GATS'ie Diftar

Door Jan Cleton

 

De gemeente Brummen, grenzend aan Zutphen en Apeldoorn, worstelt met de vuilafvoertarieven. Door de decentralisatie worden gemeenten gedwongen steeds meer geld uit de lokale burger te persen. Zo tracht voornoemde gemeente ook de vuilnisafvoer, via een zogenaamd eerlijk systeem van gedifferentieerde tarieven (diftar) kostendekkend te krijgen en uiteraard door middel van het tussenpersoon-zijn bij twee partijen, de inwoners en SITA.

SITA is een multinationale onderneming, met haar hoofdkantoor in Frankrijk, die zich o.a. bezighoudt met het afvoeren van de door de consumptiemaatschappij geproduceerde afvalstoffen. Dat de kosten daarvan hoofdzakelijk bij 'Jan met de pet' gelegd worden en de winst bij een kleine groep aandeelhouders terechtkomt, staat als een paal boven - in dit geval - het IJsselwater.
De inwoners van de gemeente Brummen werden verleid met een prachtige folder waarin het voorgesteld werd alsof men de vuilafvoerkosten op basis van "wie veel afval produceert, betaalt veel" in eigen hand zou hebben. De nieuwe wonderen der techniek die dit mogelijk moesten maken, zoals containers met een microchip, elektronisch afvalstation voor flatbewoners, gratis ondergrondse milieustraten voor glas, kleding, oud papier, etc. zouden bezichtigd kunnen worden tijdens voorlichtingsbijeenkomsten waar de verantwoordelijke politici schitterden door afwezigheid. Niet verwonderlijk overigens, want de stemming op die bijeenkomsten was ver onder nul. Enkele aanwezige ambtenaren, die uitleg gaven over de tariefswijzigingen, mochten de klappen opvangen. "Lig niet te lullen man, ik kan ook rekenen. Met het goedkoopste pakket betaal ik al 25 procent meer. En dan praat ik niet eens over het afvoeren van grofvuil en tuinafval, waar ik straks ook voor betalen moet! Waar is je baas eigenlijk?" Overal in de respectievelijke zalen vormden zich groepjes van ontevredenen, die deze aanslag op het huishoudbudget niet wensten te pikken. Ineens was er een stemming gegroeid die omsloeg van "je kunt het toch niet tegenhouden" naar "misschien niet, maar we laten dit niet zomaar over onze kant gaan". "Als ze dit doorzetten, gaan we allemaal een volle vuilniszak in het gemeentehuis dumpen", was één van de kreten die gehoor vond. Gaat dit straks de geschiedenis in als: Het Vuilnisoproer in Brummen?

GATS

De globale overeenkomst om alle publieksservice tot winstobject voor het kapitaal te maken, heet in het engels Global Agreement on Treat Services (GATS). Zogenaamde ronde tafel conferenties van het kapitaal, zoals de Bilderberggroep en de Europese industriëlen, hebben elkaar gevonden in de uitholling van elke vorm van sociale zorg. In eerste instantie moesten alle overheidsbedrijven geprivatiseerd worden. Nu, in het kader van de GATS, zijn alle andere vormen van, wat ze noemen, publieksservice aan de beurt. Daaronder vallen ook alle overige sociale voorzieningen, die ooit op basis van solidariteit opgezet zijn. Gezondheidszorg, onderwijs, pensioenen, niets waar winst te behalen valt voor het kapitaal mag aan hen ontsnappen. Daartoe was, en is, de vrije-markt-ideologie een handig hulpmiddel.

De vrije-markt-ideologie

De vrije-markt-ideologie werd gebracht als zijnde het sturingsmechanisme dat ook een grote plaats zou toekennen aan de consument als factor in de concurrentiestrijd. Sterker gezegd nog: de consument zou bepalen welk bedrijf overleeft. De praktijk wijst echter uit dat de consument geen keuzevrijheid heeft. Hij wordt enerzijds gedwongen door de inhoud van zijn portemonnee en anderzijds door rijks- en gemeentebelastingen die hij slechts kan beïnvloeden door op een andere politieke partij te stemmen. Ook waar het de loonstrijd, en dus de inhoud van de portemonnee, betreft is het slechts kiezen tussen meerdere kwaden. Het kapitaal maakt ook hier dankbaar gebruik van de media, waar ze een financiële machtspositie bekleden, om de publieke opinie te beïnvloeden. Een publieke opinie die dus in hoofdlijn door de vrije-marktvoorstanders gestuurd wordt.

De macht van de massa aan de basis

Zoals in de gemeente Brummen bleek, rondom de Diftar-discussie, zijn er wel degelijk mogelijkheden om de gang van zaken te beïnvloeden. In de eerste plaats is daar een gezamenlijk duidelijk protest voor nodig. Een protest dat aangeeft, richting politici en media, dat men het niet eens is met verdere aantasting van het huishoudbudget. In deze strijd leert men elkaar en de al dan niet gekozen politici in sociaal opzicht kennen. Nieuwe verbanden zullen daaruit voortvloeien. Nieuwe sociale samenwerking kan daaruit voortvloeien. Solidariteit blijft de enige daadwerkelijke tegenkracht van het egoïsme van enkelingen, die rijk willen worden ten koste van de rest en het leefmilieu van deze wereld. Er is wel degelijk een alternatief!