Strijd voor het socialisme (4)

Door Joop van Esch

 

Er is hier ongetwijfeld sprake van een sprongsgewijze kwalitatieve ontwikkeling waarvan Marx stelde dat zoiets een grotere uitwerking heeft dan het optreden van de meest fanatieke revolutionair. De grootste gangmaker is de computer en vooral de micro-computer.

Deze veroorzaakt de gedecentraliseerde besluitvorm.

De computersystemen schiepen de noodzaak voor de eerder genoemde werkorganisatie. Het gehele gebeuren binnen een bedrijfsorganisatie bestaat uit routinehandeling en beslissingen. Het computersysteem verlost de mens van geweldige hoeveelheden routinehandelingen.

Hetgeen overblijft zijn de beslissingen. Het computersysteem vervangt de bureaucratie met zijn eenrichtingsverkeer door een netwerk van onderlinge afhankelijkheden tussen mensen.

De beslissingen die behoren bij de besturing van werk en productieprocessen verdwenen uit het bureaucratische gezagsapparaat en kwamen gedecentraliseerd terecht in de werkorganisatie. Zelfregeling werd doelmatiger dan regeling van buitenaf.

Enerzijds vervreemdde de fundamentele besluitvorming zich van het hiërarchische gezagsapparaat, anderzijds wordt de besturing een essentieel bestanddeel van de arbeid.

De moderne frezer instrueert zijn computer op welke wijze de machine bestuurd moet worden, de arbeider bepaalt de doelstelling. Het bepalen van doelstellingen is niets anders dan menselijk sturen.

In organisatorisch verband dwingt het gebruik van de computer ertoe sneller te beslissen. Dat vereist decentralisatie van de beslissingen. De nieuwe hoogontwikkelde kennis van besturen in het arbeidscollectief komt steeds meer in conflict met het bureaucratisch gezag, waar iedere beslissing via vele radertjes moeizaam en langzaam naar beneden komt. Objectief gezien is zelfbestuur, dat is socialisme, op den duur het enige systeem dat kan beantwoorden aan de eisen tot verandering van de bedrijfsorganisatie die nu gesteld worden vanuit de hedendaagse technologie en maatschappelijke doelstellingen voor de productie.

Dit moet vertaald worden in een politieke doelstelling die tot leven moet komen binnen de bedrijven en waarvoor de strijd moet worden aangebonden.

De nieuwe zelfstandige werkorganisatie met een zelfbesturende en zelfregelende bestuursvorm is ontstaan in de technologische ontwikkeling binnen het industriële bedrijf. Al spoedig daarna plantte deze organisatievorm zich voort naar andere instellingen zoals overheidsbedrijven, ziekenhuizen en vele andere gebieden. Zelfs in de basisscholen voeren leerlingen samen projecten uit die de kenmerken van de nieuwe organisatievorm bezitten.

Binnen de werkorganisatie, die zich vervreemd heeft van de gezagsstructuur, bevindt zich het gehele arbeidscollectief, dat is de moderne arbeider van vakman tot ingenieur, administratieve kracht en academicus.

De werkorganisatie is, zoals Marx stelde, maatschappelijk van aard. Het kenmerkt zich door talloze op elkaar afgestemde besluitvormingsprocessen. Het is een proces tussen gelijkwaardige mensen die ieder voor zich hun kennis en vaardigheden inbrengen om een gemeenschappelijk resultaat te bewerkstelligen.

Echter, de werkorganisatie is in zijn geheel van buitenaf ondergeschikt aan de gezagsstructuur van de kapitalisten. Dit verschijnsel is er de oorzaak van dat de repressie zich niet alleen meer richt op economische factoren maar is uitgezaaid tot alle aspecten in het functioneren van de mensen binnen het arbeidscollectief.

Dit heeft het platform van waaruit klassenstrijd wordt gevoerd veel breder gemaakt. De huidige ontwikkeling van wetenschappen en productietechnieken eist, dat het werk, of het nu handwerk of intellectueel werk is, ophoudt koopwaar te zijn. De klassenstrijd in het moderne bedrijf vertoont een samenhangend geheel van politieke, wetenschappelijke en economische aspecten. Het traditionele zwaartepunt van de klassenstrijd in het economische en getolereerde sociale vlak is verschoven naar het politieke en ideologische vlak.

