|
Tijdens de wereldwijde viering van de dag voor internationale persvrijheid op 3 mei, door Unesco gesponsord, beschreef de bekende journalist Ernesto Vera in Havana de moeizame situatie waarin de journalisten moeten werken.
Bij een forum over 'Mythe en realiteit' door de journalistenbond van Cuba met deelname van deskundigen uit deze sector zoals José Luis Diaz uit Colombia en Osvaldo Burgos uit Uruguay was men eenstemmig van mening dat "de vrije stroom van informatie niet meer is dan de vrije-markt". De aanwezigen waren overtuigd van het feit dat het onmogelijk is te spreken van een vrije pers als die in handen is van machtige kapitalisten die de pers gebruiken om eigen belangen te dienen. Hetzelfde gaat op voor de vooroordelen en de corruptie van de 'Inter-American Press Association'. Het forum beklemtoonde dat de informatiemultinationals zich niet bezig houden met gebeurtenissen als de recente bijeenkomst van niet gebonden landen, of het 18de congres van de Centrale van Cubaanse Vakbonden (CTC), waarin zaken werden behandeld die het proletariaat van het eiland aangaan. Men analyseerde hoe stereotype termen door de media ten dienste van het imperialisme gebruikt werden: 'embargo' voor Washington's blokkade van Cuba en 'schurkenstaten' voor Noord-Korea en Irak.
Revolutionaire Cubaanse journalistiek "die nog een lange weg heeft te gaan om te leren kritischer te worden en alles moet bestrijden dat de vooruitgang van het land verhindert" kan een voorbeeld nemen aan voorgangers als José Martí, Carlos Manuel de Céspedes, Antonio Maceo en aan de velen die gevochten hebben voor nationale soevereiniteit.
"Onze persvrijheid is de vrijheid om vorm te kunnen geven en zelfstandig te denken en niet om ons uit te leveren aan kapitalistische propaganda", benadrukte José Alejandro Rodríguez, columnist van Juventud Rebelde.
(*) 10 mei 2001. Vertaling: Thomas Janssen