Bouwstaking, proef op de som

 

Door Jan Cleton

Al vijf weken wordt er in de bouw gestaakt voor een CAO die tegemoetkomt aan de minimale eisen van de werkers in deze sector. Maar al zijn de eisen minimaal, toch houden de werkgevers hun poot stijf. Zij willen een belangrijke verworvenheid, de reisurenregeling, terugdraaien alvorens verder te onderhandelen. Maar de bouwvakkers laten zich niet uit het veld slaan en knokken door!

'Als wij werkgevers vinden dat de reisurenregeling die vorig jaar werd afgesproken, weer ongedaan gemaakt moet worden, heb je dat maar te doen. Anders onderhandelen we niet over de overige voorstellen van jullie.' Zo luidde de boodschap. Het is deze arrogante houding van werkgeverszijde, die leidde tot deze staking die gesteund wordt door FNV Bouw, Hout- en Bouwbond CNV en het Zwarte Corps (HCZ).

Op 31 december liep de bouw-CAO af. Het eisenpakket van de bouwbonden zag er als volgt uit:

  1. Een loonsverhoging van 1,5 procent per 1 januari van dit jaar naast de prijscompensatie.
  2. Een winstdelingsregeling.
  3. Alle uitkeringen en toeslagen moeten met 4 procent omhoog.
  4. Alle kostenvergoedingen, waaronder de reiskosten, moeten worden verhoogd met de prijsstijging.
  5. Bij ziekte moet het loon volledig worden doorbetaald.
  6. De WAO-uitkering voor volledig arbeidsongeschikten moet in het eerste jaar worden aangevuld tot 80 procent. En voor gedeeltelijk arbeidsongeschikten naar rato.
  7. Zieken en WAOers die weer aan de slag gaan mogen er in inkomen en pensioen niet op achteruitgaan.
  8. Er moet een oplossing komen voor de onbegaanbare bouwterreinen.
  9. Meer seniorendagen.
In een sector waar de afgelopen jaren gigantische winsten gemaakt zijn, bepaald geen onredelijke eisen. Wat is 1,5 procent loonsverhoging, voor degenen die het werk verzetten, in verhouding tot de hoge winstpercentages die in de bouwsector behaald zijn? Dat ze daarnaast ook nog een graantje van deze winst mee willen pikken via een winstdelingsregeling is ook niet meer dan redelijk na vele jaren van loonmatiging.

De eis van verhoging van uitkeringen en toeslagen met 4 procent betekent inleveren, in vergelijking met de inflatie die afgelopen jaar 4,7 procent bedroeg. Logisch dat men op de kostenvergoedingen niet ook wenst in te leveren. Ook de eis om bij ziekte het loon volledig door te betalen, is in deze sector heel redelijk. De kostenvergoedingen, waaronder de reiskosten, vallen namelijk bij ziekte weg. En daardoor daalt het inkomen al onevenredig. Ook moet er druk op de ketel blijven om de werkgevers te dwingen de veiligheid in de sector te verhogen. Het aanvullen van de WAO-uitkering (in het eerste jaar!) wordt hoogstwaarschijnlijk wettelijk zelfs lager dan in het SER-akkoord over de WAO gevraagd wordt.

Al met al mag geconstateerd worden dat er op deze eisen niets meer ingeleverd mag worden. De werknemers in de bouw kunnen niet anders dan doorstaken totdat deze eisen ingewilligd zijn, tenzij zij er financieel en qua werkcondities op achteruit willen gaan. Zelfs met een loonsverhoging van 1,5 procent bovenop de prijscompensatie is er achteruitgang als er aan deze eisen nog geknabbeld gaat worden.