Hans Heinz Holz,

Socialisme in plaats van barbarij. (Neue Impulse Verlag)

De Beurs 

Overal op de wereld strijd tegen de barbarij 

barbarij 

barbarij 

Door Anna Ioannatou

Het ongeveer twee jaar geleden verschenen boek van Hans Heinz Holz, "Sozialismus statt Barbarei", wordt in de ondertitel 'een bijdrage tot het toekomstdebat' genoemd en dat is geen overdrijving. Het boek is een diepgaande, samenvattende blik op de belangrijkste ontwikkelingen, theoretisch en praktisch benaderd, in de geschiedenis van de communistische beweging. Een blik vergezeld van gevolgtrekkingen en vooruitzichten.

Holz verbindt verleden en toekomst in een evenwichtige benadering door negatief en positief op een rij te zetten, waarbij hij er niet voor terugdeinst de waarheid onder ogen te zien, de enige manier om van het verleden te leren. Geen defaitisme dus, maar een glasheldere analyse van een marxistisch filosoof, die wetenschappelijk gefundeerde vooruitzichten stelt in een tijd, waarin het na de klappen toch nog steeds meer gewoonte is in het verleden te duiken dan in de toekomst te kijken. Het uiteenvallen van de voormalige Sovjet-Unie is niet alleen te wijten aan fouten in het beheer van het systeem, maar ook aan van buitenaf ingebrachte problemen en niet aflatende pogingen het socialisme ten val te brengen en uiteraard aan het feit, dat interne klassentegenstanders nooit opgehouden hebben te bestaan, ondanks officiële verklaringen in die richting.

Van utopie naar wetenschap

In het eerste hoofdstuk "Van utopie naar wetenschap" en in het derde hoofdstuk "Het Communistisch Manifest - de oercel van de voorstellingen omtrent socialisme" brengt Holz de lezer de afkomst van de socialistische ideeën in herinnering. Aan de eigendomsverhoudingen wordt veel aandacht besteed en daar doet hij goed aan, want de eigendomskwestie is uiteindelijk het centrale vraagstuk van elke revolutionaire beweging. Op dit punt is het Communistisch Manifest allerminst verouderd, integendeel zeer actueel. "In deze zin (in die zin van onteigening, A.I.) kunnen de communisten hun theorie in een enkele uitdrukking samenvatten: opheffing van de private eigendom", (Communistisch Manifest, p.61, uitg. Pegasus, 19e druk, 1998). Om alle misvattingen te voorkomen: bedoeld is natuurlijk het privé-eigendom van de fundamentele productiemiddelen en zeker niet je auto, of je tuintje en je huis, zoals tegenstanders van het marxisme gepoogd hebben de gewone man en vrouw te doen geloven ("de communisten pakken je alles af", heeft men ook in Griekenland proberen door te geven om de bevolking te laten afschrikken voor dat rode monster). Het is belangrijk, dat Holz uitgebreid stilstaat bij juist deze kwestie, want gebleken is in de tijd die achter ons ligt, dat veel communistische partijen, voordat voor eenieder duidelijk werd dat ze de reformistische weg insloegen, hun partijprogramma theoretisch begonnen af te breken, o.a. door centrale ideologische punten te schrappen of weg te moffelen.

Ont-ideologisering

Ont-ideologisering heette dat, omdat ideologie niet meer 'modern' was. Bedoeld werd dat marxisme uit de tijd zou zijn en reformisme, dus verzoening met het kapitalistische stelsel, modern. Zo was de kwestie eigendomsverhoudingen in de programma's van veel partijen in de afgelopen decennia niet meer terug te vinden. Niet toevallig, want dit is immers het centrale vraagstuk van elke revolutionaire beweging. De kern werd uit de theorie gehaald en daarmee was een belangrijke stap in de richting van een reformistische ontwikkeling gezet. "Het reformisme, dat een overgang naar het socialisme via enkel en alleen hervormingen binnen het kapitalisme voor reëel mogelijk houdt, valt aan een theoretische dwaling ten prooi en leidt, zoals de ervaring ons leert, tot politieke aanpassing aan de kapitalistische heerschappij en uitbuiting." (H.H. Holz, Sozialismus statt Barbarei, p.64, Duitse uitgave).

Terecht wijst Holz op de tekortkomingen van de ethische, religieuze en emotionele benadering van het socialisme, die uitgaat van de evident onrechtvaardige verdeling van de rijkdom in een wereld van klassenmaatschappijen, maar die de echte oorzaken van die ongelijke verdeling buiten beschouwing laat, die in de wijze van produceren ligt. Het gevolg is, dat niet de ware verantwoordelijken aan de kaak gesteld worden, maar dat men alleen de zichtbare symptomen van ongelijkheid probeert te bestrijden.

