SP wil kapitalistische beschaving redden

Of: mag het misschien een onsje meer zijn?

Door Wil van der Klift

Op 1 mei kondigde de stichting 'Stop de uitverkoop van de beschaving' aan dat de beschaving gered moest worden. "De overheid wordt", volgens de stichting, "verdacht gemaakt ten gunste van de markt die alle maatschappelijke kwalen zal oplossen." De stichting vindt dat er geen grotere misvatting denkbaar is, "want met de publieke sector wordt ook de beschaving in de uitverkoop gedaan". Gaat het hier om een goedbedoelde, maar slecht getimede, hartekreet van een aantal bezorgde burgers of om de start van de verkiezingscampagne van de SP?

Veel gewone mensen in dit land zullen zich afvragen over welke beschaving het eigenlijk gaat. Het pamflet stelt vast dat "terwijl de rijkdom in Nederland toeneemt, de bestedingen dalen voor de gemeenschappelijke voorzieningen, in ieder geval als percentage van het BBP. Terecht merken de bestuursleden van de stichting op dat deze 'nieuwe' tweedeling erg is. Over de opsomming van verslechteringen die aan deze conclusie voorafging kunnen we dan ook kort zijn: er is al jaren sprake van een schandalige verrijking van enkelen ten koste van de grote meerderheid van ons volk. Het is juist om te wijzen op deze feiten. Maar was de maatschappij dan vijfentwintig jaar geleden zoveel beschaafder? Of is het kapitalisme sinds het communisme wereldwijd in de verdrukking kwam alleen maar grover geworden? Treedt het kapitalisme internationaal en in Nederland alleen maar brutaler en minder geremd op? Kapitalisme staat op gespannen voet met menselijke ontwikkeling, dus met beschaving. Onder kapitalistische verhoudingen wordt de beschaving voortdurend verder uitgehold, was de juiste conclusie geweest. Dat is heel wat anders dan, zoals in het pamflet gebeurt, wijzen op neoliberale maatregelen die zouden moeten worden bijgesteld.

Mag het een onsje meer zijn?

Het pamflet richt zich met name tot de PvdA-kiezers en begint met de volgende woorden: "In de zomer van 1994 schreef Wim Kok in de regeringsverklaring van het eerste paarse kabinet: 'De leidende gedachte in dit program is het herijken van de verhouding tussen gemeenschappelijke regelingen en eigen verantwoordelijkheid.' En even verderop: 'Zo kan een nieuw evenwicht groeien tussen de behoefte aan bescherming en de noodzaak van dynamiek.' Tijdens het PvdA-partijcongres in maart constateert zijn beoogde opvolger Ad Melkert: 'Sluipend heeft zich in de pijlers van de samenleving betonrot genesteld.' Wat Melkert naliet, was een verband te leggen tussen het door hem geconstateerde verval en het programma van Paars." Het pamflet trekt de juiste conclusie dat uiteenlopende problemen één ding gemeen hebben: zij zijn zo niet veroorzaakt, dan toch op z'n minst verhevigd door de stortvloed aan neoliberale maatregelen van de twee kabinetten-Kok.

Nu komt het denk je dan. Nu wordt de bijl aan de wortel van het kwaad gezet. Nu wordt er duidelijk stelling genomen tegen een systeem dat, voor een groot deel door datzelfde systeem gedwongen, steeds grovere aanvallen op de inkomens en uitkeringen, collectieve voorzieningen, sociale zekerheidsstelsel, arbeidsvoorwaarden en democratische rechten doet. Maar niets is minder waar. Volgens de opstellers van het pamflet wordt "de rekening gepresenteerd voor het verdachtmaken van de overheid en het ophemelen van de markt als panacee voor alle maatschappelijke kwalen. De publieke sector is in de uitverkoop gedaan vanuit de overtuiging dat 'de onzichtbare hand van de vrije markt' de samenleving beter zou kunnen vormgeven dan een democratisch gecontroleerde overheid." En met veel gevoel voor dramatiek wordt er aan toegevoegd dat het niet minder is dan de beschaving zélf die samen met de publieke sector in de uitverkoop wordt gedaan.

