Bondgenootschappen

Door Wil van der Klift

Nee tegen geweld en racisme 

Het is tijd voor een linkse eenheid en verandering 

Soms kun je er gewoon helemaal naast zitten. Van verschillende zijden is er kritiek geuit op mijn analyse van het SP-pamflet. De kritiek had ook steeds ongeveer hetzelfde karakter: inhoudelijk wel juist, maar moet je dat nou zo stellig en weinig begripvol brengen? De kritiek lijkt mij volsterkt juist.

In mijn analyse werd te eenzijdig de nadruk gelegd op politiek-ideologische kwesties, terwijl het belang van brede bondgenootschappen en andere tactische kwesties niet werden meegewogen. Er werd al helemaal geen rekening gehouden met het vraagstuk waar communisten in de NCPN, maar ook daarbuiten, bijvoorbeeld in de SP, allemaal mee worstelen: hoe kunnen we gezamenlijk de rechtse aanvallen op het levenspeil van de bevolking temperen en stoppen? Natuurlijk is het een groot succes voor de SP dat spraakmakende mensen als Eltjo Klamer, Mies Bouwhuys en anderen zich samen met de SP hebben uitgesproken tegen de rechtse aanvallen. Zoals Rinze Visser tijdens het NCPN-congres - door mij hier vrij vertaald - zei: er bestaan natuurlijk verschillende beoordelingen in het linkse kamp, maar met mensen die dezelfde kant op willen knokken ga je gewoon anders om dan met je vijanden, ook al ben je het niet altijd eens met hun opvattingen.

Ik praat, na het afgelopen Vierde Congres, waar besloten werd om veel meer naar buiten te treden, zeker niet meer voor mijzelf als ik beweer dat de NCPN veel meer moet gaan nadenken over de tactische voorwaarden van zo'n bondgenotenpolitiek. Het is ook duidelijk dat de houding t.o.v. de SP dan één van de eerste zaken is waarover een afgewogen standpunt moet worden ontwikkeld. De aangenomen congresresolutie biedt alle ruimte voor die discussie. De NCPN is inmiddels volwassen genoeg geworden en ook ideologisch en organisatorisch sterk genoeg om de verkrampte manier van omgaan met (leden van) de PvdA, GroenLinks en SP overboord te gooien. We hoeven de noodzaak van ons bestaan niet meer elke dag te bewijzen, ook niet aan onszelf. In Nederland is een sterk links front nodig van progressieve linkse mensen, politiek of maatschappelijk georganiseerd. Daar past geen krampachtige betweterij in. Dat is gezien het toegenomen zelfbewustzijn in de NCPN ook niet nodig.

Ik ben erg blij dat mensen, zoals Rie Stroek de moeite nemen om ons van repliek te dienen. Zij geeft daarmee het voorbeeld van hoe het moet: de discussie openhouden, kritiek niet schuwen, maar centraal stellen in de noodzaak van strijd, waar en door wie die ook wordt geleverd.

De leden van de NCPN zijn het erover eens dat in Nederland een zelfstandige communistische partij nodig en ook nu al mogelijk is. Dat standpunt onderscheidt ons van anderen die voor dezelfde doelen en idealen knokken, in andere partijen, in bewegingen en zelfs als individuen in gezinnen, op het werk en elders.

Strijden tegen het kapitalisme en voor het socialisme doe je inderdaad niet door andere linkse progressieve strijdbare mensen bot aan te vallen. De NCPN (-leden) heeft een aantal jaren nodig gehad om de eigen identiteit te ontwikkelen. Het uiteenvallen van de CPN en het gebrek aan succes van het VCN hebben veel emotionele wonden geslagen, die ook hebben geleid tot een verkrampt omgaan met kameraden en vrienden die andere keuzen hebben gemaakt dan de strijd voort te zetten in de NCPN.

Het is tijd om die emotionele verkramptheid opzij te zetten en te zoeken naar wat ons verbindt, eerder dan naar wat ons scheidt.

Parallel aan deze discussie loopt nog een andere, die ook tijdens het congres zichtbaar werd. Er bestaat nu een (valse) tegenstelling tussen wat hobbyïsme en wat gezamenlijk optreden wordt genoemd. Uiteraard blijft overeind staan dat de NCPN erin moet slagen om heldere gezamenlijke prioriteiten te stellen, maar dat moet er niet toe leiden dat afzonderlijke kameraden, die zich al actief in bewegingen inzetten, moedeloos worden omdat er maar geen partijbesluit komt. Ook hier geldt dat er flexibeler met dit soort zaken moet worden omgegaan. Ook hier geldt dat de partij aan zo'n minder verkrampte aanpak toe is.

Het doet me dus veel plezier dat het schrijven van deze reactie naadloos aansluit bij de tendens van de discussies tijdens het kortgeleden gehouden Vierde Congres van de NCPN. Want dat staat voor mij wel vast: de gedachten- en standpuntbepaling moet niet een kwestie van enkelingen zijn. Daarom Rie, ik verwacht dat de nieuwe wind die in de NCPN waait binnenkort tot uitdrukking komt in het optreden van de partij naar buiten en in de manier van berichtgeving in Manifest. Dank voor de oprechte kameraadschappelijke kritiek. We hopen dat je kleinzoon het binnenkort ook nuttig zal vinden om Manifest te lezen.