Groeiende samenwerking tussen China, Rusland, Noord-Korea en andere Aziatische landen

Door Boudewijn Deckers

 

In juni sloten China, Rusland en vier landen uit Centraal-Azië een samenwerkingsakkoord. Een maand later volgde een vriendschapsakkoord tussen China en Rusland. En in augustus trok de Noord-Koreaanse leider Kim Jung Il naar Moskou.

De gebeurtenissen tonen het verzet (zij het in verschillende mate) van China, Rusland, Noord-Korea en andere Aziatische landen tegen de Amerikaanse hegemonie.

Het einde van het einde van de geschiedenis

De regering-Bush komt er rond voor uit: de Amerikaanse grootmacht moet de wereldleider zijn. De Europese en Japanse imperialisten betwisten dat niet, ook al proberen zij hun invloed te versterken, wat leidt tot conflicten tussen de drie.

Toen het socialisme op het einde van de jaren tachtig in Oost-Europa helemaal in elkaar stortte, dachten velen dat er nog maar één enkele politieke en economische oriëntatie overbleef: die van het kapitalisme, geleid door de Verenigde Staten, Europa en Japan. Er viel niet meer te ontkomen aan de steeds verder oprukkende imperialistische globalisering. De verwoestingen die het Westen vanaf 1991 in Irak aanrichtte, maakten alle landen duidelijk welke prijs ze zouden moeten betalen als ze zich durfden te verzetten tegen de wereldorde van de Verenigde Staten en hun bondgenoten.

Voor de schaamteloze oorlog tegen het onafhankelijke Joegoslavië zette de NAVO de Verenigde Naties eenvoudig buiten spel. Ook deze boodschap was zonneklaar: de wereld diende zonder voorwaarden te gehoorzamen aan de wil van het imperialisme, geen enkel verzet zou geduld worden.

De feiten leken dus geruime tijd de pessimisten gelijk te geven: de geschiedenis liep ten einde, voortaan zou de wereld moeten leven onder de heerschappij van de NAVO en zijn meesters.

Maar er komt steeds duidelijker een tegenstroom op gang. Vooral in Azië durven landen in verschillende mate in te gaan tegen de nieuwe imperialistische wereldorde. In het kader daarvan sluiten zij onderlinge samenwerkingsakkoorden af. De kans is groot dat andere landen zich daar in de nabije toekomst bij zullen aansluiten.

Het samenwerkingsakkoord van Shanghai

De geboorte van een tegenmacht. In april 1996 kwamen hoge vertegenwoordigers van China, Rusland, Kazachstan, Kirgizstan en Tadzjikistan een eerste keer bij elkaar in Shanghai. Zij besloten hun onderlinge samenwerking op alle terreinen uit te breiden in respect voor elkaars onafhankelijkheid en territoriale onschendbaarheid.  

Uit het akkoord volgde een gevoelige vermindering van het aantal troepen langs de grenzen van de vijf landen. De vijf zeiden zich gezamenlijk te zullen verzetten tegen buitenlandse inmenging en tegen de terroristische, separatistische en moslim-fundamentalistische organisaties op hun grondgebied. Die organisaties worden getraind in Afghanistan en krijgen van het Afghaanse Taliban-regime wapens. Het Taliban-regime wordt gesteund door de Amerikaanse inlichtingendiensten in de mate dat het zorgt voor onrust en oproer in Rusland, China en andere Aziatische landen.

Dit jaar heeft Oezbekistan zich bij de vijf landen aangesloten. De zes landen ondertekenden op 15 juni het 'Samenwerkingsakkoord van Shanghai'. In de tekst staat: "Geconfronteerd met de achteruitgang van de multi-polarisatie in de wereld, de globalisering van de economie en de informatisering in deze 21ste eeuw, zijn de staatshoofden van de ondertekenende landen er vast van overtuigd dat een nauwere samenwerking de lidstaten van deze groep de mogelijkheid biedt beter gebruik te maken van de kansen en op meer efficiente wijze de nieuwe uitdagingen en bedreigingen het hoofd te bieden. (1) Wat duidelijk maakt dat een uitbreiding van hun samenwerkingsterreinen voor de hand ligt.

De ministers van Defensie van de zes ondertekenden een aparte verklaring. Daarin staat: "Het verdrag uit 1972 over de lange afstandsraketten (het ABM-verdrag) blijft de basis voor de globale stabiliteit in de wereld en een voorwaarde voor ontwapening." De Verenigde Staten willen af van het ABM-verdrag omdat dat het rakettenschild in de weg staat. Officieel is het schild gericht tegen Noord-Korea. In werkelijkheid vooral tegen China en Rusland.

De zes ministers van Defensie "verzetten zich eveneens tegen het plan van een aantal landen om in Azië een verdedigingssysteem op basis van raketten (theater missile defense system) uit te bouwen." Het gaat om het systeem dat de VS in Taiwan op poten willen zetten en dat uiteraard tegen de Chinese Volksrepubliek gericht is.

Heel wat Aziatische landen hebben positief gereageerd op de Verklaring van Shanghai. Zoals bijvoorbeeld het socialistische Vietnam. Quan Doi Nhan Dan, de krant van het Vietnamese leger schrijft: "De Verklaring van Shanghai is een nieuwe stap vooruit naar een regionale samenwerking. Het doel is een nieuwe politieke en economische wereldorde die garant zal staan voor de vrede en de veiligheid." (2)

Het Westen verkoos het initiatief dood te zwijgen. Maar de weinige commentaren zijn verhelderend. De Sydney Morning Herald: "De pas opgerichte organisatie van Shanghai kan een krachtig tegenwicht vormen voor de invloed van de Verenigde Staten in de regio. Ze kan uitgroeien tot een rivaal van bestaande regionale organisaties die gericht zijn op het Westen." De krant vreest ook een uitbreiding van de organisatie: "Volgens het Russische persagentschap Interfax zouden India en Pakistan willen aansluiten." (3)

Het socialistische China, het Rusland van Poetin en de gewezen sovjet-republieken van Centaal-Azië hebben erg verschillende economische en politieke systemen. Dat neemt niet weg dat zij samen een machtig politiek, economisch en militair front vormen. Samen kunnen zij het imperialisme heel wat stokken in de wielen steken.

  1. People's Daily, 14 juni 2001, zie: english.peopledaily.com.cn/200106/14/eng20010614_72623.html
  2. Geciteerd People's Daily, 19 juni 2001, zie: english.peopledaily.com.cn/200106/19/eng20010619_72936.html
  3. John Schauble in The Sydney Morning Herald, 16 juni 2001, zie: www.smh.com.au/news/0106/16/world/world16.html. Anderen hebben het over de eventuele kandidatuur van Turkmenistan.