Over 'wildplassen', kolonialisme, slavernij en schade

Door Rinze Visser

Naarmate de 'inburgering' van het individualisme, als een voor het instandhouden van het kapitalisme noodzakelijke levenshouding, meer succes heeft, worden conflictueuze situaties die feitelijk de hele samenleving aangaan meer en meer als persoonlijke kwesties uitgevochten. Tegenwoordig zelfs in de vorm van miljoenen-, zelfs miljardenclaims, zoals door een doodzieke burger van de Verenigde Staten van Amerika tegen een tabaksmaatschappij.

Maar ook het toenemend gemak waarmee ook kleine zaken, die zich best zouden lenen voor collectieve regelgeving, niet zelden door tussenkomst van de rechter, in de vorm van een individuele financiële genoegdoening, worden opgelost, roepen vragen op als: ontwikkelt ook Nederland zich tot een claimmaatschappij? In dit verband wordt wel eens al te gemakkelijk vergeten dat, als dezelfde lijn met terugwerkende kracht zou worden getrokken, er vele kleine en grote kwesties zijn en zijn geweest die niet opgelost zijn of worden omdat ze doodeenvoudig genegeerd worden en voor de smaak- en geruchtmakende elites niet eens bestaan.

Enkele jaren geleden kwamen er opeens allemaal berichten in het nieuws over het zogenaamde wildplassen. Ook tegenwoordig wordt in het kader van de strijd tegen het onfatsoen en de hufterigheid het wildplassen als één van de ergste vergrijpen genoemd. Niet het inmiddels bijna geliquideerde pisbakkenbestand - om over het totale gebrek aan dergelijke voorzieningen voor vrouwen maar te zwijgen - was destijds de aanleiding, maar de beschadiging van door urinezuur aangevreten historische gebouwen.

Wie nu op bouwplaatsen en dergelijke goed oplet, die ziet dat er vaak chemische toiletten zijn geplaatst ten behoeve van de daar werkende arbeiders. Kennelijk zijn er buitenwerkers en vakbondsbestuurders geweest die zich tijdens die wildplas-mediahausse achter de oren hebben gekrabd en zich hebben afgevraagd: is het dan nooit iemand van die medialieden opgevallen dat er altijd grote aantallen mensen zijn geweest die tijdens hun werk nooit anders hebben kunnen doen dan wildplassen, waar nu zo verfoeilijk op wordt afgegeven? En, hoe is het dan altijd gegaan met die andere noodzakelijke menselijke behoefte?

Waar gaat het hier nu om? De dames en heren aandeelhouders en directeuren van bijvoorbeeld bouwmaatschappijen zijn kennelijk nu gedwongen te vinden dat het onbeschoft en onbeschaafd is arbeiders hun behoefte buiten (in het wild) te laten doen. Wij hebben tot nu toe geen enkele verontschuldiging van die kant gehoord over het nu toch erkende feit dat ze 'hun' arbeiders (pardon: medewerkers) op genoemd terrein altijd als beesten hebben behandeld.

Wellicht kunnen we de eerste schadeclaim verwachten tegen een bouwmaatschappij of tegen de overheid die naliet een wettelijke plicht tot sanitair in te stellen. Veel mediarumoer zou dit echter niet opleveren, omdat het te veel in de buurt zou komen van klassentegenstellingen en omdat het het ontkennen van het bestaan van hele bevolkingsgroepen zou bevestigen.

Schadevergoeding? Is er dan ooit sprake geweest van schadevergoeding voor een eeuwenlange koloniale bezetting en uitbuiting van andere landen en onderdrukking van volken, voor het uitroeien van mensen, voor het platbranden van dorpen? Is er ooit sprake geweest van schadevergoeding door bijvoorbeeld de Nederlandse staat aan volken voor het aangedane leed? Wat we wel kunnen weten is dat na de Indonesische onafhankelijkheid de regering van het van Nederland bevrijde land zich moest verplichten vier miljard aan Nederland te betalen, een bedrag dat ongeveer overeenkomt met de door Nederland aan Marshall-hulp ontvangen financiële steun. Schadevergoeding? Door de slachtoffers aan de daders, zul je bedoelen!

Hebben we ooit gehoord van een openbare boetedoening door hen die politiek verantwoordelijk waren voor eeuwenlange bezetting en knechting van andere volken? Ja zeker, men denkt er wel weer met een of ander herinneringsmonument vanaf te kunnen komen... Wie aan kolonialisme en slavernij denkt, die moet toch bij het heden ten dage horen van de woorden 'slachtofferhulp' en 'schadevergoeding' - hoe terecht die soms ook kunnen zijn - een wrange smaak in de mond krijgen.

Als een opgejaagd en gevangen dier verscheept worden, als een ding verkocht, een andere naam opgeprikt (Engels, Spaans, Portugees, Nederlands); wat is de geleden materiële en geestelijke schade? Is zoiets nog wel in geld uit te drukken? Leven de schuldigen, de verantwoordelijken niet meer, hoor ik daar? De direct-schuldigen niet, maar de verantwoordelijken wel! Maar, verantwoordelijkheid is toch niet overerfbaar? Het 'moderne' koningshuis dan wel?

Er zijn mensen, families, elites zo men wil, die nog steeds hun macht, hun geld, bezit en status, hun invloed ontlenen aan de kapitalen, verdiend aan de slavenhandel en de slavenarbeid! Ja, maar dan is het eind toch zoek? Ja zeker, dan komt er geen einde aan de schadeclaims. In de wereld zoals die er nu bijligt komen de boeven en moordenaars, de uitbuiters en verkrachters van de menselijkheid er altijd gemakkelijk vanaf. Alleen als je in deze wereld door het tuig zelf officieel tot 'schurk' of 'boef' wordt verklaard, dan heb je het moeilijk.

Als 'wildplassen' hufterig en in strijd met fatsoensnormen en waarden is, wat is dan het teren op mensenhandel, mensenexploitatie en het onteren van de menselijke waardigheid? Hoe zouden zij, die tegenwoordig in woord en geschrift, in uitspraak en gedachten, hun neus ophalen voor het 'gewone' volk, ook maar enige wroeging hebben over de herkomst van de middelen die hen in de gelegenheid stellen zó hooghartig te zijn?