Staatsterrorisme gesteund door de VS

Verklaring van het Communistische Forum van Israël

De misdadige aanslag op Abu Ali Mustafa, leider van het Volksfront voor Bevrijding van Palestina, is een forse escalatie van de bloedige gewelddaden van de regering Sharon, waardoor het gevaar toeneemt van een totale oorlog in het Midden Oosten. De Sharon-Peres-Ben Eliezer-regering beperkt zich echter niet tot individuele moord. Zij voert de militaire operaties op met gevechtsvliegtuigen, mitrailleurvuur uit helikopters, raketten en tanks tegen Palestijnse steden en dorpen.

Het Communistische Forum van Israël veroordeelt deze regering, waarin bijna alle zionistische partijen deelnemen, voor de verachtelijke en misdadige moord in koelen bloede op een politieke leider, hoofd van de tweede grootste organisatie in de PLO. Wij veroordelen ten stelligste de steun, die de regering van de VS tentoonspreidt, aan de politiek van moord en agressie, die meer dan ooit berust op vooroordelen. Een steun die de regering van Israël aanzet tot een dergelijke gruwelijke daad.

De Sharon-Peres-Ben Eliezer-regering beperkt zich niet tot individuele moord. Zij voert de militaire operaties op met gevechtsvliegtuigen, mitrailleurvuur uit helikopters, raketten en tanks tegen Palestijnse steden en dorpen. Barbaarse militaire operaties worden uitgevoerd tot diep in het territorium dat verondersteld wordt volledig Palestijns zelfbestuur te hebben.

De ervaring van de afgelopen maanden heeft aangetoond dat al de moordaanslagen en bombardementen geen einde maakten aan de strijd van het Palestijnse volk. Integendeel, het heeft de vastberadenheid versterkt om zijn legitieme nationale rechten te veroveren. Dat werd eveneens duidelijk door de verzetsdaden die onmiddellijk na de verachtelijke moord gepleegd zijn. Gedurende de laatste maanden heeft het Palestijnse volk belangrijke winst geboekt voor haar strijd. Dit blijkt onder andere uit het feit dat er in de meeste bezette gebieden geen Israëlisch burgerverkeer meer is, dat de staat Israël een zware economische prijs betaalt voor deze escalatie, zoals de ineenstorting van de toerisme-industrie en dat de Palestijnse positie in de wereldopinie versterkt en die van Israël verzwakt is.

Het afsluiten van Palestijnse gemeenschappen, de vernederingen die Palestijnen dagelijks moeten ondergaan, die Israëlische controleposten moeten passeren, en de voortdurende dolle woede van de burgerwachten in de nederzettingen. Niets van dit alles is in staat de Palestijnse strijd te stoppen, noch kunnen zij het Palestijnse gezag uitschakelen.

Toch eist het Israëlische geweld een dagelijkse tol aan mensenlevens onder het Palestijnse volk en veroorzaakt een verslechtering in de toch al laag gehouden levensstandaard; dit feit drijft een aantal Palestijnen tot wanhoopsdaden als zelfmoordaanslagen tegen onschuldige Israëlische burgers. De onvermijdelijke conclusie van de gebeurtenissen van afgelopen maanden is dat geweld geen oplossing kan brengen. Niet alleen zal de groeiende inzet van het Israëlische leger niets opleveren, in tegendeel, dit zal leiden tot meer en meer bloedvergieten aan Palestijnse en aan Israëlische kant. Wij doen een beroep op de Israëlische regering om haar politiek van staatsterrorisme, moorden en barbaarse bombardementen te stoppen en een staakt-het-vuren te accepteren op basis van recente diplomatieke initiatieven. Essentieel voor zo'n staakt-het-vuren is de terugtrekking van alle Israëlische strijdkrachten tot hun positie van oktober 2000 en een volledige stop op de bouw van joodse nederzettingen.

Israël moet alle afspraken nakomen die bij vroegere overeenkomsten gemaakt zijn en onderhandelingen starten voor een blijvende oplossing. Een dergelijke oplossing kan alleen verkregen worden op grond van een terugtrekking tot de juni-1967-landsgrenzen, de stichting van een onafhankelijke Palestijnse staat op de West Bank, in de Gazastrook en daarbij ook in Oost-Jeruzalem; tevens op grond van de erkenning van het recht van Palestijnse vluchtelingen op een oplossing van hun situatie volgens de betreffende resoluties van de Verenigde Naties. (Vertaling Thomas Janssen)