen en minderheden, enzovoort. De meest felle bestrijders van de neo-conservatieve stroming zijn ook de meest felle verdedigers van het kapitalisme en zijn anticommunisten. De ene pro-kapitalismestroming beschuldigt als het ware de andere van socialistische sympathieën.

Het onvoldoende deelnemen, het niet met de juiste argumenten deelnemen of zichzelf helemaal afzijdig houden van dit debat van communisten, zou ons maken tot een speelbal die naar believen getrapt, vertrapt, vernederd en beledigd kan worden. Als een aantal CDA- en Groenlinks-bestuurders zich via een pamflet zorgen zeggen te maken over een doorgeschoten economisering en grote vraagtekens plaatsen bij de terugtredende overheid, bij privatisering en de kapitalistische markt, dan worden ook zij onder de noemer van het neo-conservatisme geplaatst en ervan beschuldigd terug te willen naar uitgewerkte, aftandse, op socialistische maat gesneden benauwende toestanden...

Zo wordt door de brutaliteit van rechts elke mogelijke bondgenoot van communisten met schaamte overladen en in zijn hok teruggejaagd. In feite wordt, door onvoldoende optreden en inbreng van communisten, het anticommunisme botgevierd op anderen, op niet-communisten die het lef hebben vraagtekens te plaatsen bij de huidige kapitalistische ontwikkeling en de gevolgen die deze heeft voor de mensheid, voor het milieu, voor de beschaving en de moraal.

Wat tot nu toe nog te veel ontbreekt is een confrontatie met communistische theorie en praktijk, waardoor de collectivistische noties - het socialisme - nog geen serieus onderwerp zijn in de discussies als het gaat om oplossingen voor problemen die door zeer velen worden gesignaleerd. Een tekortschieten hierin zowel nationaal als internationaal, van communisten zal andere krachten de kans geven. Krachten die nu vaak eufemistisch 'extreem rechts' worden genoemd...