Werken voor niets

Door Rinze Visser

Zeventien jaar is hij. Hij wordt achttien, zegt hij met trots. Hij is een zogenoemd probleemkind. Verstandelijke vermogens nogal aan de lage kant, om het maar zowel voorzichtig als omzichtig uit te drukken. De school voor zeer moeilijk lerende kinderen met horten en stoten gevolgd. Voor zijn opvoeding is minimaal een universitaire graad in de psychologie vereist. Daarmee is de moeilijke positie van de vader en moeder - doorsnee ouders - wel geschetst.

Sinds ongeveer een halfjaar werkt hij. Bij de plantsoenendienst van de Sociale Werkvoorziening. Vier dagen per week, nog één dag naar school. Ieder die hem kent en een beetje logisch kan denken begrijpt dat een reguliere baan voor hem alleen bij een Sociale Werkvoorziening is weggelegd. Vier dagen per week schoffelt hij, helpt hij mee de gemeentelijke plantsoenen netjes te houden. Straks zouden dat er vijf dagen per week zijn, als hij voor vast zou worden aangenomen. Zou worden, want dat laatste is nog helemaal niet zeker.

Dan is-ie zeker nog op proef, vraagt u zich af? Mis, want hij loopt stage; hij werkt al een halfjaar en verdient geen cent. Stage? Dat is toch leren in de praktijk, als onderdeel van een vakopleiding? Is onkruid wieden dan zo'n ingewikkeld werk, vooral als dat ook nog eens in plantsoentjes gebeurt waarin maar één soort plant of struik staat? Natuurlijk niet! De Sociale Werkvoorziening, waar ze tegenwoordig zo graag 'bedrijf' willen heten, heeft hier, met goedkeuring van de overheid, een wel zeer goedkope arbeidskracht. Eentje voor nul-komma-nul cent.

Onze zeventienjarige is zeer gefrustreerd. Want ook minder begaafden kunnen frustraties hebben. Leeftijdgenoten die nog niet werken, nog naar school gaan, hebben vaak meer zakgeld dan hij. Die hebben bijbaantjes. En hij werkt tweeëndertig uur per week; lichamelijk pittig werk, 's winters in de kou, 's zomers in de hitte. Pas nog kwam ik hem tegen. Hij sprak me aan en zei dat-ie die middag van het werk was weggelopen omdat hij heel boos was.

Iets dat ik me levendig kan voorstellen. Mijn zorgen om zijn toekomst wonnen het van mijn woede over dat als hulpverlener uitgedoste tuig dat deze jongen al een halfjaar voor niks had laten werken en ook nog steeds niet een beslissing had genomen om hem in dienst te nemen. Ik heb hem geadviseerd en ook aangemoedigd zich weer op het werk te melden. Dus óók ik heb er aan meegewerkt dat dat stelletje uitbuiters wellicht nog langer van zijn gratis arbeidskracht gaat profiteren. Wat een wereld!

Stage voor eenvoudig handwerk, om betaling te ontlopen. Ja, burgerlijke verdraaiers van de feiten, ik weet al wat uw antwoord is op mijn kritiek. U zult zeggen dat ik het werk dat deze jongen doet laag inschat, dat ik (!) op zulk werk neerkijk als al te eenvoudig voor een werkstage. U, burgerlijke omdraaiers van de werkelijkheid, u zult insinueren dat ik verstandelijk gehandicapten stigmatiseer en ze de verheven status van stagiaire wil onthouden. Al voordat u een woord hebt gezegd doet u me denken aan een burgemeester die me eens toebeet laatdunkend te denken over mensen die wc's schoonmaken en andermans rommel opruimen.

Destijds wilde men een hoteleiland in een meer maken, een zeer luxe hotel annex internationale conferentiegelegenheid voor zeer dure dames en heren, in de buurt van een al bestaande golfbaan.

Eén van de argumenten vóór was uiteraard de werkgelegenheid die het voor de omgeving zou opleveren. Mijn reactie hierop dat de kapitaalkrachtigen in hun exclusieve bestellingen toch bediend moesten worden, dat ze zeker niet zelf hun wc's zouden hoeven schoonmaken en zeker niet zelf hun rommel zouden hoeven opruimen.

De al genoemde terechtwijzing, waarin mij als communist de totale bourgeoisie-minachting voor het gewone werkvolk in de schoenen werd geschoven, was mijn deel. Laatst las ik een artikel waarin gezegd werd dat er heel, heel vroeger wel sprake was geweest van uitbuiting, maar dat zoiets allang niet meer bestaat, dat de klassenverschillen allang opgeheven zijn en dat alleen nog enkele verstokte warhoofden, tegen beter weten in, dit niet willen ge-loven.

Maar, elke dag, elk uur, elke minuut, elke seconde, bewijst dat die 'verstokte warhoofden' gelijk hebben!