"Het heeft er alle schijn van dat wij", gaat het pamflet verder, "in de roes van de economische voorspoed, gestopt zijn met nadenken over de vraag wat de pijlers zijn waarop onze beschaving rust." Welke 'wij' zullen opstellers van het pamflet hier bedoelen? De slachtoffers van alle maatregelen die ze zelf opsommen of zichzelf of de regering? Dit soort verhullend taalgebruik, waaruit elke klassentegenstelling is weggefilterd, zijn we nu juist gewend van regering en parlement. Zo'n taalgebruik hoort bij een bepaald soort beschaving, namelijk een kleinburgerlijke, die gewend is de geit en de kool te sparen. De beschaving van Wim Kok, die een meester is in het wegpoetsen van (klassen)tegenstellingen in het voordeel van de rijken, de bezitters en machthebbers. Dus nog maar eens: welke beschaving moet er eigenlijk worden gered volgens de leden van de stichting? Beschaving is in ieder geval niet "als een tapijt, door de eeuwen heen met gezamenlijke inspanning geweven". Deze poëtische ontboezeming gaat volledig voorbij aan de uitbuiting door kleine groepen van de arbeid van grote groepen. Toegepast op de Nederlandse verhoudingen gaat zo'n oproep in de stijl van 'roken, dat lossen we samen wel op', geheel voorbij aan het feit dat de ongelijk verdeelde Hollandse welvaart in ieder geval niet totstandkwam en komt zonder geweldige uitbuiting van de kapitaalafhankelijke landen in de rest van de wereld. De kapitalist die ons in eigen land vriendelijk toelacht, spuit elders in de wereld insecticiden over de velden waar de arbeiders werken. Over wat voor soort beschaving praten we eigenlijk? Dat neemt natuurlijk niet weg dat we het in Nederland relatief goed hadden en nog altijd goed hebben. Voor het behoud van al dat goeds moeten we ook opkomen. De vraag is echter met welke middelen?

De vraag is volgens de stichting: "zijn we beter af als de publieke zaak wordt overgelaten aan de markt, of zijn er goede redenen waarom we ooit hebben besloten om de overheid daarvoor verantwoordelijk te maken?" Maar het is een illusie om de overheid tegenover de markt te stellen in een kapitalistische wereld. In Nederland hebben we al vele generaties lang te maken met een mengvorm. Door het vraagstuk zo te stellen, roep je op dat de voorstanders van meer markt wijzen op de voordelen van grotere vrijheid, meer markt, meer eigen verantwoordelijkheid, enz. En dat gebeurt dan ook prompt op dit moment in allerlei publicaties. Uiteindelijk blijken de linksen in de PvdA, GroenLinks, D66 en de SP en de rechts-liberalen het dan weer helemaal eens over het feit dat er natuurlijk grenzen zijn die niet mogen worden gepasseerd. We moeten voorkomen dat we hier een wildwest-kapitalisme krijgen. Feitelijk doet het pamflet niet meer dan Kok eerder al deed: "herijken van de verhouding tussen gemeenschappelijke regelingen en eigen verantwoordelijkheid" en zoeken naar: "een nieuw evenwicht tussen de behoefte aan bescherming en de noodzaak van dynamiek." Mag het een onsje meer zijn? Aan de kernvragen gaat het pamflet echter helemaal voorbij.

Beschaving en fatsoen: ouderwetse betutteling in nieuw jasje

"Want die gemeenschappelijke voorzieningen zijn juist in het leven geroepen om een einde te maken aan de mensonterende ongelijkheid uit vroeger tijden", heet het in het pamflet. Deze zin spreekt boekdelen. Op 1 mei, de dag dat overal op de wereld miljoenen arbeiders de strijd voor een menswaardige wereld vieren, een viering die volgens Jan Marijnissen een relikwie is, komt een groep verontruste burgers ons melden dat "de gemeenschappelijke voorzieningen in het leven zijn geroepen". Geen woord over de strijd, geen woord over de duizenden die hun leven gaven of in de grootste armoe moesten leven om die verbeteringen af te dwingen. Het parlementarisme van de SP is inmiddels zover doorgedrongen in de hoofden van de partijbonzen dat ze alle veranderingen alleen nog maar kunnen zien als parlementair-politieke. "Als gevolg van het beleid van privatisering, deregulering en commercialisering keert die ongelijkheid weer terug. En dat wekt weerzin, omdat het indruist tegen ons gevoel van wat beschaafd is en wat niet", gaan de opstellers verder. Aan het falen van de overheid ligt, volgens het pamflet, nog een dieper probleem ten grondslag: "de technocratische wijze waarop achtereenvolgende kabinetten de afgelopen twee decennia hebben geregeerd." Hierdoor zouden mensen op een andere manier naar zichzelf, naar de samenleving en naar de overheid zijn gaan kijken. Het ligt dus aan de mensen zelf, die zijn verkeerd naar zaken gaan kijken. Zo'n benaderingswijze is gewoon ouderwetse betutteling in een nieuw jasje. "Getallen zijn de maat der dingen geworden. Wat niet meetbaar is, zo luidt het nieuwe adagium, bestaat niet." Alweer wordt hier de plank misgeslagen. Het gaat niet om getallen, maar om winstcijfers. Het gaat niet om de noodzaak van bureaucratische besturingsmiddelen, maar om de vraag wie er met de poen vandoor gaan. Het gaat niet om technocratie, maar om kapitalisme.