Communisme en socialisme

Andere gebieden, waaraan Holz aandacht besteedt in de tien korte hoofdstukken van dit - gezien de omvang van het behandelde onderwerp - beknopte boek zijn: de organisatievorm van de toekomstige socialistische samenleving, wat is socialistische democratie met een puntige uiteenzetting van de verschillen met de burgerlijke democratie, wat is de rol van de staat in de socialistische overgangsfase van kapitalisme naar communisme, waarbij hij tussen neus en lippen door wijst op het foutieve gebruik van de term 'communistische' landen voor de voormalige socialistische landen - een term, zou ik willen aanvullen, die voortdurend door de burgerlijke pers gehanteerd wordt om alvast elk toekomstperspectief zwart te maken en daarmee "uit te sluiten". De term 'socialistisch' had men zeer verwarrend gereserveerd voor de na-oorlogse door sociaal-democratische partijen geregeerde West-Europese landen in de tijd dat het 'Oostblok' nog bestond. Ook het internationalisme in de communistische beweging krijgt ruimschoots aandacht in het boek van Holz en verder de rol van de communistische partijen in het socialisme, de ervaringen van de DDR met de opbouw van het socialisme. Tot slot wordt een hoofdstuk gewijd aan de wegen, die naar het socialisme leiden en - schrik niet! - dit meervoud wijst allerminst op de z.g. 'derde' weg van het sociaal-democratische opportunisme, maar volgens Holz kunnen die wegen alleen maar revolutionair zijn. Het meervoud slaat op de verschillen van land tot land, al naargelang de omstandigheden en de mogelijkheden gezien vanuit het perspectief van de machtsverhoudingen in de wereld.

Dialectiek op haar plaats

Als dialectisch filosoof staat Hans Heinz Holz uitgebreid stil bij de rol, die tegenstellingen op alle niveaus spelen, ook bij de opbouw van socialistische maatschappijverhoudingen. Tegenstellingen, die ook een heel belangrijke rol gespeeld hebben bij de ontbinding van de Sovjet-Unie, waar, aldus Holz, niet op de juiste wijze mee omgegaan is. Hij wijst op het voortbestaan van de klassenstrijd ook in een socialistische samenleving, zelfs verscherpt nog in eerste instantie door externe bedreiging, maar ook door het intern voortbestaan van die klassen, die door de revolutie uit het zadel gestoten zijn, en hoe belangrijk het is dat men zich hiervan bewust is. "Zowel Stalin als Mao hebben de dialectische kant van de geschiedenis benadrukt. Zelfs na de vestiging van socialistische eigendomsverhoudingen blijven veel mensen zich nog lang oriënteren op vóór-socialistische waardevoorstellingen en verwachtingen. Holz laat zijn voorwoord voorafgaan door de uiterst actuele woorden van Friedrich Engels, die in het kort erop neerkomen, dat de uitgebuitenen en onderdrukten ertoe gebracht moeten worden zich de noodzaak tot hun eigen handelen bewust te maken (cursief, red. Manifest). Ook het twijfelvraagstuk in verband met de ingeslagen socialistische weg wordt daar nog even aangestipt, maar ook de gezien de onverhulde bruutheid van het kapitalisme nu weer duidelijker dan tevoren aan de dag tredende actualiteit van Rosa Luxemburg's 'socialisme of barbaarsheid'. De huidige tijd, zouden wij eraan toe willen voegen, geeft een belangrijk vergelijkingsmateriaal met betrekking tot hoe de wereld eruit zag voor het bestaan van socialistische landen, hoe tijdens en hoe nu met de ernstige verzwakking van de socialistische aanwezigheid. Tijdens het 'socialistische stuk' was er duidelijk een rem gezet op de barbaarsheid van het kapitalisme.

En wat betreft de stemming in de huidige communistische beweging: het is nu eenmaal anders te strijden in een tijd, waarin het historisch perspectief nog niet 'getest' is op basis enkel van een (wetenschappelijke) theorie, die nog niet in de praktijk is toegepast, zoals vóór 1917. Het is weer wat anders te strijden met de aanwezigheid van 'voorbeeldlanden' op de aardbol, zoals van 1917 tot 1991 en weer wat anders te strijden na een nederlaag en met een flinke inkrimping en verzwakking van het socialistische kamp zoals nu, begeleid door een alles wegvagende propaganda omtrent de historische onmogelijkheid van dit soort experimenten, die toch tot mislukken gedoemd zouden zijn.

Het signaal van een nieuwe tijd

In een aanhangsel keert Holz terug naar het signaal tot een nieuwe fase in de ontwikkeling van de mensheid, nl. de schoten gelost vanaf de kruiser "Aurora", die in 1917 de inleiding tot de revolutie waren. Aurora betekent dageraad. Van deze symboliek uitgaand roept Holz aan het eind van zijn boek op tot het luisteren naar dit signaal en niet bij de pakken neer te zitten, omdat het doel aangegeven is, een nieuw tijdperk begonnen is en geen nederlaag ons daaraan mag doen twijfelen.