In het begin van HET KAPITAAL waarschuwt Marx geen overdreven verwachtingen van de loonstrijd te hanteren. Dit, zo stelde hij, is een defensieve strijd. Niet voor niets trok Lenin fel van leer tegen het economisme. De resultaten van een eenzijdige sociaal economische-klassenstrijd worden bij voortduring ingekapseld binnen de tolerantiegrenzen van het kapitalistisch systeem. Ondanks deze verworvenheden, die het leven in schijn aangenamer maken, blijft de kernstructuur van het kapitaal onaangetast.

Indien wij het geheel overzien dan blijkt steeds weer dat de grondbeginselen die Marx, Engels en Lenin ons nalieten de enige bruikbare uitgangspunten zijn voor een doelgerichte klassenstrijd. De bruikbaarheid voor de klassenstrijd heeft blijkbaar dezelfde levensduur als het kapitalisme. De bruikbaarheid neemt toe door integratie van de verworvenheden van de moderne wetenschappen, de ervaringen uit de hedendaagse klassenstrijd en de eisenpakketten van de moderne arbeidersklasse.

Hiermee scheppen wij nieuwe, hoopvolle perspectieven vooral voor de jonge generatie. De natuur van het kapitalisme bleef sinds Marx onveranderd, de klassenstrijd is springlevend. Net zoals de uitbuiting kreeg zij vele nieuwe vormen. Om de mogelijkheden te benutten voor nieuwe strategieën is de marxistische wetenschap onmisbaar. Hiermede kan samen met de arbeiders zichtbaar worden gemaakt wat nu nog onzichtbaar is. Trouw aan haar oorsprong moeten wij de wetenschappelijke grondbeginselen daarvan aanvullen met de hedendaagse kennis, ervaringen en toekomstige mogelijkheden.

Het verdedigen van de belangen van de arbeiders en de politieke strijd voor het onteigenen van de eigenaars vormt een geheel. Strikt genomen vormt de strategie van de klassenstrijd een dialectische eenheid van offensieve en defensieve aspecten. In een proces van wisselwerking leert de aanvaller beter verdedigen en de verdediger beter aanvallen. Het geheel is meer dan de som der delen.

In dit beginsel ligt de kiem van eenheid van allen die zich op een of andere manier verzetten tegen de gevolgen van het onmenselijke kapitalistische junglesysteem en hen die er voor vechten om het te vervangen door een socialistisch systeem waaraan een beschavingsplan ten grondslag ligt. De brandstof voor dit bewustzijn ligt hoog opgestapeld binnen de moderne arbeidersklasse.

Het wachten is op een politiek die het vuur aansteekt. Marx kon en wilde geen model maken voor de omstandigheden van vandaag. Hij vond het opstellen van "keukenrecepten voor de eethuisjes van de toekomst" in strijd met de geest van de wetenschap.

Wij moeten ons eigen hoofd gebruiken. Hoe we dat moeten doen hebben Marx, Engels en Lenin ons wel geleerd. Het is ook duidelijk dat dit niet tot stand kan worden gebracht door 'beroeps filosofen die losstaan van het bedrijfsgebeuren'. Het is in eerste instantie het werk van de moderne arbeidersklasse, ofwel de moderne arbeider die zich middenin het hedendaagse proces van uiterst geraffineerde uitbuiting en onderdrukking bevindt.

In deze politieke strijd ligt de kern van de strijd voor vrede. Vernietigingswapens worden in bedrijven gemaakt.

Hier ligt ook de kern van de strijd tegen de krankzinnige productie van onzinnige consumptiegoederen waarvan aanmaak en gebruik het milieu verpesten en kostbare grondstoffen verkwisten. Hier ligt ook de kern van de strijd tegen een systeem dat mensen massaal op straat gooit.

Deze strijd moet uitmonden in de overname van technologie en productie in handen van socialistisch eigendom en bestuur. De doelstelling van de productie van winst om winst, groei om groei en consumptie om consumptie moet vervangen worden door productie voor welzijn van mens en natuur. (slot)