Toekennen Nederlanderschap Máxima

Surinamers pikken voorkeursbehandeling niet

Van een correspondent

Een aantal in Suriname woonachtige mensen heeft haar verwondering laten blijken na het nieuws dat Máxima Zorreguieta, de verloofde van kroonprins Willem Alexander, zonder slag of stoot het Nederlands staatsburgerschap heeft gekregen. Het gaat hier om mensen die vóór de onafhankelijkheidsverklaring van 25 november 1975 in Nederland woonden en die daarna om een of andere reden naar Suriname zijn gegaan. Zij hebben hierdoor, buiten hun wil, hun Nederlanderschap verloren. Hun pogingen om het Nederlanderschap te behouden of terug te krijgen strandden op regels van de zogenoemde Toescheidingsovereenkomst, die na de onafhankelijkheid van Suriname van kracht werd. Zij voeren ook aan dat het uiterst twijfelachtig is of deze overeenkomst na de coup van 1980 nog wel rechtskracht bezit. Het belangrijkste punt waar het de betreffende mensen om gaat is de ongelijke behandeling van mensen als het om het Nederlanderschap gaat. Zij vinden het grote verschil tussen de gang van zaken in het geval Máxima en die van hun getuigen van schending van het gelijkheidsbeginsel en van een grote onrechtvaardigheid. In de brief waarin zij de Commissie Gelijke Behandeling hierover een uitspraak vragen, eindigen zij met de vraag: waar haalt de Nederlandse regering het recht vandaan de ene mens boven de andere te stellen? Door diverse media is de in Lemmer woonachtige B. Ramautar, die zich namens de in Suriname woonachtige klagers tot de Commissie Gelijke Behandeling heeft gewend, gevraagd om een toelichting. Deze zegt eerst een antwoord van de Commissie GB af te willen wachten en vindt dat de media die het bericht van de klacht hadden opgepikt, alle gelegenheid hebben dit als een nieuwsfeit te brengen, waarin ze tot nu toe in gebreke zijn gebleven.