De opeenvolgende kabinetten hebben het helemaal niet zo gek gedaan! Hun beleid was niet meer dan een politieke vertaling van wat er echt in de maatschappij speelt. Zij hebben zich uitstekend ingezet voor het bestbetaalde en machtigste deel van de maatschappij. Om dat te kunnen stoppen moeten we blijven praten over de werkelijke oorzaken van de verrechtsing van de politiek. Een vakbeweging die opgegeven heeft om te knokken, maar nog slechts zorgt voor de smeerolie om het systeem draaiende te houden. Linkse politieke partijen, die alleen nog maar denken aan regeringsmacht om dan vervolgens te constateren dat het van realisme getuigt om vast te stellen dat het nu eenmaal niet anders kan dan kleine succesjes binnen het kapitalisme te behalen. Maar vooral de ontwikkeling van de grote multinationals die de nieuwe wetten en waarden van de (grote) aandeelhouders uitdragen en opdringen en dat zullen blijven doen zolang er geen breed gedragen volksverzet tegen ontstaat. Want ze moeten wel om zelf te kunnen overleven en ook voor deze lieden geldt dat het hemd nader is dan de rok.

Bij het afscheid van Boonstra merkte Jan Couperus, de bestuurder van FNV Bondgenoten, die al sinds 1983 nauw betrokken is bij de Philips-CAO op dat bij Boonstra de aandeelhouders het grootste goed waren en niet meer zoals eerder de werknemers. De maatschappelijke opwinding over de 'exorbitant hoge inkomens' van topbestuurders in het bedrijfsleven blijkt de ABN Amro-bestuurders Siberisch te laten. De voorstellen voor het komende jaar gaan nog veel verder dan die van vorig jaar. Wil de Europese ondernemer overleven dan wordt hij gedwongen om de Amerikaanse wildwest-methoden toe te passen. Dat is de kern van de zaak, dat hebben mensen als Wim Kok allang geleden begrepen. Wie het kapitalistische systeem overeind wil houden, wie binnen dat systeem verder wil, komt vroeg of laat terecht bij de politiek van Kok, Schröder, Blair of hun meer liberale vrienden. Bush zal hen bovendien leren om nog meer naar rechts bij te sturen, daar helpen geen honderd goedbedoelde pamfletten aan. Het poldermodel staat op barsten, de normen en waarden van de groot-aandeelhouder zullen meer en meer uitgangspunt voor de Nederlandse politiek worden.

Op die ontwikkeling past maar één antwoord: verzet aan de basis in de bedrijven en buurten, door zoveel mogelijk mensen. Natuurlijk kunnen posities in het parlement daarbij behulpzaam zijn, maar zeker geen posities in de regering. De echte strijd om de beschaving zal zich aan de basis van onze samenleving moeten afspelen, tegen het heersende verhaal, tegen de pseudo-linkse verhalen, maar meer en meer ook tegen ultrarechtse, racistische en fascistische tendenzen en organisaties. Of het nu gaat om homohaat of vreemdelingenhaat, beide moeten worden bestreden om 'de beschaving te redden'.

Het pamflet was een goedkope verkiezingsstunt van de leiding van de SP. Helemaal in de lijn van de opvattingen van Marijnissen die vlak voor 1 mei, toen veel SP-afdelingen werkten aan de voorbereiding van de vieringen opmerkte dat die vieringen eigenlijk volledig uit de tijd zijn en we eigenlijk met iets anders moeten komen. Ieder jaar een nieuw pamflet misschien?