Ziekenhuisbonden stellen ultimatum

Vanaf 7 mei harde acties gepland

Door Jan Cleton

De bonden in de ziekenhuizen hebben op 24 april een ultimatum gesteld aan de NVZ, de werkgevers in de ziekenhuizen. Dit besluit is genomen tijdens een bijeenkomst van kaderleden ABVAKABO FNV, CFO CNV, FHZ, NU'91 en De Unie Zorg en Welzijn in het Congrescentrum in Den Haag. Het ultimatum liep op 2 mei om 10.00 uur af. De NVZ koos al vóór die datum eieren voor haar geld en besloot weer te gaan onderhandelen. De bonden handhaafden echter wel hun eisen en het ultimatum. De ziekenhuizen lijken de eis van een 38-urige werkweek in de CAO al ingeslikt te hebben.

Handhaving van de normwerkweek van 36 uur en 4 procent loonsverhoging voor 12 maanden en verhoging van de eindejaarsuitkering met 2,4 procent in 2001, zijn de eisen van de bonden. Bovendien moet het voorstel over decentrale arbeidsvoorwaarden worden ingetrokken.

Al met al heel redelijke eisen worden er gesteld door de gezamenlijke bonden in de zorg, alhoewel de beloning daarmee nog lang niet marktconform is. Het bod van de werkgevers: een dertiende maand als compensatie voor de overgang van een 36-urige naar een 38-urige werkweek kan niet anders dan beoordeeld worden als onaanvaardbaar. Met hun gluiperige rekensommetjes doen zij het voorkomen alsof de werkweekverlenging hetzelfde zou zijn als het aantrekken van 2000 man extra personeel, en dus een verlichting van de werkdruk. En dat terwijl het officiële tekort geschat wordt op 40.000. Peanuts dus, en dan ook nog betaald en ingevuld door de werknemers zelf.

Privatisering en de gevolgen

De eerste grote stakingsgolf, sinds de privatisering van de zorg in gang is gezet, lijkt nu op komst. De eisen zijn economisch: meer marktconforme beloning en verlaging van de werkdruk. Politieke eisen worden, behalve het intrekken van de decentrale arbeidsvoorwaarden, niet gesteld. Niet door de vakbonden en al helemaal niet door de volksvertegenwoordiging. Daar geloven ze, een enkeling daargelaten, in het sprookje van een betere zorg door privatisering. En zolang de werknemers in de zorg en hun bonden zich niet bewust zijn van hetgeen zich in de politiek afpeelt, hebben zij zich al overgegeven aan de belangen van de aandeelhouders in de zorg.

Tweedeling in de zorg en de (effectieve) strijd daartegen

Op vele fronten vindt de strijd rond de tweedeling in de zorg momenteel plaats. De discussie rond de basisverzekering (zorg naar financieel vermogen dus) is in volle gang, maar wordt naar de achtergrond gedrongen door het huidige conflict. Zo ook de discussie over de beloning van de medisch-specialisten als zelfstandige ondernemers. Ziekenhuisdirecties wringen zich in de vreemdste bochten om zowel personeel, specialisten, klanten (patiënten) en de zorgverzekeraars tevreden te stellen. De 'gewone' werknemers in de zorg 'mogen' zich bezighouden met het aanbinden van de strijd voor een betere beloning en zich verantwoorden tegenover de publieke opinie. Een publieke opinie die in overgrote mate bepaald wordt door het onevenredig veel aan het woord laten van de voorstanders van privatisering van de zorg in de media.

Daar zit dan ook de werkelijke achtergrond van de tweedeling. De tegenstelling tussen een goede en voor iedereen betaalbare maximale zorg en de privatisering van deze zorg. De aandeelhouders willen maximale winst, de werknemers in de zorg een goed loon, normale werkdruk en hun patiënten maximale zorg.

Dat privatisering zou leiden tot meer efficiëntie staat helemaal niet vast. De privatisering leidt hoofdzakelijk tot verhoging van de werkdruk, tot het uit elkaar spelen van personeel, directies en patiënten. Om deze mogelijkheden aan de zorgverzekeraars te ontnemen zou de strijd dan ook veel meer het karakter van gezamenlijk verzet tegen de privatisering moeten krijgen. Dat zou effectief het belang dienen van personeel, directies en patiënten. En als de aandeelhouders willen verdienen in de zorg: Er zijn vacatures genoeg!